Wetgeving

Uitzendarbeid is een vorm van terbeschikkingstelling van personeel en mag enkel in welbepaalde gevallen en door erkende uitzendbureaus. De taken en verantwoordelijkheden van de gebruiker, het uitzendbureau en de uitzendkrachten zijn uitvoerig gereglementeerd in de Wet Uitzendarbeid, de Arbeidsongevallenwet, de Welzijnswet en de Codex 'Welzijn op het werk'. Bij uitzendarbeid is er een overdracht van hiërarchisch gezag over de uitzendkracht van het uitzendbureau naar de gebruiker. Een overzicht van de wettelijke bepalingen.

Wat is uitzendarbeid ?

Bij uitzendarbeid wordt een uitzendkracht door het uitzendbureau ter beschikking gesteld van een gebruiker. Er zijn dus altijd drie partijen betrokken: de uitzendkracht, het uitzendbureau en de gebruiker.

Deze vorm van toegelaten arbeid is onderhevig aan een aantal voorwaarden die zijn vastgelegd in de wet van 24 juli 1987 “betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers”.  Zo bepaalt deze Wet Uitzendarbeid dat uitzendarbeid slechts in een beperkt aantal gevallen is toegelaten:

  • Vervanging van een vaste werknemer van wie het contract tijdelijk geschorst of definitief verbroken is.
  • Een tijdelijke vermeerdering van werk.
  • De uitvoering van een uitzonderlijk werk.
  • Invulling van een vacature met de bedoeling om na afloop van de periode van terbeschikkingstelling de uitzendkracht vast in dienst te laten nemen door de gebruiker voor dezelfde job (instroommotief).

Daarnaast mogen enkel erkende uitzendbureaus uitzendkrachten ter beschikking stellen van gebruikers. De erkenning van uitzendbureaus is in België een gewestelijke bevoegdheid. De wetgeving, erkenningsvoorwaarden en lijst van erkende uitzendbureaus vind je op de websites van de bevoegde overheden:

Opmerking

Federgon is de beroepsfederatie van private arbeidsmarktbemiddelaars en HR-dienstverleners, waaronder de uitzendarbeid.  Federgon vertegenwoordigt de federale en regionale belangen van de uitzendbureaus. Om de uitzendbureaus te steunen in hun streven naar kwaliteit kunnen Federgon-leden een label Interim Certified behalen. Meer informatie op de website van Federgon.

Wet Uitzendarbeid 1987

De Wet Uitzendarbeid van 24/07/1987 regelt het kader waarbinnen uitzendarbeid mogelijk is. Voor wat betreft veiligheid en welzijn is artikel 19 van deze Wet Uitzendarbeid van groot belang.

Artikel 19: de gebruiker staat in voor de veiligheid van de uitzendkracht

Art. 19. Gedurende de periode waarin de uitzendkracht bij de gebruiker werkt staat deze in voor de toepassing van de bepalingen van de wetgeving inzake de reglementering en de bescherming van de arbeid welke gelden op de plaats van het werk.

Praktisch betekent dit dat de Welzijnswet en zijn uitvoeringsbesluiten (de Codex) de gebruiker als (feitelijke) werkgever beschouwen. Het is dus de verantwoordelijkheid van de gebruiker om het welzijn van de uitzendkracht tijdens het werk te verzekeren.

Dit artikel 19 bepaalt eveneens dat de precieze taakverdeling tussen uitzendbureau en gebruiker m.b.t. preventie en bescherming van de uitzendkracht verder zal worden vastgelegd via een Koninklijk Besluit. Dit KB is sinds midden 2017 gekend als Codex X.2-Uitzendarbeid.
Enkel in specifieke gevallen worden hier verplichtingen opgelegd aan het uitzendbureau (zoals voorafgaand gezondheidstoezicht). 

Ook in een aantal CAO's zijn soms voorwaarden rond veiligheid en welzijn voor uitzendkrachten opgenomen (vb. CAO Uitzendarbeid in de Bouw).

Meer informatie vind je in het thema Taken uitzendbureau-gebruiker-uitzendkracht.

Artikel 23: geen sectorale verboden op uitzendarbeid

Op 26 maart 2018 werd art. 23 van de Wet Uitzendarbeid van 1987 gewijzigd (BS 30 maart 2018, in werking getreden op 9 april 2018). Sectorale verboden op uitzendarbeid zijn daardoor niet meer toegelaten in de privésector.  Dit heeft als gevolg dat het verbod op uitzendarbeid in de sectoren van de binnenscheepvaart (PC 139) en van de verhuizing (PC 140.05) sindsdien zijn opgeheven. Wel kunnen  eventueel nog steeds bijzondere voorwaarden opgelegd worden voor uitzendarbeid in bepaalde sectoren (attest veiligheidsopleiding, …), bijvoorbeeld via cao’s.  Ook de specifieke bepalingen uit de Welzijnswetgeving, zoals in Codex X.2-16 (asbest, begassingen) blijven van kracht.

Welzijnswet 1996

In de Welzijnswet van 04/08/1996 hebben een aantal artikels een speciale betekenis voor uitzendarbeid.

Artikel 2: uitzendkrachten zijn volgens de Welzijnswet werknemers van de gebruiker

Art. 2§ 1. Deze wet is toepasselijk op de werkgevers en de werknemers.Voor de toepassing van deze wet worden gelijkgesteld met
1° werknemers:
a) de personen die, anders dan krachtens een arbeidsovereenkomst, arbeid verrichten onder het gezag van een ander persoon;…
2° werkgevers: de personen die de onder 1° genoemde personen tewerkstellen

Dit betekent dat de Welzijnswet en zijn uitvoeringsbesluiten (de Codex) de gebruiker als (feitelijke) werkgever van de uitzendkracht beschouwen. De gebruiker moet dus instaan voor de naleving van de welzijnswetgeving, zowel voor zijn vaste werknemers als uitzendkrachten. Enkel in Codex X.2-uitzendarbeid wordt voor een aantal zaken de verantwoordelijkheid expliciet bij het uitzendbureau (de juridische werkgever) gelegd (zoals voorafgaand gezondheidstoezicht).

Meer info is te vinden in het thema Taken uitzendbureau-gebruiker-uitzendkracht.

Artikel 12 ter en quater: niet samenwerken met onveilige gebruikers en onveilige uitzendbureaus

Bij uitzendarbeid zijn twee principes van belang:

  • Uitzendkrachten worden tewerkgesteld bij gebruikers die de Welzijnswet respecteren.
  • Gebruikers rekenen op uitzendbureaus die de verplichtingen van de Welzijnswet correct toepassen.

Deze principes worden verwoord in artikels 12ter en quater van de Welzijnswet:

Art. 12ter: Elke gebruiker van uitzendkrachten is ertoe gehouden de diensten te weigeren van het uitzendbureau waarvan hij kan weten dat het zijn verplichtingen opgelegd door deze wet en door de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers en hun respectievelijke uitvoeringsbesluiten ten aanzien van zijn uitzendkrachten niet naleeft.
Art. 12quater. Elk uitzendbureau is ertoe gehouden te weigeren zijn uitzendkrachten ter beschikking te stellen van de gebruiker van wie hij kan weten dat deze zijn verplichtingen opgelegd door deze wet en door de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers en hun uitvoeringsbesluiten, ten aanzien van zijn uitzendkrachten niet naleeft.

Wat dit betekent in de praktijk, wordt in het thema Taken uitzendbureau-gebruiker toegelicht.

Artikel 94 ter: onderzoek en verslaggeving ernstige arbeidsongevallen

Dit artikel bepaalt dat de gebruiker en het uitzendbureau bij een ernstig arbeidsongeval met een uitzendkracht moeten samenwerken om een omstandig verslag op te stellen. Het uitzendbureau legt in het contract met de gebruiker de praktische afspraken vast over deze samenwerking, de bevoegde preventiediensten die de mogelijke ernstige ongevallen zullen onderzoeken en de regeling van de eventuele kosten die uit deze onderzoeken kunnen voortvloeien.

De gebruiker neemt het initiatief om het omstandig verslag op te stellen en om de inspectiediensten (tijdig) op de hoogte te brengen (Toezicht Welzijn op het Werk). Op basis van art. 19 van de Wet Uitzendarbeid en art. 2 van de Welzijnswet is de gebruiker verantwoordelijk voor de veiligheid van de uitzendkracht op de werkvloer. De gebruiker is het best geplaatst om de preventiemaatregelen te voorzien om gelijkaardige ernstige arbeidsongevallen in de toekomst te voorkomen.
 

Wat de wetgever hiermee precies bedoeld heeft, kan je terugvinden in deze "memorie van toelichting" bij het invoegen van dit artikel (zie blz. 24).

Meer informatie is te vinden in het thema Arbeidsongevallen.

Codex X.2 - Uitzendarbeid

De Codex 'Welzijn op het Werk' wijdt een volledig hoofdstuk aan uitzendarbeid. Boek X van de Codex behandelt 'Werkorganisatie en bijzondere werknemerscategorieën'. Titel 2 van dat boek gaat over uitzendarbeid (Codex X.2 – Uitzendarbeid). In dit onderdeel komen onder meer volgende aspecten aan bod:

  • De werkpostfiche, met als bijlage een model van 'werkpostfiche uitzendarbeid'.
  • Gezondheidstoezicht en verdeling van de verplichtingen.
  • De oprichting en het beheer van de Centrale Gegevensbank met resultaten van gezondheidsonderzoeken van uitzendkrachten.
  • Verbodsbepalingen.

Meer praktische informatie vind je in andere thema’s op deze website:

Opmerking:

Uitzendkrachten mogen volgens Codex X.2 een aantal activiteiten niet uitvoeren:

  • Afbraakwerken en verwijdering van asbest.
  • Bepaalde begassingen (die beschreven staan in het KB van 14/01/1992 over begassingen).
  • Op werkposten of functies waarvoor geen werkpostfiche is opgesteld, terwijl er wel één vereist is.
  • Op een andere werkpost of functie met andere risico’s dan op de voor die werkpost verplichte werkpostfiche staan vermeld.

Korte historiek:

In 1997 was er een eerste KB uitzendarbeid (KB van 19/02/1997). Dit KB werd vervangen door het KB van 15/12/2010, waarmee de inhoud van de werkpostfiche werd verfijnd en de oprichting van een Centrale Gegevensbank met de resultaten van gezondheidsonderzoeken van uitzendkrachten werd voorzien. Sinds 28/04/2017 is dit opgenomen in de Codex over het welzijn op het werk als titel 2 van boek X.

Arbeidsongevallenwet 1971

De Arbeidsongevallenwet (10/04/1971) beschouwt het uitzendbureau als werkgever van de uitzendkrachtDit betekent dat het uitzendbureau verantwoordelijk is voor de arbeidsongevallenaangifte (art. 62 van de Arbeidsongevallenwet). Elk uitzendbureau moet zich daarom aansluiten bij een arbeidsongevallenverzekeraar.

Opmerking:

Bij een ernstig arbeidsongeval is het de verantwoordelijkheid van de gebruiker om een omstandig verslag op te stellen en het ongeval tijdig te melden aan de Arbeidsinspectie, zoals beschreven in de Welzijnswetgeving (onder meer Codex I.6 – maatregelen in geval van een arbeidsongeval). Voor de Welzijnswetgeving (en ook art. 19 van de Wet Uitzendarbeid) is de gebruiker de (feitelijke) werkgever van de uitzendkracht.

Meer info vind je in het thema Arbeidsongevallen.