Uitzendarbeid versus Covid-19

Op deze pagina verzamelt Preventie en Interim alle informatie om uitzendkrachten veilig en gezond aan het werk te houden.

Intro

Tenzij je de afgelopen maanden op een andere planeet hebt gewoond, ben je, net als iedereen op aarde, bezorgd over Covid-19. Alle sectoren van onze samenleving zijn door dit virus getroffen en het spreekt vanzelf dat dit eveneens geldt voor de uitzendsector. Uitzendkantoren stellen ook vandaag uitzendkrachten ter beschikking aan de werkgevers in de verschillende sectoren. Preventie en Interim informeert, als Centrale Preventiedienst voor de uitzendsector, uitzendkantoren en gebruikers hoe uitzendkrachten veilig en gezond laten werken aan hun werkposten.  

De gevolgen van dit "coronavirus" zullen voor maanden of zelfs jaren niet volledig bekend zijn, maar één ding is zeker, er zal voor altijd een "voor" en een "na" Covid-19 zijn. De uitzendsector die ook vandaag snelle en flexibele oplossingen biedt voor personeelstekorten als gevolg van de huidige pandemie bevindt zich midden in deze hectische tijden.  

Terwijl bijna alle "administratieve" werknemers in de tertiaire en secundaire sectoren werden uitgenodigd (en vervolgens opgelegd) om te telewerken zijn er nog veel werknemers die als gevolg van de aard van hun taken niet kunnen telewerken. Zij blijven moedig hun opdrachten ter plekke uitvoeren ondanks een mogelijk risico van besmetting van Covid-19. Tot die groep behoren ook uitzendkrachten en jobstudenten. Het onderscheid tussen essentiële en niet-essentiële sectoren en taken betekent een verschil van aanpak in de strijd tegen een coronabesmetting. Daar waar bij niet-cruciale sectoren en niet essentiële taken er zeer strikte maatregelen door de overheid worden opgelegd, zijn de maatregelen voor de cruciale sectoren en essentiële diensten het resultaat van de door werkgever uitgevoerde risicoanalyse. 

Vandaag worden talrijke uitzendkrachten en jobstudenten ingezet om personeelstekorten in te vullen die door "vaste" werknemers in quarantaine werden achtergelaten. Zo werden de laatste weken een groot aantal uitzendkrachten - vaak jobstudenten die nu tijdens de noodgedwongen schoolsluiting thuis zijn - als extra ondersteuning ingezet in winkels en magazijnen.  

Deze periode heeft natuurlijk ook invloed op de opdracht van Preventie en Interim. Het team kreeg te maken met een veelheid aan vragen uit de sector over een ongekende situatie die zeer snel moest worden aangepakt. Preventie en Interim wil, net als iedereen, ook in deze hectische tijden zijn opdracht zo goed als mogelijk blijven vervullen voor de uitzendkantoren en alle uitzendkrachten die worden ingezet bij de verschillende gebruikers.  

UPDATE 28/10/21 - CORONAVIRUS - Update van de geldende regels naar aanleiding van het Koninklijk Besluit van 28 OKTOBER 2021

Het koninklijk besluit dat een juridisch kader moet bieden voor de maatregelen genomen door het Overlegcomité werd intussen gepubliceerd. Via deze link kan u de volledige tekst raadplegen.

Dit koninklijk besluit zal voortaan in de plaats komen van het reeds gekende Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.

Hier vindt u de bijgewerkte maatregelen met betrekking tot het dragen van het masker en de CST.

 

Update 14/04/21 - Overlegcomité: Einde van de paaspauze

 

Overlegcomité beslist over einde van de paaspauze

De federale regering en de regeringen van de deelstaten hebben vandaag in het Overlegcomité de coronasituatie besproken.

Het Overlegcomité stelt vast dat de druk op de zorg relatief hoog blijft, in het bijzonder op de afdelingen intensieve zorg. Ruim een derde van alle gehospitaliseerde coronapatiënten ligt op intensieve zorg. Dat is een pak meer dan een jaar geleden of dan vorig najaar. De pandemie is door het oprukken van nieuwe virusvarianten van gezicht veranderd en besmettelijker én agressiever geworden. Het Comité stelt echter ook vast dat een aantal kernwaarden gunstig evolueren:

  • een daling van het gemiddeld aantal dagelijkse covid-19 besmettingen;
  • een beginnende daling van het gemiddeld aantal ziekenhuisopnames;
  • het reproductiegetal dat zich onder de 1 bevindt.

Daarnaast stelt het Comité een verdere versnelling van de vaccinatiecampagne vast. Op 19 april zal naar verwachting 60% van de leeftijdsgroep 65+ een eerste inenting hebben ontvangen, op 26 april zal dit meer dan 70%, eind april meer dan 80%. Daarenboven verwachten we dat tegen eind mei meer dan 80% van de leeftijdsgroep 18-65 met onderliggende aandoeningen een eerste inenting zal hebben ontvangen. De wetenschap toont aan dat twee tot drie weken na een eerste inenting reeds een hoge mate van immuniteit wordt bereikt.

Op basis van dit totaalbeeld, heeft het Overlegcomité volgende beslissingen genomen:

1. Heropening scholen

Na het einde van de Paasvakantie op 19 april worden de lessen hervat, volgens het regime van voor de Paaspauze. Dit wil zeggen:

  • Kleuteronderwijs, lager onderwijs, het buitengewoon secundair onderwijs, de eerste graad van het middelbaar en het stelsel voor ‘leren en werken’: voltijdse aanwezigheid in de klas;
  • Tweede en derde graad middelbaar: 50 procent aanwezigheid in de klas;
  • Hoger onderwijs: één dag per week fysieke aanwezigheid op de campus.

Examens mogen fysiek plaatsvinden.

Indien de besmettingscijfers in gunstige zin evolueren, en na een evaluatie door de ministers van Onderwijs die aan het Overlegcomité zal worden voorgelegd, kan het volledige middelbaar onderwijs vanaf 3 mei opnieuw voltijds in de klas doorgaan.

2. Niet-essentiële reizen: strikt regime van testing en quarantaine

Het reisverbod voor niet-essentiële reizen binnen de Europese Unie vervalt vanaf 19 april. Voor reizen buiten de Europese Unie blijven de Europese regels van toepassing. Er blijft evenwel een negatief reisadvies gelden voor alle niet-essentiële reizen.

Bij terugkeer geldt een strikt regime van verplichte testing en quarantaine. Op basis van het Passenger Location Form zal de politie nagaan wie zich bij terugkeer niet laat testen. Wie zich niet houdt aan de testregels, riskeert een coronaboete van 250 euro.

3. Einde paaspauze voor winkels en niet-medische contactberoepen

Op 26 april eindigt de Paaspauze. Dit wil zeggen dat mensen vanaf dan samen mogen buiten komen in groepen van maximaal 10.

Ook winkeliers mogen vanaf deze datum opnieuw klanten ontvangen zonder afspraak. Er hoeft niet langer alleen gewinkeld te worden, maar men mag vergezeld worden door één ander lid van het huishouden.

Niet-medische contactberoepen - waaronder kappers en schoonheidsspecialisten – mogen heropenen onder de verstrengde protocollen.

Tegelijk worden er een dertigtal proef- en pilootprojecten opgestart die praktisch en onder wetenschappelijke begeleiding moeten vaststellen hoe de verschillende economische sectoren veilig van start kunnen gaan of de sluitingen ervan in de toekomst voorkomen.

4. Zeven op tien 65-plussers gevaccineerd en beschermd: buitenpakket

Op 8 mei, wanneer zo goed als alle 65-plussers gevaccineerd én beschermd zijn, gaat een breed buitenpakket van kracht.

Activiteiten in georganiseerd verband (bijv. sportclub of vereniging) kunnen met maximaal 25 personen buiten en dit voor alle leeftijden, maar zonder publiek en zonder overnachting. Kinderen tot en met 12 jaar kunnen ook met maximaal 10 binnen

Verder worden ook volgende zaken buiten mogelijk:

  • Restaurants en cafés: terrassen buiten
  • Evenementen (incl. recepties en banketten), culturele voorstellingen en erediensten tot maximaal 50 personen.
  • Pretparken
  • Professionele rommel- en brocantemarkten

De avondklok wordt afgeschaft en vervangen door een samenscholingsverbod waarbij men tussen middernacht en 5.00 uur enkel in de openbare ruimte mag met maximaal drie personen of met leden van het eigen huishouden (personen die onder hetzelfde dak wonen)

5. Twee nauwe contacten thuis

Vanaf 8 mei mag een huishouden twee personen tegelijk ontvangen, op voorwaarde dat ook deze personen tot hetzelfde huishouden behoren Kinderen tot en met 12 jaar worden niet meegerekend.

6. Bijna alle 65-plussers en kwetsbare mensen gevaccineerd en beschermd: ruimer perspectief

Een nieuwe, belangrijke mijlpaal wordt het moment waarop bijna alle 65-plussers en kwetsbare mensen met onderliggende aandoeningen gevaccineerd en beschermd zijn. We verwachten in die groep een hoge mate van immuniteit in de eerste helft van juni.

Indien de cijfers, in het bijzonder de bezetting op intensieve zorg, het toelaten wordt het buitenplan verder verbreed en komt er ook ruimte voor meer activiteiten binnen, op voorwaarde dat er op dat moment een duurzame daling is van de druk op intensieve zorg zodat kwaliteitsvolle zorg voor covid en niet-covid patiënten is gegarandeerd.

7. Belang van vaccineren

Het Overlegcomité stelt vast dat in sommige delen van het land te weinig mensen komen opdagen op hun vaccinafspraak. De vaccinatie is de enige structurele uitweg uit de pandemie. De vaccins zijn werkzaam en veilig. Mogelijk bijwerkingen zijn zeer zeldzaam en mild, zeker wanneer deze vergeleken worden met de symptomen van een COVID-besmetting die duizenden keren frequenter en dodelijker zijn. Bescherm dus het leven van u en uw naasten door u te laten vaccineren.

Mesures

 

Update 20/03/21 - MB houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken

Artikel 1.

In artikel 15 van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in paragraaf 5 wordt het tweede lid opgeheven;

2° paragraaf 7 wordt opgeheven.

Art. 2.

Artikel 18 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "Voor de activiteiten in georganiseerd verband, bedoeld in artikel 15, § 5, zijn de volgende regels van toepassing, onverminderd de toepasselijke protocollen:

1° de activiteiten mogen worden georganiseerd voor één of meerdere groepen van het maximum aantal personen zoals bepaald in artikel 15, § 5;

2° de personen die samenkomen in het kader van deze activiteiten moeten in eenzelfde groep blijven en mogen niet samen worden gezet met de personen van een andere groep;

3° de activiteiten worden verplicht buiten of in een zwembad georganiseerd, met uitzondering van de activiteiten voor kinderen tot en met 12 jaar die in de mate van het mogelijke buiten worden georganiseerd;

4° de activiteiten mogen enkel plaatsvinden zonder overnachting;

5° de begeleiders en de deelnemers vanaf 13 jaar respecteren de regels van social distancing in de mate van het mogelijke, in het bijzonder het behoud van een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon, en de begeleiders zijn verplicht om de mond en de neus te bedekken met een mondmasker of elk ander alternatief in stof;

6° de activiteiten mogen enkel plaatsvinden zonder publiek, behalve voor wat betreft de niet-professionele sporttrainingen waarbij elke deelnemer vergezeld mag worden door maximum één lid van hetzelfde huishouden."

Art. 3.

In artikel 21 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de eerste paragraaf wordt vervangen als volgt: " § 1. Niet-essentiële reizen naar België zijn verboden voor personen die niet beschikken over de nationaliteit van een land van de Europese Unie of van de Schengenzone, en die hun hoofdverblijfplaats hebben in een derde land dat niet is opgenomen in bijlage I bij de Aanbeveling (EU) 2020/912 van de Raad van 30 juni 2020 over de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU en de mogelijke opheffing van die beperking.

Reizen zoals bedoeld in bijlage 3 van dit besluit worden beschouwd als essentieel en zijn dus toegelaten. Voor de overeenkomstig het tweede lid toegelaten reizen is de reiziger ertoe gehouden in het bezit te zijn van een attest van essentiële reis.

Dit attest wordt uitgereikt door de Belgische diplomatieke of consulaire post indien wordt aangetoond dat de reis essentieel is. Indien gebruik wordt gemaakt van een vervoerder, is deze ertoe gehouden te controleren dat de reizigers bedoeld in het derde lid, voorafgaand aan de boarding, in het bezit zijn van dit attest.

Bij gebrek aan dit attest, is de vervoerder ertoe gehouden het boarden te weigeren. De vervoerder controleert bij aankomst op Belgisch grondgebied opnieuw dat de reiziger in het bezit is van dit attest. In afwijking van het derde lid, is een attest niet vereist indien het essentieel karakter van de reis blijkt uit de officiële documenten in het bezit van de reiziger.

Bij gebrek aan dit attest van essentiële reis of bij valse, misleidende of onvolledige informatie in dit attest, en indien het essentieel karakter van de reis evenmin blijkt uit de officiële documenten in het bezit van de reiziger, kan in voorkomend geval de binnenkomst geweigerd worden overeenkomstig artikel 14 van de Schengengrenscode of artikel 43 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.

Voor de toepassing van dit besluit worden Andorra, Monaco, San Marino en Vaticaanstad beschouwd als landen van de Europese Unie. ";

2° de tweede paragraaf wordt opgeheven; 3° in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "overeenkomstig de paragrafen 1 en 2 toegelaten" geschrapt.

Art. 4.

Artikel 28 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "De maatregelen voorzien in dit besluit zijn van toepassing tot en met 30 april 2021."

Art. 5.

Bijlage 2 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 6.

Dit besluit treedt in werking op 22 maart 2021, met uitzondering van de artikelen 3 en 5 die in werking treden op 19 april 2021.

 

Brussel, 20 maart 2021

De Minister van Binnenlandse Zaken,

A. VERLINDEN.

1) Rol van de preventieadviseur-arbeidsarts bij de bestrijding van het Coronavirus

Op 21/01/2021 verscheen in het Belgisch Staatsblad het Koninklijk Besluit dd. 05/01/2021 Betreffende de rol van de preventieadviseur-arbeidsarts bij de bestrijding van het coronavirus COVID-19.

Dit KB reglementeert de bijkomende specifieke taken verleend aan de preventieadviseur-arbeidsarts in het kader van de strijd tegen Covid-19.

> Koninklijk besluit betreffende de rol van de preventieadviseur-arbeidsarts bij de bestrijding van het coronavirus COVID-19 <

Zolang deze pandemie duurt kan de preventieadviseur-arbeidsarts voortaan:

  • hoog-risicocontacten opsporen in de onderneming in geval van uitbraak of kennisname van de aanwezigheid op de arbeidsplaats van een COVID-19 positief geteste werknemer.
  • quarantaine-attesten aan werknemers afleveren, die als hoog-risicocontacten worden beschouwd.
  • werknemers, die fysiek aanwezig zijn op de arbeidsplaats, doorverwijzen voor afname van een test conform de door de bevoegde overheden vastgelegde teststrategie.
  • zelf (of het verplegend personeel onder zijn verantwoordelijkheid),  COVID-19 testen afnemen.

Wanneer de preventieadviseur-arbeidsarts maatregelen voorstelt om de verspreiding van het virus tegen te gaan en uitbraken te voorkomen, worden de werkgevers geacht hieraan gevolg te verlenen. De arbeidsarts dient prioriteit te verlenen aan deze bijkomende taken ten opzichte van zijn reguliere taken in het kader van het gezondheidstoezicht.

Wat de uitzendarbeid betreft:

Hier geldt het principe dat de gebruiker verantwoordelijk is voor het welzijn op de werkvloer (Wet 24 juli 1987).

  • Aangezien de uitzendkracht bij de gebruiker werkt en daar in contact kan komen met andere werknemers, is het de arbeidsarts van de gebruiker die de contactopsporing moet doen als de uitzendkracht positief test op COVID-19.
  • De uitzendkrachten dienen ook te worden meegenomen in de contactopsporing e.d.m. als een werknemer van de gebruiker positief test op COVID-19. De uitzendkracht moet het quarantaineattest vervolgens bezorgen aan het uitzendkantoor.

Vergoeding bijkomende taken

De vergoeding voor deze bijkomende taken uitgevoerd door de Externe Diensten loopt via de Tarifering Externe Diensten PBW (zie ook CIN 2016 03 Tarifering Externe Diensten):

  • Voor de ondernemingen behorend tot de groep C- of D, worden deze bijkomende taken beschouwd als algemene prestatie in het kader van forfaitaire minimumbijdrage;
  • Voor de ondernemingen behorend tot de groep A, B, C+, worden deze bijkomende taken aangerekend op basis van de preventie-eenheden.

Opmerking: Het gaat hier om een “lex specialis”, waardoor van bepaalde verplichtingen in de codex wordt afgeweken om de pandemie zo efficiënt mogelijk te kunnen bestrijden. Dit besluit zal opgeheven worden zodra besloten wordt dat de pandemie afneemt en voldoende onder controle is en wordt aldus niet opgenomen in de Codex Welzijn op het Werk.

Zie ook Versterkte rol van de arbeidsarts in de strijd tegen covid-19 (FOD WASO).

2) Verpleegkundige activiteiten bij personen niet bevoegd zijn

Personen die wettelijk niet bevoegd zijn kunnen tijdelijk - tijdens de Covid-19 pandemie - verpleegkundige activiteiten uitoefenen

Deze tijdelijke toelating vloeit voort uit de Wet van 6 november 2020 Wet “tot het toelaten van niet wettelijk bevoegde personen om verpleegkundige activiteiten te verrichten in het kader van de COVID-19-coronavirusepidemie”.

De wet van 10 mei 2015 “betreffende de uitoefening van gezondheidszorgberoepen” somt op onder welke voorwaarden iemand in België een gezondheidszorgberoep mag uitoefenen en welke titels er voor die beroepen zijn. Het gaat over de beroepen arts, tandarts, apotheker, verpleegkundige, kinesitherapeut, vroedvrouw, zorgkundige en paramedische beroepen. In artikel 46 van deze wet worden de activiteiten mbt. uitoefening van de verpleegkunde in detail omschreven.

Wegens het tekort aan verpleegkundig personeel in de huidige coronapandemie mogen bepaalde verpleegkundige activiteiten tijdelijk worden gedelegeerd aan personen die wettelijk niet bevoegd zijn om verpleegkundige activiteiten uit te oefenen. De Wet van 6 november 2020 bepaalt onder welke voorwaarden er beroep mag gedaan worden op personen die wettelijk niet bevoegd zijn verpleegkundige activiteiten uit te oefenen.

De cumulatieve voorwaarden zijn de volgende:

  • Een gebrek een voldoende aantal wettelijk bevoegde personen om deze activiteiten te verrichten wordt vastgesteld door de verantwoordelijke arts of verantwoordelijke verpleegkundige;
  • De desbetreffende activiteiten worden prioritair toevertrouwd aan de personen waarvan de opleiding het dichtst aansluit bij dat van verpleegkundige;
  • De coördinerend verpleegkundige van het zorgteam beslist welke activiteiten aan welke personen worden toevertrouwd, rekening houdend met hun opleiding en hun vaardigheden;
  • Voorafgaand aan het uitoefenen van de activiteiten is het volgen van een opleiding verplichtend;
  • De activiteiten worden uitgeoefend onder het toezicht van de coördinerend verpleegkundige van het zorgteam;
  • De verantwoordelijke van de werkplek controleert de status van de betrokken persoon inzake de aansprakelijkheids- en arbeidsongevallenverzekering.

Codex Welzijn op het werk

Het hierboven vermeld verbod en voormelde toelating hebben betrekking op de bescherming van het uitoefenen van verpleegkundige activiteiten en op de veiligheid van de patiënt.

Naast deze beschikkingen worden eveneens deze van de Codex van welzijn op het werk toegevoegd en in het bijzonder wanneer de betrokkene een jonge werknemer is. Deze laatsten zijn bedoeld om de gezondheid en de veiligheid van de werknemer te beschermen.

Met dit doel voor ogen verbiedt de Codex voor het welzijn op het werk inderdaad het uitoefenen van bepaalde activiteiten aan jobstudenten. Aldus kunnen activiteiten waarbij de jongere wordt blootgesteld aan biologische agentia van categorie 3 of 4, niet aan jobstudenten worden toevertrouwd. Er kan echter van dit verbod worden afgeweken wanneer aan de volgende strikte voorwaarden wordt voldaan:

  • De jobstudent is minstens 18 jaar oud;
  • De jobstudent volgt een studierichting in het kader van de activiteit;
  • De gebruiker voert een risicoanalyse uit en neemt de nodige preventiemaatregelen;
  • De gebruiker vraagt het advies van het CPBW en de interne preventiedienst;
  • De jobstudent voert de activiteit uit onder toezicht van een lid van de hiërarchische lijn.

Tijdelijke toelating

De beschikkingen betreffende de uitoefening van verpleegkundige activiteiten door niet wettelijk bevoegde personen, zijn van toepassing tot 1 april 2021. Een verlenging met 6 maanden is mogelijk.

Voor meer inlichtingen over tijdelijk toegestane medische activiteiten:

Voor meer inlichtingen over de jobstudenten:

3) Aanbevelingen betreffende de ventilatie van gebouwen

Het belang van aerosolen bij de verspreiding van het coronavirus wordt door de Hoge Gezondheidsraad niet langer betwist. Langdurig verblijf in een slecht geventileerde ruimte met een besmette persoon verhoogt de kans op besmetting aanzienlijk, zelfs wanneer fysieke afstanden in acht worden genomen.

“Vanwege het belang van aerosolen bij de verspreiding van het virus is ventilatie met verse lucht in besloten ruimten nuttig. Deze toevoer van verse, niet-verontreinigde lucht is bedoeld om de concentratie van virusdeeltjes in de lucht te verminderen.”

De Hoge Gezondheidsraad beveelt aan te zorgen voor een ventilatiesysteem dat voldoet aan de geldende normen, zo niet is het continu openen van de ramen een even doeltreffend middel. Ventilatie en toevoer van verse lucht maken het mogelijk de aerosol-overdracht van het virus te beperken en dus de risico's van besmetting zeer sterk te beperken.

> Aanbevelingen betreffende de ventilatie van gebouwen met uitzondering van ziekenhuizen en verzorgingsinstellingen om de overdracht van SARS-CoV-2 via de lucht te beperken <

De ventilatie kan op verschillende manieren worden uitgevoerd, afhankelijk van de plaats:

In lokalen:

  • Ventilatiesysteem voorzien conform de voorschriften
  • Ventilatoren altijd naar buiten gericht (niet naar mensen toe)
  • Gebruik van luchtzuiveringsfilters
  • Andere middelen: Ultraviolet licht, gebruik van ozon, alternatieve techniek

=> niet aanbevolen door de HGR, aangezien deze middelen enige deskundigheid in het gebruik ervan vereisen.

Bij vervoer:

“Bij vervoer, zowel openbaar als individueel, kan fysieke afstand niet bewaard blijven gedurende de duur van het vervoer. Dit betekent een aanzienlijk risico van SARS-CoV-2-besmetting.”

In particuliere auto's wordt aanbevolen met buitenlucht te ventileren door de ramen te openen.

Bij het openbaar vervoer: is het de verantwoordelijkheid van de beheerder “om de nodige maatregelen te treffen om verspreiding te beperken… door de frisse lucht te verhogen door de ramen in het vervoer open te zetten waar mogelijk".

Bij gebrek aan basisventilatie (of als deze onvoldoende is): het openen van de ramen is de enige manier om de snelheid van de luchtverversing te verhogen.

De aanbevelingen zijn:

  • De ramen, indien mogelijk continu, en meer dan normaal, openen op plaatsen die ver van elkaar verwijderd zijn en aan verschillende gevels liggen, maar ongecontroleerde tocht tussen de kamers vermijden door de binnendeuren te sluiten;
  • om het CO2-niveau te controleren (zie punt 3.2.3, p 28)
  • Indien niet voor voldoende ventilatie kan worden gezorgd, beperk dan het aantal personen en de duur van de bezetting van de ruimte.

In ieder geval moet worden benadrukt dat ventilatie de problemen van overdracht over korte afstanden niet oplost en dat maatregelen zoals het dragen van een masker en het bewaren van fysieke afstand nog steeds belangrijk zijn.

4) Vaccinatie Covid-19 – Uitzendkracht

1. Werkgever mag aan zijn werknemer of uitzendkracht niet vragen naar de vaccinatiestatus van het coronavirus!

Bij niet-verplichte vaccinaties heeft de werkgever niet het recht om te vragen naar de vaccinatiestatus van zijn werknemer of uitzendkracht.

Vaccinatie voor het coronavirus is niet verplicht voor de bevolking alsook niet op de werkplek van de werkgever. Concreet kan de werkgever of gebruiker dus niet aan zijn werknemer of uitzendkracht vragen of hij al dan niet is gevaccineerd voor Covid-19. Het principe geldt immers dat wanneer iedereen overal de nodige regels (oa. social distancing en het dragen van mondmaskers) respecteert de kans op besmetting klein is.

2. Ingeval verplichte vaccinaties heeft de werkgever het recht om te vragen naar de vaccinatiestatus van zijn werknemer of uitzendkracht.

Een werkgever heeft het recht om te vragen naar de vaccinatiestatus van zijn werknemer of uitzendkracht voor die vaccinaties die verplicht zijn volgens de welzijnswetgeving.

Voorbeelden zijn Hepatitis B bij verpleegsters, Hepatitis A bij rioolwerkers en Tetanus bij tuiniers.

Bij uitzendkrachten wordt in de werkpostfiche aangeduid voor welke gezondheidsrisico’s hij/zij over een vaccinatiebewijs moet beschikken. Het vaccinatiebewijs wordt aan de gebruiker bezorgd vooraleer de uitzendkracht kan starten bij deze gebruiker.

3. Wat met uitzendkrachten en vaccinatie Covid-19?

Vaccinatiestrategie respecteren !
De overheid heeft de vaccinatiestrategie voor Covid-19 vastgelegd waarbij prioritair voorrang wordt gegeven aan de vaccinatie van de personen die werken in de gezondheidszorg, van de personen die ouder zijn dan 65 jaar en van de patiënten tussen 45 en 65 jaar met welbepaalde comorbiditeiten en met een risico op het ontwikkelen van een ernstige Covid-19 pathologie.
Deze aanpak werd genomen met het oog op het voorkomen van een overbelasting van de ziekenhuis- en zorgsector.

(Zorg)bedrijven die vandaag hun werknemers inenten willen voorkomen dat het risico corona toch zijn intrede in het bedrijf zou maken via een uitzendkracht.

  • In die situatie kan de werkgever/gebruiker voorstellen om de vaccinatie bij zijn uitzendkracht op zich te nemen, waaronder concreet bedoeld de organisatie ervan en het dragen van de kosten. De werknemer of uitzendkracht in kwestie kan deze vaccinatie weigeren aangezien ze immers niet verplicht is.
  • Het vragen door de werkgever naar de vaccinatiestatus van een werknemer of uitzendkracht of deze als voorwaarde stellen is zinloos omdat hoewel het COVID-19 vaccin voor 90% effectief is: het vandaag onduidelijk is- hoelang de gevaccineerde immuun blijft voor een nieuwe besmetting en/of besmettelijk blijft voor anderen (zelf wordt men niet ziek). Daarom blijven trouwens ook na de coronavaccinatie de algemene preventiemaatregelen gehandhaafd totdat er voldoende immuniteit is onder de bevolking.
  • Naast de inbreuk op de privacy en de weinig zinvolle informatie is er ook het niet te onderschatten probleem van discriminatie. Werknemers kunnen niet worden uitgesloten van de werkplek ingeval ze geen bewijs van vaccinatie zouden kunnen voorleggen. Zie hiervoor artikel 4 en 7 van de Wet 10 MEI 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie.

4. Wat als de werknemer of uitzendkracht zelf een vaccinatie wil?

Een werknemer kan zelf om een vaccinatie vragen als blijkt dat er een risico aanwezig is op de werkvloer en er hiervoor een veilig en afdoend vaccin bestaat (Zie Biologische Agentia in Codex, art. VII. 1-51). Deze vaccinatie is dan op kosten van de werkgever. Het is de arbeidsarts die - na risicoanalyse van de werkplek – besluit dat een beroepsrisico wel degelijk aanwezig is op de werkplek!

Merk op dat wat betreft Covid-19 een werknemer of uitzendkracht dit niet kan vragen aangezien het nog niet bewezen is dat het vaccin veilig is en afdoend beschermt. Het Covid-19 virus werd recent opgenomen in groep 3 van biologische agentia.

In de lijst in dit besluit staat met de letter V aangeduid waarvoor een goedgekeurd en doeltreffend vaccin bestaat. Naast het COVID-19 virus staat (alsnog) geen V.

Zie ook: Europese RL 2000/54/EG van 18 september 2000 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's van blootstelling aan biologische agentia op het werk (omgezet door Codex, art. VII. 1-51)

BIJLAGE VII - AANBEVOLEN GEDRAGSREGELS BIJ VACCINATIE - (Artikel 14, lid 3)

  1. Indien blijkt dat er een risico bestaat voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers doordat deze worden blootgesteld aan biologische agentia waarvoor doeltreffende vaccins bestaan, moet hun werkgever hun de vaccinatie aanbieden.
  2. De vaccinatie moet overeenkomstig de nationale wetgeving en/of praktijken geschieden. De werknemers moeten op de hoogte worden gebracht van de voor- en nadelen van vaccinatie en niet-vaccinatie.
  3. De aan de werknemers aangeboden vaccinatie mag geen kosten voor hen meebrengen.
  4. Er kan een vaccinatiekaart worden opgesteld, die aan de betrokken werknemer en op verzoek aan de bevoegde autoriteiten wordt afgegeven
5) Affiches van de FOD Waso (17 talen) - Maatregelen op de werkplek

De FOD WASO stelt nieuwe affiches ter beschikking (in 17 talen) over de verschillende maatregelen die op de werkplek moeten genomen worden om de opleving van Covid-19 onder controle te houden.

Indien anderstaligen of werknemers van buitenlandse afkomst bij u tewerkgesteld zijn, dan zijn deze affiches voor u gemaakt!

Door middel van deze affiches kunt u uw werknemers nauwkeurig informeren om het risico op verspreiding van het virus te verminderen.

U kunt deze afdrukken en ophangen waar u wenst en in het gewenste formaat.

Samen zullen we de pandemie verslaan.

Via deze link vindt u ook andere affiches en sensibiliseringsmateriaal van de FOD WASO.

6) Classificatie van het Coranavirus in groep 3 en jobstudenten

Codex Boek VII - Titel 1 -  Biologische agentia

De voorbije dagen circuleren berichten en artikelen met de vraag of jobstudenten in de zomer nog mogen werken.

Wat is er gaande ?

Europa heeft beslist om het coronavirus (SARS-CoV-2) als biologische agentia te herclassificeren van groep 2 naar groep 3.  

Voor jobstudenten heeft deze wijziging mogelijks een grote impact aangezien uit de verboden lijst van toegelaten arbeid voor jongeren blijkt dat jongeren – inbegrepen alle studenten  - niet mogen werken met biologische agentia geklasscificeerd in groep 3 en 4.  Zie Codex, Boek VII, titel 1 Biologische agentia met daarin een lijst van coronavirussen.  

Aangezien de Belgische Wetgeving moet worden worden aangepast heeft PI het standpunt van de FOD WASO hierover gevraagd.

De regelgeving over biologische agentia is uitsluitend van toepassing op werknemers met beroepsgebonden risico’s die kunnen leiden tot beroepsziekten. Het gaat hierbij over verplegers, dokters, laboranten, dierenartsen, enz. die door de aard van hun beroep  in aanraking komen met biologische agentia of zoals hier het coronavirus. Als specifieke beschermingsmaatregelen gelden het gezondheidstoezicht, maskers voor ademhalingsbescherming (bv. type FFP2, FFP3), spatbril, handschoenen, schorten, …, enz.  Zoals al aangehaald is het voor jongeren en studenten verboden om te werken met biologische agentia van groep 3 en 4. Er is wel een uitzondering voorzien voor jongeren die stage lopen in een ziekenhuis in het kader van hun opleiding tot verpleger bv.

Andere werknemers in de sector HoReCa , retail ed. komen – door de aard van hun functie - niet in contact met dit virus en vallen dus niet onder de regelgeving van biologische agentia. Het coronavirus kan wel aanwezig zijn maar het betreft een probleem van volksgezondheid en is niet werkgerelateerd. Er geldt ook geen verbod voor jongeren om in deze sectoren te gaan werken, en daar zal de aanpassing door de Europese richtlijn ook niks aan veranderen.

Belangrijk blijft dat de gebruiker bij elke tewerkstelling van jongeren de principes van de Generieke Gids Veilig aan het Werk toepast, en het onthaal op de werkplek correct uit te voeren.

Meer info:

CIN 2015 01 Biologische agentia op de werkplek en vaccinaties

CIN 2014 02 Bescherming van jobstudenten

Vragen en antwoorden coronavirus (van de FOD WASO)

Hier is de officiële mededeling van de FOD WASO over dit specifieke onderwerp van 3 juli 2020:

" Wat is de invloed van de indeling van SARS-CoV-2 als biologisch agens van groep 3 op de tewerkstelling van jobstudenten?

SARS‐CoV‐2 zal, na de omzetting van de richtlijn (EU) 2020/739 van 3 juni 2020 (waarvan de omzetting moet gebeuren vóór 24/11/2020) ook in de Codex over het Welzijn op het Werk worden vermeld als een biologisch agens van groep 3.

De regelgeving inzake biologische agentia in de Codex over het Welzijn op het Werk (boek VII, titel 1) is uitsluitend van toepassing op werknemers die door de aard van hun beroep in aanraking komen met biologische agentia zoals virussen: het gaat dan met name om een deel van het ziekenhuispersoneel (bv. niet administratieve bedienden, wel verpleging), laboranten, dierenartsen, enz. en uiteraard ook wanneer er welbewust wordt gewerkt met het virus, zoals in researchafdelingen voor het ontwikkelen van een vaccin. De specifieke beschermingsmaatregelen die krachtens de Codex voor hen gelden, bestaan onder meer uit gezondheidstoezicht, specifieke beschermingsmiddelen (zoals bv. maskers voor ademhalingsbescherming (bv. type FFP2, FFP3), spatbril, handschoenen, schorten, …), enz.

Wat de tewerkstelling van jongeren betreft, bepaalt de Codex over het Welzijn op het Werk (boek X, titel 3) dat jongeren in principe geen arbeid mogen verrichten die als gevaarlijk wordt beschouwd: daartoe behoort ook arbeid die blootstelling meebrengt aan de “biologische agentia van de groepen 3 en 4 in de zin van artikel VII.1-3”. Dit wil concreet zeggen dat dit verbod alleen geldt voor jongeren die specifiek werk gaan doen waardoor zij (net zoals de werknemers hierboven) door de aard van hun werk in aanraking komen met virussen, bv. in de zorgsector. Er gelden onder voorwaarden bovendien ook uitzonderingen op dit verbod, bv. voor jongeren die eventueel stage lopen in een ziekenhuis omdat zij omwille van de aard van hun opleiding immers moeten leren omgaan met dit soort risico’s.

Bij andere arbeid die door jongeren wordt verricht, bv. als jobstudent in de retail of horeca, is de blootstelling aan biologische agentia niet inherent aan de job. Zij komen immers niet in contact met het virus door de aard van hun job, maar omdat het nu éénmaal overal aanwezig kan zijn (zoals men er ook mee in contact kan komen op de sportclub, tijdens een feestje, enz.). Het gaat hier om een probleem van volksgezondheid dat ook een weerslag kan hebben op het welzijn van de werknemers, maar waarvoor de toepassing van de regels inzake biologische agentia veel te ver gaat. Dit valt dus niet onder het begrip ‘gevaarlijke arbeid’, zoals dat ook niet het geval is voor de andere ‘gewone’ werknemers in deze sectoren. Er geldt dus geen verbod voor jongeren om in deze sectoren te gaan werken, en daar zal de aanpassing door de Europese richtlijn ook niks aan veranderen.

Wat wel belangrijk is, is om bij elke tewerkstelling van jongeren zeker ook de principes van de Generieke Gids Veilig aan het Werk toe te passen, en ervoor te zorgen dat de jongeren goed geïnformeerd, opgeleid en begeleid worden bij het toepassen van de preventiemaatregelen die gelden op de arbeidsplaats (bv. voldoende afstand houden, toepassen hygiënemaatregelen, eventueel dragen van mondmaskers, enz.)."

 

7) Veilig aan het werk tijdens de coronacrisis: affiches en schema’s

In het kader van een geleidelijke terugkeer naar een meer "normaal" leven na deze pandemiegolf van Covid-19, heeft de FOD WASO een lijst van affiches en schema's gepubliceerd die bedoeld zijn om mensen in staat te stellen veilig te werken op de werkplek.

Dit alles is hieronder beschikbaar en omvat affiches, herinneringen mbt de social distancing, visueel materiaal voor op de werkplek (signalisatie, instructies, enz.).

Download gewoon het materiaal dat u nodig hebt, print het uit en plaats het op uw werkplek, zodat iedereen - werknemers, uitzendkrachten, bezoekers - het werk kan hervatten (of voortzetten) in de best mogelijke omstandigheden op het gebied van gezondheid en veiligheid.

Het virus is niet verdwenen. Het is nog steeds bij ons en circuleert. De golf is inderdaad voorbij, er zijn minder besmettingen, minder doden, maar we mogen onze inspanningen niet laten varen. Deze affiches en schema’s worden hier medegedeeld om u te herinneren aan de juiste te ondernemen acties en de correcte te verspreiden informatie op uw werkplek teneinde de risico's van een tweede golf te minimaliseren en iedereen te beschermen.

Affiches

Affiche: Veilig aan het werk

Affiche: Hou overal minstens 1,5m afstand (tips)

Affiche: Hou overal minstens 1,5m afstand (visuele voorstelling)

Affiche: Pas de preventiemaatregelen van je werkgever toe

Affiche: Was je handen regelmatig met water en zeep

Affiche: Gebruik indien mogelijk enkel je eigen werkmateriaal

Affiche: Werk thuis als je kan

Affiche: Ga naar huis als je ziek bent

Schema’s uit de generieke gids

Schema: EHBO

Schema: Handen wassen en desinfecteren

Schema: Social distancing

Schema: Beperk de grootte van de teams

Schema: Beperk de rotatie in samenstelling

Schema: Organisatorische maatregelen

Schema: Preventiestructuur

Schema: Uitwisselen van informatie

Visueel materiaal voor op de werkplek (signalisatie, instructies)

Affiche: Buiten gebruik

Affiche: Verbodsbord

Affiche: Pijl naar beneden

Affiche: Pijl naar boven

Affiche: Pijl naar rechts

Affiche: Pijl naar links

Affiche: Was je handen voor en na de pauze

Affiche: De capaciteit van deze vergaderzaal werd aangepast

Affiche: Denk aan je collega's, laat de handgel hier staan

Affiche: Dit lokaal is gereinigd

Affiche: Dit lokaal werd gebruikt en is nog niet gereinigd

Affiche: Gebruik deze trap alleen om naar beneden te gaan

Affiche: Neem de trap langs de rechterkant

Affiche: Hoe ontsmet ik mijn handen met handgel?

Affiche: Hoe was ik mijn handen met water en zeep?

Affiche: Maximum 2 personen per lift

Affiche: Maximum 2 personen tegelijk in de kleedkamer

Affiche: Maximum 4 personen tegelijk in de kleedkamer

Affiche: Niet zitten

Affiche: Ontsmet je handen voordat je de deur opent

8) Generieke gids, sectorgidsen en checklist

GENERIEKE GIDS

PI vestigt de aandacht op een generieke gids om de verspreiding van COVID-19 op het werk tegen te gaan(V4), die is tot stand gekomen door de samenwerking van de sociale partners in de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk.

De gids is bedoeld om de ondernemingen bij te staan bij de stapsgewijze heropbouw van de activiteiten en kan zowel de hiërarchische lijn als de werknemers helpen bij een heropstart in alle veiligheid. 

Deze gids reikt een kader met maatregelen aan die op maat moeten worden ingekleurd door de onderscheiden sectoren en door elke werkgever, om er voor te zorgen dat activiteiten opnieuw kunnen worden opgestart in zo veilig en gezond mogelijke omstandigheden. 

PI wil hier ook graag verwijzen naar de publicatie van het Europees Agentschap voor gezondheid en veiligheid: COVID-19: BACK TO THE WORKPLACE - Adapting workplaces and protecting workers ”. Dit document is momenteel enkel in het Engels beschikbaar, maar is een zeer nuttig hulpmiddel in deze tijden. Zodra een versie van deze publicatie in onze landstalen beschikbaar is, zullen we dit op deze pagina delen. De inhoud van deze publicatie is ook beschikbaar onder de vorm van een wiki op dit adres. 
 

SECTORGIDSEN

Naast deze generieke gids zijn er ook sectorspecifieke gidsen uitgewerkt.

Hieronder vind je de meeste beschikbare sectorgidsen of protocol. Deze werden opgesteld op basis van een gemeenschappelijke beslissing door de leden van een paritair comité:

=> Wij vestigen uw aandacht vestigen op het feit dat de leidraad / protocol voor de uitzendsector is opgenomen in dese lijst nr. 322 - Uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of –diensten leveren: veiligheidsinstructies

(bron: website FOD WASO)

CHECKLIST GENERIEKE GIDS

Hier vind je een checklist die gebaseerd is op de generieke gids en je kan gebruiken om de aanbevelingen uit de generieke gids toe te passen in je bedrijf : de "checklist" van de generieke gids

En de officiële Covid-19 preventieposter.

9) De werkpostfiche blijft een standaard uitwisselingsdocument

Zoals door de regering aangekondigd is de herstart van de bedrijven voorzien op 4 mei e.k. Maar eerst zal de gebruiker zijn huiswerk van risicoanalyse moeten maken.  

Bovenop de risicoanalyse van een werkpost op de werkplek moet de werkgever vandaag ook rekening houden met het voorkomen van besmetting door het coronavirus 

Dit vraagt nieuwe extra maatregelen van de werkgever zoals oa. het maximaal kunnen respecteren van social distancing, het voorzien van extra hygiënische maatregelen (vb. sanitaire voorzieningen voor het wassen van handen, alcoholgel, reinigingsprogramma’s), alertheid voor werknemers met symptomen van Covid-19, en misschien ook het dragen van mondmaskers. Deze maatregelen zijn een extra op de al bestaande genomen maatregelen met name de veiligheids- en gezondheidsrisico’s verbonden aan een werkpost op een werkplek.    

Verschillende leden hebben aan PI de vraag gesteld of de werkpostfiche moet worden aangepast ? Of m.a.w. moeten deze extra maatregelen op de werkpostfiche worden aangeduid ? 

In de Codex welzijn op het werk vind je een overzicht van biologische agentia (Cin 2015 01). Het coronavirus is géén gezondheidsrisico “verbonden aan een werkpost maar is een gezondheidsrisico verbonden aan volksgezondheid, m.a.w. een ziekte die je kan krijgen door met zieke mensen in aanraking te komeni. Je kan het coronavirus dus vergelijken met andere ziekten zoals het griepvirus, mazelen, ed. De maatregelen tegen een mogelijke coronabesmetting hebben geen plaats op de werkpostfiche. De werkpostfiche is een standaarddocument gebaseerd op Codex bijlage X.2-1 “Uitzendarbeid” waarin alleen veiligheids- en gezondheidsrisico’s (zoals veiligheidspost, verhoogde waakzaamheid, ploegenarbeid, ed.) verbonden aan een werkpost worden genoteerd.  

Kortom, de extra maatregelen die de werkgever vandaag moet voorzien overstijgen de “werkpostfiche” op zich. Het is een algemeen corona-beleid van de gebruiker-werkgever dat los staat van de werkpostfiche en geldt voor alle werknemers, alle bezoekers en externen die in zijn bedrijf komen. Ook voor de uitzendkrachten is de gebruiker verantwoordelijk m.b.t. het handhaven van de besmetting tegen het coronavirus op het werk 

In de  Generieke gids om de verspreiding van Covid-19 op het werk tegen te gaan ” staat letterlijk : “Uitzendkrachten moeten dezelfde werkwijze hanteren en dezelfde instructies krijgen als de eigen werknemers van de onderneming waar zij werken; zij moeten ook op dezelfde wijze worden behandeld,  bv. wat beschermingsmiddelen betreft (blz. 35 - Hoofdstuk “Werken met werknemers of zelfstandigen van buitenaf of met meerdere werkgevers op eenzelfde arbeidsplaats).  

Hoe als uitzendkantoor dit pragmatisch aanpakken?    

=> Een oplossing is de “Toolbox Covid -19” met de checklists van PI <=

10) Toolbox Covid-19

De werkpostfiche is een standaard uitwisselingsdocument tussen uitzendkantoor, gebruiker en uitzendkracht. In de huidige situatie is het belangrijk dat het uitzendkantoor zijn uitzendkracht vrijwaart tegen een mogelijke coronabesmetting bij de gebruiker. Aanvullend bij de werkpostfiche zal het uitzendkantoor dan ook bij de gebruiker informeren of er extra maatregelen werden genomen ivm Covid-19. 

TOOLBOX COVID-19

Preventie en Interim stelt in zijn Toolbox Covid-19 volgende documenten ter beschikking voor de uitzendsector: 

  1. Vragenlijst uitzendkantoor: alvorens de uitzendkracht tewerk te stellen bij de gebruiker informeert het uitzendkantoor bij de gebruiker naar de genomen maatregelen mbt. Covid-19 op zijn werkplek en hoe hij de uitzendkracht hierover zal informeren. De vragenlijst is een hulpmiddel voor de consulent welke hij/zij kan bezorgen aan de gebruiker waarop deze dan kan antwoorden. Het is niet de bedoeling om controle uit te voeren. Dat laten we over aan de inspectie. De informatie van de gebruiker wordsamen met de werkpostfiche toegelicht aan de uitzendkracht als een eerste onthaal van de uitzendkracht door de consulent.

  2. Checklist Gebruiker: is een mogelijk hulp voor de gebruiker om het onthaaldocument voor de uitzendkracht uit te breiden met de extra maatregelen m.b.t. Covid-19.

  3. Checklist Uitzendkracht: een checklist voor de uitzendkracht waaruit hij kan opmaken welke maatregelen er voor hem zijn voorzien door de gebruiker. Uitgaande de checklist kan de uitzendkracht weten of er rekening werd gehouden met de opgelegde maatregelen door de overheid. Indien dit niet het geval is zal de uitzendkracht zijn uitzendkantoor hiervan op de hoogte brengen die dan de nodige gevolgtrekkingen maakt.  (English version of this checklist)

  4. Basisregels tegen Covid-19

De “Toolbox Covid-19” vindt u binnenkort ook terug op www.werkpostfiche.be

11) Temperatuurmeting

Mag ik als werkgever de temperatuur meten van werknemers die de onderneming binnenkomen?

De FOD WASO publiceerde op haar website op 13 mei een antwoord op deze veel gestelde vraag. Je vindt het via https://werk.belgie.be/nl/faqs/vragen-en-antwoorden-coronavirus bij het thema “welzijn op het werk”.

De werkgever, via zijn hiërarchische lijn en/of elke andere persoon (hulpverlener, onafhankelijke verpleger, beveiligingsmedewerker, etc.), mag de temperatuur niet meten. Een werkgever mag ook niet eisen dat een bekwaamheidsattest uitgeschreven door de behandelende arts voorgelegd moet worden, net zoals hij zelf ook geen tijdelijke arbeidsongeschiktheid of ziekteverlof mag opleggen.

Het opnemen van de temperatuur om een coronabesmetting te detecteren heeft een twijfelachtig nut en kan veel valse resultaten opleveren (zowel valse positieve als negatieve). Bovendien is het een medische handeling die enkel door de behandelende arts of de arbeidsarts mag uitgevoerd worden.

Gedurende deze crisisperiode, stelt de Arbeidsinspectie evenwel dat het kan aanvaard worden dat temperatuurmetingen zouden toegelaten zijn volgens de procedure gelijkaardig aan die voorzien door CAO 100 van de NAR (4, 8 en 14), namelijk dat de eventuele beslissing om opsporingstesten (…) in te voeren in de onderneming opgenomen moet worden, met alle modaliteiten die opgevolgd zullen worden in dit kader, in het arbeidsreglement via de gebruikelijke procedure.

12) Mondmaskers

Mondkapjes zullen een belangrijke rol spelen bij het versoepelen van de huidige coronamaatregelen. Wanneer de maatregelen geleidelijk zullen afgebouwd worden zal de overheid het dragen van een mondmasker hoogst waarschijnlijk aanraden in elke situatie waar mensen geen veilige afstand van elkaar kunnen houden.

Deze mondkapjes (zoals chirurgische mondmaskers) zijn bedoeld om mensen in de nabije omgeving van de drager niet te besmetten. Ze zijn niet bedoeld en niet geschikt als persoonlijk beschermingsmiddel van de drager van het mondkapje. Ze verminderen enkel het risico om het virus onder elkaar door te geven. Chirurgische mondmasker die voldoen aan de strenge Europese norm (EN14683) bieden uiteraard meer bescherming dan zelfgemaakte mondkapjes.

Bij de geleidelijke heropstart van bedrijven, zullen het respecteren van social distancing en een goede hygiëne de basis blijven. Maar in situaties waarin dit niet voldoende mogelijk is, zullen ook mondkapjes een belangrijke rol kunnen spelen. Als een werkgever na risicoanalyse beslist om mondkapjes te gebruiken - ter aanvulling van zijn overige preventiemaatregelen - dan is die werkgever verantwoordelijke voor het gratis ter beschikking stellen van mondmaskers, het voorzien van instructies om deze goed te gebruiken en het toezicht op het correct gebruik.

Bij uitzendarbeid is het de gebruiker die verantwoordelijk is voor de veiligheid van de uitzendkrachten die bij hem werken. Het is daarom ook de gebruiker, en niet het uitzendbureau, die moet instaan voor de mondkapjes die op de werkplek moeten worden gedragen. De gebruiker moet ook instaan voor het verlenen van de instructies voor een correct gebruik van de mondmaskers.

Het dragen van mondkapjes in niet-werkgerelateerde situaties waar anderhalvemeteren niet kan worden gegarandeerd (vb bij gebruik van openbaar vervoer, in drukke winkels,… ) is een individuele verantwoordelijkheid van elke burger.

PS:

Het gebruik van de beschermende maskers (FFP2, FFP3), bijvoorbeeld in de zorgberoepen, zijn wel persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM). Deze beschermen immers de drager zelf tegen het arbeidsrisico van Covid-19. Dit type mondmaskers moeten voldoen aan de regels die gelden voor persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM Verordening EU 2016/425)

Bijkomende info:

Welke soorten mondmaskers zijn er? (info prebes)

Kwaliteit en veiligheid van mondmaskers (info prebes)

Coronavirus: conformiteitseisen voor mondmaskers

13) Veilige uitzendarbeid

Ook vandaag worden uitzendkrachten flexibel ingezet bij telkens een andere gebruiker. En waar op verschillende kantoorplekken werknemers de mogelijkheid hebben om gebruik te maken van telewerk is dit evenwel vaak niet weggelegd voor veel uitzendkrachten. 

Reden temeer om in deze onzekere periode de uitzendkracht goed en duidelijk te informeren m.b.t. de huidige coronaproblematiek. 

Een leidraad voor het uitzendkantoor: 

1. De gebruiker is verantwoordelijk voor de bescherming van de veiligheid én gezondheid van de uitzendkracht werkzaam op zijn werkplek. 

Dat betekent dat de gebruiker bij het onthaal aan de uitzendkracht alle nuttige informatie bezorgt over hoe hij/zij zich kan beschermen tegen een mogelijke coronabesmetting en welke regels er worden gevolgd om collega’s onderling op de werkplek te vrijwaren van mogelijke besmettingen. Hiervoor heeft de gebruiker de nodige risicoanalyses uitgevoerd samen met de preventieadviseurs en arbeidsarts van de interne en externe dienst PBW. 

Op de site van de FOD WASO werden onderstaande regels o.a. opgesomd: 

  • het voorzien van propere en hygiënische werkplekken (zoals bureautafels, toetsenborden) door deze regelmatig te ontsmetten; 
  • het toepassen van een goede handhygiëne door werknemers door het voorzien van handontsmettingsmiddelen op zichtbare plaatsen; 
  • het voorzien van een goede respiratoire hygiëne op de werkplek door het gebruik van papieren zakdoekjes ingeval van hoesten en niezen; 
  • het informeren van werknemers dat ze zich met ziektesymptomen zoals hoest en/of koorts beter niet naar de werkplek begeven; 
  • het voorzien van instructies ingeval iemand ziek wordt met een vermoeden van het hebben van het coronavirus;
  • maximaal respecteren van de regels van social distancing.

 2. Instructies in de taal van de uitzendkracht 

De instructies voor anderstalige uitzendkrachten moet vanzelfsprekend begrijpelijk zijn. Het is soms niet mogelijk om Portugees, Roemeens te spreken met de betreffende uitzendkracht maar toch moet de boodschap duidelijk zijn voor de ontvanger. Hiervoor kan het uitzendkantoor of de gebruiker terugvallen op teksten in de Engelse taal alsook beeldmateriaal. 

Meertalige info over Corona-maatregelen (19 talen)

3. Mogelijkheid van ‘spontaan medisch toezichtbij de arbeidsarts van de gebruiker 

Hoewel de externe diensten PBW zich in deze periode aan het reorganiseren zijn en overgaan tot o.a. telefonische consultaties moeten uitzendkrachten toch nog altijd beroep kunnen doen op de mogelijkheid van ‘spontaan medisch toezichttijdens hun opdracht bij de gebruiker. De uitzendkracht kan hiervoor beroep doen op de arbeidsarts van de Externe Dienst PBW waarbij de gebruiker aangesloten is.

4. Uitzendkracht bewust maken van de belangrijkste hygiëneregels ter voorkoming van coronabesmettingen zoals u ook kan terugvinden op de sites van de externe diensten PBW:

  • Was regelmatig minstens 20 seconden de handen met water en zeep. 
  • Als er geen water of zeep is, kunt u ook een hydroalcoholische gel gebruiken. 
  • Vermijd het aanraken van ogen, neus en mond met ongewassen handen. 
  • Vermijd contact met zieke mensen. 
  • Blijf thuis als u ziek bent. 
  • Bedek uw mond en neus volledig wanneer u hoest of niest. Gooi zakdoeken meteen in de vuilbak. 
  • Reinig en desinfecteer voorwerpen die u vaak gebruikt (pennen, telefoons, handgrepen en andere oppervlakken). 

5. Maak gebruik van de affiches, podcast, e-learning, enz. 

 (NL) 

(ENG) 

(FR) 

(GER) 

14) Checklist Arbeidsinspectie

Uw uitzendkracht voert ook in deze coronatijd opdrachten uit bij gebruikers in de verschillende sectoren. 

Volgens art. X.2-10 van de Welzijnscodex geniet de uitzendkracht dezelfde bescherming als de vaste werknemers op de werkplek bij de gebruiker! 

Het is belangrijk dat u als uitzendkantoor hieraan de nodige aandacht geeft. Preventie en Interim heeft voor u kort samengevat in bovenstaand tekst hoe de gezondheid van een uitzendkracht kan worden bewaakt op de werkplek bij de gebruiker. Er werden hierbij ook een aantal interessante links meegegeven, in de verschillende talen, mbt de strijd tegen een besmetting van het coronavirus.

Hier is de Checklist preventie COVID 19 die door de Arbeidsinspectie wordt gebruikt bij hun bezoek aan de werkgevers.  

15) Gezondheidstoezicht

Met betrekking tot de Covid-19 pandemie en de laatste berichtgevingen van de verschillende Externe Diensten PBW is het voor de uitzendsector en de gebruikers onduidelijk geworden voor welk gezondheidstoezicht er nog beroep kan worden gedaan op de Externe Diensten PBW. Belangrijk is dat de Externe diensten ook in deze coronacrisis eenzelfde dienstverlening aanbieden voor het gezondheidstoezicht van de werknemers waaronder de uitzendkrachten.

De arbeidsinspectie heeft aan de Externe Diensten bevolen om volgende gezondheidsonderzoeken uit te voeren in de mate dat ze gevraagd worden:

Voor uitzendkrachten en vaste werknemers: 

  1. Voorafgaande gezondheidsbeoordeling
  2. Onderzoeken bij werkhervatting (eventueel bezoeken voorafgaand aan de werkhervatting)
  3. Spontane raadplegingen
  4. Onderzoeken in kader van moederschapsbescherming (aangepast of ander werk, werkverwijdering)
  5. Vervallen van rijgeschiktheidsattest

Voor vaste werknemers:

  1. Periodieke gezondheidsbeoordelingen en de aanvullende medische handelingen kunnen in overleg met de werkgever worden uitgesteld tot de pandemie onder controle is.
  2. Re-integratieprojecten behoren momenteel niet tot de prioriteit.

De arbeidsinspectie benadrukt dat telefonische consultaties en het vervolgens nemen van beslissingen over de arbeidsgeschiktheid of -ongeschiktheid moeten vermeden worden.

Omdat:

  • Deze kunnen slechts plaatsvinden indien voorafgaand de werknemer door de arts fysiek gezien werd (bv. bij de opvolging van de consultatie: voor bijkomende informatie, voor het meedelen van resultaten van technische onderzoeken,…) en men m.a.w. de werknemer en de specifieke medische context kent.
  • Ten slotte mag men ook niet uit het oog verliezen dat de werknemers die zich op het werk en bij de arbeidsarts aandienen, over het algemeen niet ziek zijn. Zelfs een besmette persoon, die geen symptomen vertoont en dus niet hoest en niest, zal volgens de huidige kennis over het virus geen grote besmettingsbron opleveren. Dit in tegenstelling tot de curatieve sector, waar patiënten met symptomen zich aandienen.
16) Overzichtstabel MO door EDPBW

De arbeidsinspectie heeft haar nota van 19 maart 2020 mbt. het gezondheidstoezicht van de werknemers verfijnd. In onderstaande tabel wordt per type gezondheidstoezicht aangeduid wat u als werkgever in deze periode van Covid-19 kan verwachten van de afdeling gezondheidstoezicht van de Externe Dienst PBW. Er wordt oa. verduidelijkt bij welke gezondheidsbeoordeling fysieke aanwezigheid van de werknemer is vereist

De nota werd gepubliceerd op de site van de overheid en is geldig totdat de pandemie in België onder controle is.

Tableau MO Covid 19

17) Fysieke aanwezigheid uitzendkracht

In de recente nota van de arbeidsinspectie wordt duidelijk bij welke typen van gezondheidsbeoordeling de fysieke aanwezigheid van de werknemer onontbeerlijk is. Uiteraard is hierbij noodzakelijk dat de arbeidsarts tijdens de uitvoering van het gezondheidstoezicht voldoende beschermingsmaatregelen neemt om het risico op besmetting door het coronavirus tot een minimum te beperken. Ook moeten de maatregelen van social distancing in de mate van het mogelijke gehandhaafd worden, zeker in de wachtzaal (bv. door het inplannen van de afspraken opdat er zo weinig mogelijk werknemers tegelijk in de wachtzaal zitten).

Preventie en Interim heeft kort samengevat waarom en wanneer “fysieke aanwezigheid” van de werknemer is aangewezen.

Voorafgaande gezondheidsbeoordeling

De arbeidsarts moet hier een beslissing nemen over geschikt/ongeschikt van de werknemer voor zijn functie/werkpost. Hij baseert zich hiervoor op informatie verkregen via bevraging van de werknemer en op de resultaten van een klinisch onderzoek. Gezondheidsbeoordelingen worden bijgevolg uitgevoerd door de arbeidsarts in fysieke aanwezigheid van de werknemer. Teleconsultaties zijn uitgesloten aangezien de arbeidsarts de voorgeschiedenis van de werknemer hier niet kent.

Rijgeschiktheidsattest

Rijgeschiktheidsonderzoeken worden door de werknemers gevraagd mbt. toekenning of verlenging van het rijgeschiktheidsattest. Deze onderzoeken lenen zich niet tot een onderzoek op afstand via telefoon of videoverbinding maar vereisen een fysieke consultatie van de preventieadviseur-arbeidsarts. Het rijgeschiktheidsonderzoek bestaat uit een algemene bevraging en een algemeen klinisch onderzoek waaronder een uitgebreid oogonderzoek. De arbeidsarts checkt of de bestuurder voldoet aan de wettelijke bepaalde normen voor fysieke en geestelijke geschiktheid.

Werkhervatting

De arbeidsarts moet een beslissing nemen over de geschiktheid of de ongeschiktheid van de werknemer voor zijn functie/werkpost. Naast de informatie die hij verkrijgt door de werknemer te bevragen heeft de arbeidsarts ook hier de resultaten van een klinisch onderzoek nodig. Gezondheidsbeoordelingen worden door de arbeidsarts uitgevoerd in fysieke aanwezigheid van de werknemer. De arbeidsarts kan wel voorafgaand contact nemen met de werknemer om na te gaan of de afwezigheid niet van die aard is dat er een probleem mag verwacht worden bij het hervatten (na verwijdering zwangerschap/borstvoeding, ingreep zonder complicaties, volledig herstel en klachtenvrij zonder nabehandeling,…). Op basis hiervan kan hij oordelen dat er geen tegenindicaties om een telefonisch onderhoud te organiseren om vast te stellen om het werk te hernemen in rubriek F.

18) Telefonisch consultatie

De Overheid laat in welbepaalde gevallen telefonische consultatie toe. De arbeidsarts noteert de uitgevoerde teleconsultatie in vak F op het gezondheidsformulier en in het gezondheidsdossier van de werknemer. Aanvullend kan de arbeidsarts op basis van de telefonische consultatie in vak F voorstellen formuleren om de werkpost aan te passen. De mogelijkheid om consultaties via telefoon of videoverbinding uit te voeren geldt zolang de verstrengde maatregelen om de verspreiding van het coronavirus te beperken, van kracht blijven in België.

Preventie en Interim heeft kort samengevat wanneer precies telefonsiche consultatie is toegelaten bij de werknemer door de arbeidsarts.

Spontane raadpleging

Spontane raadplegingen vereisen niet altijd dat de arbeidsarts een beslissing neemt over de geschiktheid van de werknemer. Mits voorafgaand akkoord van de werknemer kan de arbeidsarts beslissen tot een telefonisch of video gesprek met de werknemer. De werknemer kan ook ter plaatse gaan waarbij social distancing wordt toegepast. De arbeidsarts moet nog altijd, indien aangewezen, de werknemer aan een gezondheidsbeoordeling onderwerpen die dan zal uitmonden op een geschiktheidsbeslissing of hem aanraden om  naar huis te gaan en contact te nemen met zijn behandelend arts (bv. Bij vermoeden van coronabesmetting). Merk op dat raadplegingen die niet beogen de medische geschiktheid na te gaan altijd telefonisch of via videoverbinding kunnen plaatsvinden.

Moederschapsbescherming

Onderzoeken in het kader van moederschapsbescherming kunnen telefonisch of via videoconsultatie worden uitgevoerd. De arbeidsarts heeft al kennis van de gezondheidsrisico’s waaraan de werkneemster tijdens haar werk wordt blootgesteld aangezien hij meewerkt aan de risicoanalyse die de werkgever in het kader van moederschapsbescherming opstelt. Op basis van de resultaten van de risicoanalyse en de informatie die hij krijgt via een gesprek met de werkneemster, kan de preventieadviseur-arbeidsarts een beslissing nemen met het oog op de bescherming van de zwangere werkneemster.

Wat met periodieke gezondheidsbeoordelingen en de aanvullende medische handeling

In overleg met de werkgever kunnen de periodieke gezondheidsonderzoeken worden uitgesteld tot na de pandemie Covid-19.

Tijdens deze periode kunnen de Externe Diensten wel verder gaan met de afname van de medische vragenlijsten op afstand (bv. via internet). In artikel I.4-30, §1, 2°, a) van de codex werd vastgelegd dat mbt. de vragenlijsten een persoonlijk onderhoud moet zijn tussen de arbeidsarts/verpleegkundige en de werknemer. In deze periode kan het evenwel relevant zijn om dit onderhoud te vervangen door een telefonisch gesprek of videogesprek tussen de arbeidsarts of verpleegkundige en de werknemer om alzo inlichtingen te verkrijgen die van belang zijn voor de bescherming van de gezondheid van de werknemer.

Het is uitgesloten dat een arbeidsarts die een bevraging doet van de werknemer op afstand dit beschouwt als een periodieke gezondheidsbeoordeling. Er kan hieruit geen gezondheidsformulier met een beslissing geschiktheid/ongeschikt uit voortvloeien.

Bij uitzendarbeid is er in principe geen periodiek of tussentijds onderzoek voorzien, omdat na het verstrijken van de geldigheidstermijn van het onderzoek, het onderzoek wordt beschouwd als een voorafgaande gezondheidsbeoordeling. Zie hiervoor de PI-circulaire 2019 07.

Telefonische consultaties voor altijd?

Zodra de situatie terug genormaliseerd is, zullen de spontane raadplegingen, de bezoeken voorafgaand aan de werkhervatting en de onderzoeken in het kader van moederschapsbescherming terug moeten uitgevoerd worden in fysieke aanwezigheid van de werknemers. Het is niet de bedoeling dat deze verandering van werkwijze bestendigd wordt wanneer de pandemie onder controle is: een dergelijke aanpassing van het gezondheidstoezicht vraagt immers een meer diepgaande analyse en een wijziging van de bepalingen van de Codex over het welzijn op het werk waarbij ook de sociale partners moeten betrokken worden.

19) Social distancing

Het doel van social distancing is de kans om contact tussen personen die geïnfecteerd zijn en anderen te verminderen en zo het verspreiden van de ziekte te minimaliseren.

Voor de functies waar telewerk niet kan worden toegepast, moeten de werkgevers de nodige maatregelen nemen om de naleving van de regels van ‘social distancing’ te garanderen, in het bijzonder het behoud van een afstand van minstens 1,5 meter tussen elke persoon op de werkplek. Die regel is eveneens van toepassing op het vervoer georganiseerd door de werkgever.

Deze bepalingen zijn niet van toepassing op de cruciale sectoren en essentiële diensten. In deze bedrijven moet, in de mate van het mogelijke, het systeem van telewerk en de regels van ‘social distancing’ worden toegepast. Het betreft voor deze een inspanningsverbintenis, dwz. de onderneming doet er alles aan om de regels te respecteren maar mag niet gesanctioneerd of gesloten worden als het doel niet wordt bereikt.

Voor de andere activiteiten betreft het een resultaatsverbintenis wat inhoudt dat de onderneming de regels strikt moet respecteren en als het doel niet wordt bereikt, ontvangt ze een verwittiging en/of boete en kan sluiting volgen.

Hoe pakken werkgevers dit best aan?

Het is aangewezen dat bedrijven een risicoanalyse uitvoeren waarbij per activiteit/situatie het risico, de evaluatie van het risico en de maatregelen worden weergegeven. Er kan vertrokken worden van de bestaande risicoanalyses in het kader van veiligheid, gezondheid en welzijn op het werk. Interne en externe preventiediensten zijn de aangewezen diensten om de werkgever hierbij te ondersteunen.

Let op : Een handig hulpmiddel om te verifiëren of de werkomstandigheden aanvaardbaar zijn, is de Checklist preventie COVID 19 die de Arbeidsinspectie gebruikt bij hun inspectiebezoeken.

Zie ook :  "COVID-19: ‘Social distancing’ verklaard"

20) BESACC-VCA

Diplomahouders van wie het diploma (bVCA, VOL-VCA, VIL-VCU,…) na 18 maart 2020 verloopt (of is verlopen), krijgen dispensatie voor een periode tot maximaal drie maanden nadat de overheid haar maatregelen op het gebied van corona, zoals telewerk maximaliseren en afstand houden, intrekt en in elk geval tot 1 juni 2020. Dit betekent dat de dispensatie voorlopig geldt tot 1 september 2020.

Tijdens deze periode mogen de diplomahouders tijdelijk met hun verlopen diploma blijven werken.

Deze regeling geldt ook voor medewerkers van VCA-gecertificeerde bedrijven die binnen drie maanden na hun indiensttreding hun VCA-diploma moeten halen. Voorwaarde is wel dat een ervaren collega (met minimaal een VOL-VCA-diploma) hen bij het werk begeleidt tot het moment dat zij wél succesvol examen hebben kunnen doen.

Zij die niet in de onder 2 hierboven genoemde groepen vallen, kunnen geen beroep doen op de dispensatieregeling. Zij zullen geduld moeten hebben tot examen doen weer mogelijk is, of afspraken moeten maken met hun opdrachtgever.

21) Anderstalige uitzendkrachten

PI heeft als hulp voor de anderstalige werknemers de website www.werkpostfiche.be ter beschikking gesteld in een Engelse versie.

= https://www.workstationsheet.be/en

Deze vertaling biedt niet alleen onze leden, maar ook werkgevers waar uitzendkrachten worden tewerkgesteld, snel en eenvoudig toegang tot alle nuttige informatie om een "werkpostfiche" op te maken, in te vullen en correct in te gebruiken.

Wanner u een buitenlandse gebruiker moet informeren over de Belgische wetgeving met betrekking tot de werkpostfiche, wanneer u geconfronteerd wordt met een uitzendkracht die het Frans of het Nederlands niet machtig is, dan kan deze vertaling uw reddingsboei zijn.

Uitzendkantoren moeten de werkpostfiches bezorgen aan de uitzendkrachten. Aangezien uitzendkantoren vandaag ook op afstand werken is het aangewezen om de werkpostfiches online te bezorgen aan de uitzendkrachten. Dit is heel zeker een aanvaardbare vorm van informatieuitwisseling mits u er wel van te vergewissen dat de uitzendkracht de werkpostfiche daadwerkelijk heeft ontvangen en gelezen.

Wist je dat!

Nu we allen verplicht moeten thuiswerken kan je toch nog alles op onze website doen zonder dat je hoeft te verhuizen! Is dat niet geweldig?

Inderdaad, via onze site kan je de werkpostfiche "online" invullen en versturen (zie de tool "Online invullen werkpostfiche").

Meertalige info over Corona-maatregelen (19 talen) 

22) Info Fedris - Een beroepsziekte?

De heersende COVID-19-epidemie heeft de vraag opgeroepen of de ziekte in bepaalde gevallen als een beroepsziekte kan worden erkend.

Fedris, het Federaal agentschap voor beroepsrisico’s, bevestigt dat personen met COVID-19 (gediagnosticeerd door middel van een laboratoriumtest) die werkzaam zijn in de gezondheidszorg en die een duidelijk verhoogd risico lopen om besmet te worden door het virus, in aanmerking komen voor schadeloosstelling wegens beroepsziekte.

Daaronder vallen:

  • ambulanciers die betrokken zijn bij het vervoer van COVID-19-patiënten;
  • in de ziekenhuizen:
    • het personeel werkzaam in spoeddiensten en diensten voor intensieve zorgen;
    • het personeel werkzaam in de diensten voor longziekten en infectieziekten;
    • het personeel werkzaam in andere diensten waar patiënten met COVID-19 zijn opgenomen;
    • personeelsleden die diagnostische en therapeutische handelingen hebben uitgevoerd bij patiënten met COVID-19;
  • het personeel werkzaam in andere diensten en verzorgingsinstellingen waar zich een uitbraak van COVID-19 heeft voorgedaan (twee of meer geclusterde gevallen).

In de voornoemde diensten gaat het over alle personen die er werkzaam zijn (medisch, paramedisch, logistiek en schoonmaakpersoneel) en bij wie de infectie in verband kan staan met hun beroepsactiviteit. De regeling geldt ook voor leerlingen en studenten die stage lopen.

Gevallen van COVID-19 bij personeelsleden die patiënten behandelen of verzorgen en die niet onder een van de genoemde categorieën vallen, kunnen voor erkenning in aanmerking komen als de ziekte in verband kan worden gebracht met een gedocumenteerd professioneel contact met een COVID-19-patiënt.

Personen die in aanmerking komen, hebben er belang bij een aanvraag tot schadeloosstelling in te dienen. Voor een vlotte afhandeling van de aanvraag is het van groot belang zoveel mogelijk informatie te verschaffen over:

  • de aard van de uitgeoefende beroepsactiviteit in de laatste weken voor het optreden van de symptomen;
  • de medische evolutie van de aandoening (verslagen van artsen);
  • de laboratoriumuitslagen die de infectie door het SARS-CoV-2-virus aantonen; deze uitslagen zijn absoluut noodzakelijk;
  • de duur van de arbeidsongeschiktheid die door de arts werd voorgeschreven.

Fedris staat in voor de verzekering tegen beroepsziekten van werknemers in de privésector, van stagiairs en van personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten (provincies, steden, gemeenten, OCMW’s, intercommunales).

23) Rijbewijs en code 95

*** Update 21/02/2021 : https://mobilit.belgium.be/nl/wegverkeer/covid_19_coronavirus ***

Rijbewijs : verlenging

Op Europees niveau

De Europese rijbewijzen (en dus ook de Belgische) waarvan de geldigheid verstrijkt na 31 januari 2020 en vóór 1 juli 2021 worden verlengd zoals aangegeven in de volgende tabel. Deze verlenging geldt in de hele EU. Zij betreft zowel de einddatum van het rijbewijs (vermeld onder rubriek 4b op de voorzijde) als de geldigheid van de categorieën (op de achterzijde, in kolom 11).  

De code 95 die vermeld is bij categorieën C en D wordt eveneens verlengd zoals aangegeven in de volgende tabel als de geldigheid ervan verstrijkt na 31 januari 2020 en vóór 1 juli 2021.

Dit betreft eveneens de nascholingen waarvan de vijfjarige geldigheidsduur verstrijkt na 31 januari en vóór 1 juli 2021.

Vervaldatum document (rijbewijs, categorie, code 95, kwalificatiekaart en getuigschrift nascholing)

Verlenging

01/02/2020 - 30/06/2020

tem 01/07/2021

01/07/2020 - 31/08/2020

+ 13 maanden

01/09/2020 - 30/06/2021

+ 10 maanden

Op Belgisch  niveau

De voorlopige rijbewijzen worden verlengd tot 30 september 2021 indien hun geldigheid verstrijkt na 15 maart 2020.

De volgende documenten waarvan de geldigheid verstrijkt na 15 maart 2020 worden verlengd tot en met 30 september 2021, zij het enkel in België:

  • rijgeschiktheidsattesten (groep 1 of groep 2) bekomen met het oog op het verlengen van het rijbewijs bij de gemeentediensten;
  • attesten van de griffie om een rijbewijs te verkrijgen (om buiten het weekend te rijden of met een beperkt aantal voertuigcategorieën) tijdens een verval van het recht tot sturen;
  • attesten die worden afgegeven door centra voor psychologische en medische herstelonderzoeken.

De volgende maatregelen zijn ook van toepassing in België:

  • de code T voor bezoldigd vervoer die verstrijkt na 15 maart en vóór 30 september 2021 wordt verlengd tot en met 30 september 2021. Het betreft ambulanciers, taxibestuurders, …
  • De aanvragen voor een rijbewijs en/of een voorlopig rijbewijs die uiterlijk na 15 maart 2020 moesten worden ingediend, kunnen tot en met 30 september 2021 worden ingediend. Het betreft hier dus aanvragen om een (voorlopig) rijbewijs die bekomen zijn na een praktisch examen (of een theoretisch examen, voor het voorlopig rijbewijs), afgelegd na 15 maart 2017 (en vóór 30 september 2018).
  • Ter herinnering, indien u een rijbewijs hebt aangevraagd in uw gemeente, moet u het binnen de 3 maanden afhalen. Aangezien dat tijdens de coronacrisis niet mogelijk was, mogen de rijbewijzen die na 15 maart 2020 moesten afgehaald worden nu tot en 30 september 2021 afgehaald worden.

De politie is op de hoogte van al deze maatregelen en als uw (voorlopig) rijbewijs, code 95, en/of een categorie op uw rijbewijs erdoor verlengd wordt, volstaat uw huidige document: u hoeft dus niet naar uw gemeente om een nieuw document aan te vragen!

Voor meer informatie en voorbeeldsituaties kunt de bijgevoegde nota raadplegen.

Volledige nota over de genomen maatregelen : Afbeelding verwijderd. hier (PDF, 285.06 KB)

Koninklijk besluit : Afbeelding verwijderd. hier (PDF, 37.29 KB)

28 AUGUSTUS 2020. - KB tot wijziging van bepaalde maatregelen betreffende het rijbewijs naar aanleiding van de COVID-19-crisis (publ. 07/09/2020) : Afbeelding verwijderd. hier (PDF, 2.35 MB)

13 DECEMBER 2020. - Koninklijk besluit tot wijziging van bepaalde maatregelen betreffende het rijbewijs naar aanleiding van de COVID-19-crisis : Afbeelding verwijderd. hier (PDF, 41.03 KB)

Vervoer van goederen en reizigers

Maatregelen genomen door Europa bij verordening (EU) 2020/698 van 25 mei 2020 tot vaststelling van specifieke en tijdelijke maatregelen naar aanleiding van de covid-19-uitbraak

Verordening 165/2014 – Tachograaf

Verlenging van de geldigheid van inspecties met bijhorende ijking

Inspecties (met bijhorende ijking) die hadden moeten of zouden moeten plaatsvinden tussen 01/03/2020 en 31/08/2020 blijven tot uiterlijk 6 maanden na de datum waarop ze effectief hadden moeten plaatsvinden geldig.

Verordening 1072/2009 – vergunningen goederenvervoer en bestuurdersattesten

Vervoersvergunningen

De geldigheid van communautaire vergunningen die anders zouden zijn verstreken of zouden verstrijken tussen 01/03/2020 en 31/08/2020, wordt verlengd met een periode van zes maanden.

Bestuurdersattesten

De geldigheid van bestuurdersattesten die anders zouden zijn verstreken of zouden verstrijken tussen 01/03/2020 en 31/08/2020, wordt verlengd met een periode van zes maanden.

Verordening 1073/2009 – vergunningen reizigersvervoer

Vervoersvergunningen

De geldigheid van communautaire vergunningen die anders zouden zijn verstreken of zouden verstrijken tussen 01/03/2020 en 31/08/2020, wordt verlengd met een periode van zes maanden.

Deze maatregelen treden in werking vanaf 4 juni 2020.

Grensovergangen

De grenzen zijn gesloten voor niet-essentiële verplaatsingen. Meer info vindt u hier (externe link).

In het kader van een arbeidsovereenkomst : Certificaat dat de noodzaak aantoont om de grens over te steken voor het werk : hier (externe link).

Adviezen en info van andere organisaties

Info Coronavirus :

Veelgestelde vragen (externe link), waarvan de rubrieken « Transport en verplaatsingen» en « Internationaal » 

De Regio’s :

Info technische keuring :

Contact : controle.technique.automobile@spw.wallonie.be (link stuurt een e-mail)

Pour trouver une station et les informations utiles : https://www.moncontroletechnique.be/ (externe link)

Info rijopleiding & examen voor het rijbewijs :

Info vervoer van reizigers :

De Lijn : https://www.delijn.be (externe link)

MIVB : http://www.stib-mivb.be (externe link)

Transports en Commun (TEC) : https://www.infotec.be (externe link)

24) Jobstudenten

Kunnen studenten, die nu thuis zitten omwille van de Coronamaatregelen,  werken als jobstudent—uitzendkracht ?

De normale regels rond het statuut student blijven ook in deze Covid-19 periode van tel. Als iemand wil werken onder het statuut student, zal hij/zij nog steeds moeten kunnen aantonen dat hij in hoofdzaak bezig is met zijn studies.

De tewerkstelling van jobstudenten is ook slechts mogelijk voor zover dit in overeenstemming is met de maatregelen van de overheid om de verspreiding van het virus tegen te gaan. De gebruiker moet dus de nodige maatreglen nemen om de gezondheid van de jobstudent-uitzendkracht te bewaken en beschermen.

Zoals blijkt uit de mededeling van de FOD WASO wordt volgend onderscheid gemaakt:

1) Meerderjarige student:

Voor studenten die hoger of universitair onderwijs volgen, wordt in principe vanop afstand les gegeven. Indien zij niet deelnemen aan deze lesactiviteiten en gaan werken, kunnen zij in beginsel een studentenovereenkomst afsluiten, doch enkel voor zover uit de feiten blijkt dat zij daarbij nog steeds hun hoofdstatuut van student behouden (zij dienen zich m.a.w. ook nog steeds aan hun studie te wijden).

2) Minderjarige student

Voor studenten die nog aan de deeltijdse leerplicht onderworpen zijn (d.w.z. de jeugdige werknemers tussen 15 en 18 jaar), wordt rekening gehouden met artikel 19bis van de Arbeidswet van 16 maart 1971.

Hierin wordt gesteld dat:

  • “De tijd, door een jeugdige werknemer - nog onderworpen aan de deeltijdse leerplicht zoals bedoeld bij artikel 1, § 1, van de wet van 29 juni 1983 betreffende de leerplicht - besteed aan het volgen van onderwijs met beperkt leerplan of aan een voor de vervulling van de leerplicht erkende vorming, wordt als arbeidsduur beschouwd.

Hoewel de overheid de opschorting van de lessen heeft opgelegd in de onderwijsinstellingen van het middelbaar onderwijs, worden de periodes waarin normaliter lesuren zijn voorzien nog steeds geacht te worden gebruikt voor het studeren.

Bovendien lijkt de tewerkstelling van jeugdige studenten tijdens de normale lesuren in te gaan tegen de wil van de overheid om de verplaatsingen en sociale contacten van eenieder zoveel mogelijk te beperken, zeker daar waar het mogelijke contacten betreft tussen jeugdige personen en mensen die tot de risicogroepen behoren.

25) Psychosociale risico's

Aanpak ‘verzoeken tot psychosociale interventie’ in periode van afzondering

De FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (FOD WASO) herinnert in een mededeling aan de Externe Diensten PBW (Preventie en Bescherming op het Werk) eraan dat zowel interne als externe diensten PBW alles in het werk moeten stellen om de continuïteit van de activiteiten in verband met formele en informele verzoeken tot psychosociale interventie tijdens deze Covid-19 periode van afzondering te verzekeren.

In de mededeling wordt verduidelijkt op welke wijze interviews kunnen worden georganiseerd en welke middelen kunnen worden gebruikt om documenten m.b.t. de psychosociale interventies te communiceren.

De voorafgaande informatie en het informele verzoek

Als een persoonlijk onderhoud niet meer mogelijk is, kan dit telefonisch worden afgenomen. Verzoeker en tussenkomende partij plegen voorafgaand overleg op welke wijze zij zullen communiceren m.b.t. de overdracht van de documenten. (bevestiging van de keuze van het type informele interventie, bevestiging van de verzoeker, schriftelijke bevestiging van het gesprek). 

De volgende mogelijkheden van overdracht is toegestaan:

  • ofwel het versturen per e-mail van het document dat elektronisch werd ondertekend;
  • ofwel het versturen van een gescand ondertekend document per e-mail;
  • ofwel het versturen van een ondertekend document per brief;
  • ofwel het versturen van een foto van het ondertekend document via smartphone.

Vanuit juridisch oogpunt verzekert de FOD WASO met zijn mededeling dat deze aanpak van elektronische overdracht de verantwoordelijkheid van de preventieadviseur-psychosociale aspecten (PAPS) belast met het dossier, niet in het gedrang zal brengen.

Formeel verzoek tot interventie

In geval van een formeel verzoek tot interventie kan het gesprek eveneens telefonisch worden gevoerd. Naast de bovengenoemde wijzen van overdracht kan de tussenkomende partij, mits akkoord van de verzoeker, ervoor kiezen het document ter bevestiging van het onderhoud, na afloop van deze Covid-19 periode van afzondering, persoonlijk te overhandigen.

De in ontvangst name van het formele verzoek voor feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag doet de wettelijke periode van bescherming tegen represailles lopen. Hierbij moet een bepaalde rechtszekerheid gewaarborgd blijven. De regel om het verzoek per aangetekende post te versturen blijft aldus gelden. Dit schrijven wordt geacht te zijn ontvangen de derde werkdag na de verzendingdatum. De bescherming van de verzoeker hangt hierdoor niet af van het al of niet ontvangen van het document door de PAPS zelf.

Om de behandeling van het verzoek door de preventieadviseur-psychosociale aspecten te bespoedigen, stelt de FOD WASO voor om het document van het verzoek tegelijkertijd per e-mail te versturen, samen met een scan of foto van het verzendingsbewijs. De wettelijk voorgeschreven termijnen moeten worden gerespecteerd.

Formele interventie met een hoofdzakelijk collectief karakter

Het indienen van een formeel verzoek met een collectief karakter moet plaatsvinden in overeenstemming met de bepalingen van de Codex. De werkgever zal echter niet verplicht zijn om het Comité voor Preventie en Bescherming te raadplegen, wanneer de meerderheid van de leden telewerkt, tenzij er een teleconferentie kan worden gehouden. Het is ook toegestaan dat de werkgever een risicoanalyse laat uitvoeren door de preventieadviseur-psychosociale aspecten en maatregelen neemt om de blootstelling aan de risico's te stoppen.  De werkgever informeert vervolgens de preventieadviseur-psychosociale aspecten en het management van zijn interne afdeling. Het CPBW zal aan het einde van de periode van afzondering geraadpleegd worden.

Briefwisseling

Bovendien staat de FOD WASO erop dat de preventieadviseur-psychosociale aspecten toegang moeten hebben tot alle aan hem geadresseerde briefwisseling, zelfs als hij het kantoor niet meer bezoekt. De persoon die verantwoordelijk is voor het doorsturen van de post naar hem/haar is gebonden aan discretie.

Het volledige communiqué van de FOD WASO is hier beschikbaar.

Over dit onderwerp, zie ook onze Circulaire CIF 2014 16: De informele en formele interventie

26) Rol preventieadviseur

De preventieadviseur heeft een sleutelfunctie in het bedrijf. Dat blijkt uit een nota van de arbeidsinspectie (Toezicht Welzijn op het Werk) die erop wijst dat de rol van de preventieadviseur in deze periode niet zomaar kan worden gereduceerd. Een voorbeeld is al dat bij tijdelijke werkloosheid van alle werknemers de preventieadviseur andere en nieuwe adviezen zal moeten opstellen zoals met betrekking tot de heropstart van het bedrijf. Voor welbepaalde opdrachten is thuiswerk voor de preventieadviseur wel mogelijk

Wat zegt de Welzijnswet? Een opfrissing omtrent de organisatie van een interne dienst PBW (Preventie en Bescherming op het Werk) bij werkgevers.

Elke werkgever een interne dienst PBW

Elke werkgever is verplicht een interne dienst PBW op te richten. En iedere werkgever beschikt over tenminste één preventieadviseur.

Deze verplichting geldt ook wanner een werkgever geconfronteerd wordt met een verminderde activiteit vanwege de Covid-19 pandemie.

  • Zie artikel 33§1 – Welzijnswet werknemers

Opdrachten/taken interne dienst PBW

Een interne dienst PBW voert de opdrachten en taken uit zoals opgelegd in de Codex Welzijn op het Werk. Voor de taken waarvoor de werkgever niet de nodige kennis in huis heeft wordt verplicht beroep gedaan op een Externe Dienst PBW. Welke taken en opdrachten de werkgever precies kan doorschuiven naar de externe dienst ligt wettelijk vast in de Codex en hangt af van de grootte van zijn/haar bedrijf. Tijdens de samenwerking met een externe dienst PBW blijft de interne dienst PBW verantwoordelijk voor de goede samenwerking en coördinatie met zijn Externe Dienst PBW. Dat houdt oa in dat alle nuttige informatie moet worden bezorgd aan de EDPB die zij nodig heeft voor het vervullen van haar opdrachten.

Opdat alle opdrachten van een interne dienst PBW worden gerespecteerd en uitgevoerd is het nodig dat een interne dienst blijft functioneren.

  • Zie artikelen II.1-4 tot II.6.- Opdrachten/taken interne dienst PBW - Codex Welzijn op het werk
  • Zie artikelen II.1-8 tot II.1-10 - Verdeling taken en opdrachten - Codex Welzijn op het Werk

Wat bij tijdelijke werkloosheid?

Het is denkbaar dat bepaalde opdrachten van de preventiedienst vandaag wegvallen omdat een groot aantal werknemers tijdelijk werkloos zijn. Anderzijds zullen andere opdrachten meer werk vragen van de preventiediensten, omdat het risico van een pandemie en de preventiemaatregelen die moeten genomen worden om dit risico te beperken, in het verleden nog niet of onvoldoende werden geanalyseerd, zoals bijvoorbeeld:

  • Identificatie van nieuwe gevaren door andere werkomstandigheden;
  • Advies verlenen over de resultaten die voortvloeien uit het vaststellen en nader bepalen van de risico’s en maatregelen voorstellen;
  • Advies verlenen over de (aangepaste) organisatie van de arbeidsplaats die aanleiding kan geven tot psychosociale risico’s;
  • Advies verlenen over de hygiëne op de arbeidsplaats;
  • Advies verlenen over het opstellen van instructies met betrekking tot het gebruik van arbeidsmiddelen (ook reinigen) en het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen;
  • Ter beschikking staan van de werkgever, de leden van de hiërarchische lijn en de werknemers voor alle vragen die rijzen met betrekking tot welzijn op het werk;
  • De organisatie van de (aangepaste) eerste hulp;
  • Verrichten van veelvuldige en systematische onderzoeken op de (aangepaste) arbeidsplaats;
  • Op vraag van de werkgever of op vraag van de betrokken werknemers de werkposten onderzoeken wanneer een werknemer wordt blootgesteld aan de verhoging van de risico’s of aan nieuwe risico’s.

Indeling in grote en kleine bedrijven (A, B, C of D)

De indeling van de werkgevers in groepen (A, B, C of D) gebeurt op basis van volgende twee criteria: het aantal werknemers die zij tewerkstellen en de activiteiten van de tewerkgestelde werknemers. Het aantal werknemers wordt berekend op basis van de tewerkstelling van de vier voorgaande trimesters. Een verminderde tewerkstelling over een beperkte periode zal er dus niet toe leiden dat de werkgever van groep verandert. De indeling in grote en kleine bedrijven maakt de werkgever duidelijk over welk niveau van opleiding zijn interne preventieadviseur moet beschikken. De werkgever dient dus ook tijdens de Covid-19 pandemie over een preventieadviseur te beschikken met het juiste opleidingsniveau die te allen tijde beschikbaar is om zijn opdrachten te vervullen (minimumduur prestaties preventieadviseur).

  • Zie art. II.1-21, §1 - Codex: een bedrijf van de groep A/B dient te beschikken over een preventieadviseur met aanvullende vorming van het eerste/tweede niveau.
  • Zie art. II.1-20 en art. II.4-24 – Codex: een bedrijf van de groep C dient volgens de wettelijke bepalingen te beschikken over een preventieadviseur met minimaal een basiskennis.
  • Zie artikel II.1-2, §1 – Codex: betreft de berekeningswijze van het aantal werknemers.

Wat met overmacht?

De werkgever heeft echter wel de mogelijkheid om de preventieadviseur op gedeeltelijke (deeltijdse) tijdelijke werkloosheid wegens overmacht te zetten. De preventieadviseur kan in dat geval werkloosheidsdagen en arbeidsdagen afwisselen. De werkloosheid moet altijd betrekking hebben op een volledige arbeidsdag. Op het einde van de maand moet er dan een aangifte gedaan worden bij de RVA van de uren tijdelijke werkloosheid van de betrokken maand. Op die manier heeft de preventieadviseur voldoende flexibiliteit om zijn opdrachten te vervullen en is hij op zeer korte termijn beschikbaar.

Comité PBW

Het comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW) moet geïnformeerd worden en advies geven over de aangepaste organisatie van de Interne Dienst PBW. Het comité moet namelijk de werking van de interne dienst opvolgen. Onder Comité wordt verstaan: het CPBW, bij ontstentenis van een comité, de vakbondsafvaardiging, en, bij ontstentenis van een vakbondsafvaardiging, de werknemers zelf, overeenkomstig de bepalingen van artikel 53 van de Welzijnswet werknemers.

  • Zie art. II.7-6 Codex betreffende opvolging werking interne Dienst PBW
  • Zie art. II.1-16, §2 Codex betreffende bepalen minimumduur prestaties preventieadviseur.

Het is belangrijk dat de vergaderingen van het CPBW blijven doorgaan. Dit kan georganiseerd worden via diverse online platformen. Onderwerpen i.v.m. de Covid-19 pandemie die aan bod kunnen komen zijn o.a.:

  • Advies over de maatregelen die het bedrijf neemt in het kader van de Coronacrisis
  • Het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (vb. mondmaskers)
  • De (her)inrichting van de arbeidsplaats om te voldoen aan de Coronamaatregelen (zoals social distancing)
  • Psychosociale risico’s door de gewijzigde arbeidsomstandigheden

 

27) FAQ - Corona-testen door jobstudenten ?

Mag een jobstudent die een jaar studie als verpleegkundige heeft afgerond, onder de begeleiding van een arts of een verpleegkundige, coronovirus-testen uitvoeren ?

Nee.

Omdat het niet een stage is in het kader van een opleiding tot verpleegkundige, maar om een daarvan onafhankelijke job, waardoor de onwettige uitoefening van de verpleegkunde zou kunnen ingeroepen worden indien er wat fout loopt.

Er moet rekening gehouden worden met het KB van 18 juni 1990 tot vaststelling van de lijst van de technische verpleegkundige verstrekkingen en de lijst van de handelingen die door een arts aan beoefenaars van de verpleegkunde kunnen worden toevertrouwd, en de wijze van uitvoering van die verstrekkingen en handelingen en de kwalificatievereisten waaraan de beoefenaars van de verpleegkunde moeten voldoen. Daarbij horen o.a. verpleegkundige activiteiten die verband houden met het stellen van de diagnose en de behandeling zoals: “Staalafneming en collectie van secreties en excreties”.

Jobstudenten die een jaar studie als verpleegkundige hebben afgerond, kunnen, indien ze in het bezit zijn van een visum afgeleverd door de FOD Volksgezondheid, bepaade handelingen verrichten die verband hebben met de verpleging. De machtiging heeft eigelijk betrekking op handelingen die verpleegkundigen kunnen delegeren aan zorgkundigen (KB van 12 januari 2006 tot vastelling van de verpleegkundige activiteiten die de zorgkundigen mogen uitvoeren). « Staalafneming en collectie van secreties en excreties” maakt er geen deel uit van. Dit betekent dat ook het afnemen van Covid-19 testen niet is toegelaten.

28) Sociale verkiezingen in tijden van pandemie COVID-19 -Nieuwe datum : van 16 tot 29 november 2020

NIEUWE DATUM SOCIALE VERKIEZINGEN: van 16 tot 29 november 2020

Normaal gezien hadden er in ons land tussen 11 en 24 mei sociale verkiezingen moeten plaatsvinden in alle grotere ondernemingen en instellingen.

Omwille van de COVID-19-pandemie hebben de sociale partners in de Nationale Arbeidsraad beslist om de procedure voor de verkiezingen 2020 uitzonderlijk te schorsen. Dit vormt dus zeker geen precedent.

Na een nieuw advies van de NAR verscheen het KB dd 15/07/2020 tot regeling van de herneming van de procedure sociale verkiezingen 2020 na opschorting. (BS 22/07/2020)

Veel bedrijven die oorspronkelijk niet voor elektronisch stemmen hadden gekozen wensen na de uitbraak van het coronavirus liever wél elektronisch te kunnen stemmen en dit uit veiligheids- en gezondheidsoverwegingen. De wetgever komt daaraan tegemoet met een uitzonderingsprocedure. De wet van 15/07/2020 (BS 27/07/2020) maakt het mogelijk om alsnog het elektronisch stemmen in te voeren.

Zodoende kunnen ondernemingen uitzonderlijk tot 13 oktober 2020 een akkoord sluiten over elektronisch stemmen.

De wetgever voorziet in een aparte bekendmakingsprocedure voor een ‘bericht van rechtzetting’ over het elektronisch stemmen. De nieuwe kiesprocedure herneemt ten vroegste op 23 september 2020. Vandaar dat ook de bijzondere procedure voor het elektronisch stemmen pas op 23 september in werking treedt.

Om elektronisch te kunnen stemmen is het akkoord nodig van de bestaande overlegorganen: ondernemingsraad en comité PBW, of werkgever en vakbondsafvaardiging. De huidige ondernemingsraden en comités voor preventie en bescherming op het werk blijven verder functioneren tot de nieuw verkozen organen geïnstalleerd worden.

Voor de stemming moet men kunnen verzekeren dat dit op de arbeidsplaats volstrekt veilig  kan plaats vinden. Dit kan betekenen dat het deze keer méér tijd zal vragen. (Bewaren van fysieke afstand, circulatieregels, alles ontsmetten…). Alles moet wel gebeuren binnen de werkuren.

Wat betekent het elektronisch stemmen voor uitzendkrachten? Is alles wel GDPR-compliant?

Voor het elektronisch stemmen geldt dat de stemgerechtigden uniek geïdentificeerd moeten kunnen worden bij het inloggen in het systeem, dus via hun rijksregisternummer.

Hier geldt toch enige voorzichtigheid, want een uitzendbureau mag dit niet zomaar meedelen aan de gebruiker-klant:

  • enkel op het moment dat vaststaat wie mag stemmen én als er een bevestiging is van de gebruiker dat er elektronisch mag gestemd worden.
  • toestemming van de uitzendkracht is niet vereist, maar wél mededelingsplicht.
  • het uitzendbureau is de “juridische” werkgever, dus is het aangewezen dat deze inlichting gevraagd wordt aan het uitzendbureau en niet rechtstreeks aan de uitzendkracht zelf. De “feitelijke” werkgever (gebruiker) heeft wél een informatieplicht tov de uitzendkracht.

Méér informatie over de sociale verkiezingen kan u vinden op de website van de FOD WASO. Via deze link https://werk.belgie.be/nl/themas/sociaal-overleg/sociale-verkiezingen-2020

Update 08/03: "Buitenplan" van het overlegcomité

Overlegcomité beslist buitenplan: vanaf 8 maart met meer mensen buiten

De federale regering en de regeringen van de deelstaten hebben vandaag in het Overlegcomité de coronasituatie besproken. Het Overlegcomité oordeelt dat voorzichtigheid geboden blijft en wil in een eerste stap vooral voorrang geven aan onderwijs, jongeren en buitenactiviteiten.

Activiteiten in openlucht hebben een beduidend lager virologisch risico. Mensen in iets grotere groep buiten laten bewegen stimuleert ook de verbondenheid tussen mensen – een basisbehoefte die door de pandemie sterk onder druk staat. In het bijzonder voor de jongeren is dit belangrijk.

Meer mensen buiten

  • Vanaf 8 maart kan men elkaar met 10 personen buiten ontmoeten. Het blijft daarbij belangrijk om 1,5 meter afstand te houden.

Begrafenissen

  • Vanaf 8 maart kan men op een begrafenis of uitvaart binnen afscheid nemen met maximaal 50 personen en maximum 1 persoon per 10 vierkante meter.

Prioriteit voor jongeren en het onderwijs

  • Vanaf 8 maart zijn georganiseerde buitenactiviteiten (sport en andere) toegelaten: voor kinderen  (-13 jaar) met max. 10 binnen of 25 buiten; voor jongeren (-19 jaar) met max. 10 buiten
    Het publiek bij sporttrainingen wordt beperkt tot één persoon per kind.
  • Vanaf 15 maart zijn in het lager en middelbaar onderwijs extra muros schoolactiviteiten van maximaal 1 dag opnieuw toegelaten.
  • Vanaf 15 maart is voor kwetsbare groepen in het buitengewoon onderwijs en het deeltijds beroepsonderwijs voltijds contactonderwijs toegelaten.
  • Vanaf 15 maart is in het hoger onderwijs maximaal 20% contactonderwijs toegelaten.

Daarnaast zal het MB ook toelaten dat vanaf 8 maart fotografen mensen mogen ontvangen (maximaal 1 consument per 10 vierkante meter, wonend onder hetzelfde dak. Ook de opening van privé-sauna’s wordt voorzien, voor gebruik door personen die onder hezelfde dak wonen. Jacuzzi's, stoomcabines en hammams zijn daarbij niet toegankelijk.

Buitenplan

Voor zover de epidemiologische toestand het toelaat en afhankelijk van de druk op de ziekenhuizen en de voortgang van de vaccinatiecampagne, komt er vanaf april een buitenplan waarbij volgende activiteiten zouden toegelaten worden:

  • Georganiseerde buitenactiviteiten voor iedereen (van sport- en andere verenigingen, inclusief sporttrainingen): max. 10 personen. Het publiek bij sporttrainingen wordt beperkt tot één persoon per -19 jarige.
  • Cultuur, evenementen en erediensten: max. 50 personen, mits respect van de afstandsregels en mondmaskerplicht
  • Pretparken
  • Lager en middelbaar onderwijs: na de Paasvakantie, alle dagen in de klas

Het Overlegcomité beslist ook dat tijdens de Paasvakantie georganiseerde activiteiten met overnachting voor kinderen en jongeren tot en met 18 jaar worden toegelaten op voorwaarde dat de groep maximaal 25 personen telt, begeleiders niet meegerekend. Het kamp kan enkel plaatsvinden indien alle deelnemers getest worden voor het begin en aan het einde van het kamp.

Breder inzetten op sneltesten

Voor zover de epidemiologische toestand het toelaat en afhankelijk van de druk op de ziekenhuizen en de voortgang van de vaccinatiecampagne, en mits het gebruik van sneltesten, kunnen vanaf 1 mei nog meer activiteiten buiten én binnen worden voorzien. Het gaat onder meer over sociale contacten, horeca binnen en buiten, winkelen en ambulante handel, cultuur en events, jeugdwerk, verenigingsleven en sport, erediensten, thuisverzorging en kermis.

Sneltesten kunnen hierin een belangrijke rol spelen. Hiertoe dient een soepel wettelijk kader te worden uitgewerkt zodat op korte termijn antigeentesten op veralgemeende manier ter beschikking zijn.

Aan de Groep van Experts voor Managementstrategie van COVID-19 (GEMS) wordt gevraagd om een meer gedetailleerd plan van aanpak uit te tekenen om toekomstige stappen veilig te laten verlopen. Hierbij moet ook aandacht gaan naar ventilatie en de rol die CO2-meters kunnen spelen bij het heropstarten van binnenactiviteiten.

Regels niet-essentiële reizen

Het Overlegcomité beslist het verbod op verplaatsingen voor recreatief-toeristische doeleinden vanuit en naar België, voorlopig aan te houden tot 18 april 2021, maar deze maatregel wordt op het eerstvolgende overlegcomité opnieuw geëvalueerd. Dit reisverbod is een verantwoorde en noodzakelijke maatregel om de circulatie van het virus tegen te houden.

Het Overlegcomité zal op 26 maart opnieuw een stand van zaken opmaken van de coronasituatie in ons land.

(*** Copy paste https://www.belgium.be/nl/nieuws/2021/overlegcomite_beslist_buitenplan_… ***)

MB:

> Ministerieel besluit houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken <

Update 21/12 : Ministerieel besluit houdende wijziging van het MB van 28 oktober 2020

Artikel 1. Artikel 3 van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende:

" § 3. De in het buitenland wonende of verblijvende werknemer of zelfstandige moet het bewijs leveren van een negatief resultaat van een test die ten vroegste 48 uur voor aankomst op het Belgische grondgebied wordt uitgevoerd wanneer hij onder de voorwaarden van artikel 21, § 7, reist.

De werkgever of gebruiker die tijdelijk op hem een beroep doet voor de uitvoering van werkzaamheden in de sectoren bouw, land- en tuinbouw en schoonmaak bedoeld in artikel 20, § 2, van het voornoemd koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 en in artikel 1, 1° van het voornoemd koninklijk besluit nr. 22 van 15 september 1970 of activiteiten in de vleessector bedoeld in artikel 2 van het voornoemd koninklijk besluit van 27 december 2007 in Belgiė, met uitzondering van de natuurlijke persoon bij wie of voor wie de werkzaamheden voor strikt persoonlijke doeleinden geschieden, dient vóór de aanvang van de werkzaamheden na te gaan of een negatief testresultaat zoals bedoeld in het eerste lid kan voorgelegd worden. Wanneer de werknemer niet met een in artikel 21 van dit besluit bedoelde vervoerder heeft gereisd, moet hij ten vroegste 48 uur voor de aanvang van zijn werkzaamheden of activiteit in Belgiė het bewijs leveren van een negatief testresultaat.

Bij gebrek aan een negatief resultaat kan de werkgever of gebruiker geen beroep doen op de werknemer of zelfstandige, al dan niet woonachtig in het buitenland, om in Belgiė te gaan werken en moet deze laatste zichzelf in quarantaine plaatsen totdat een negatief resultaat kan worden meegedeeld.

Het negatief testresultaat zal worden toegevoegd aan het register als bedoeld in de eerste paragraaf."

Art. 2. In artikel 8, § 1 van hetzelfde besluit, wordt het eerste lid aangevuld met een bepaling onder 13°, luidende:

"13° de skipistes, langlaufpistes en skicentra.".

 Art. 3. In artikel 21 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° paragraaf 2, 1°, wordt vervangen door wat volgt:

"1° te reizen naar Belgiė vanuit alle landen van de Europese Unie en van de Schengenzone;";

2° in paragraaf 3 wordt het derde lid aangevuld met de woorden: "De vervoerder controleert bij aankomst op Belgisch grondgebied opnieuw dat het Passagier Lokalisatie Formulier werd ingevuld.";

3° in paragraaf 4 wordt het derde lid aangevuld met de woorden: "De vervoerder controleert bij aankomst op Belgisch grondgebied opnieuw dat het Passagier Lokalisatie Formulier werd ingevuld.";

4° er wordt een paragraaf 5bis toegevoegd, die luidt als volgt:

" § 5bis. In aanvulling op de paragrafen 3, 4 en 5 is de reiziger ertoe gehouden om het bewijs van indiening van het overeenkomstig de paragrafen 3, 4 en 5 ingevulde Passagier Lokalisatie Formulier bij zich te dragen gedurende de integrale reis naar de eindbestemming in Belgiė en de daaropvolgende 48 uur. Indien het onmogelijk is dergelijk bewijs te bekomen, draagt de reiziger een kopie bij zich van het overeenkomstig de paragrafen 3, 4 en 5 ingevulde Passagier Lokalisatie Formulier gedurende de integrale reis naar de eindbestemming in Belgiė en de daaropvolgende 48 uur.";

5° er wordt een paragraaf 7 toegevoegd, die luidt als volgt:

" § 7. In geval van een reis bedoeld in de paragrafen 3, 4 en 5 dient eenieder, vanaf de leeftijd van 12 jaar, die op het Belgisch grondgebied toekomt vanuit een grondgebied dat op de website van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken in het kader van de COVID-19 crisis als rode zone is aangemerkt, en die geen hoofdverblijfplaats heeft in Belgiė, te beschikken over een negatief testresultaat van een test die ten vroegste 48 uren voor aankomst op Belgisch grondgebied werd afgenomen. Desgevallend is de vervoerder ertoe gehouden te controleren dat deze personen, voorafgaand aan het instappen, een negatief testresultaat voorleggen. Bij gebrek aan een negatief testresultaat is de vervoerder ertoe gehouden het instappen te weigeren.".

Art. 4. In artikel 22, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "of gedetacheerde zelfstandigen bedoeld in artikel 137, 8°, a) en b) van de programmawet (I) van 27 december 2006 die werkzaamheden uitvoeren in Belgiė" vervangen door de woorden "en zelfstandigen".

Art. 5. Dit besluit treedt in werking op 21 december 2020, met uitzondering van:

- artikel 3, 1° dat in werking treedt op 1 januari 2021;

- artikel 3, 5° dat in werking treedt op 25 december 2020.

Update 28/11 : Ministerieel besluit houdende wijziging van het MB van 28 oktober 2020

28 NOVEMBER 2020. - Ministerieel besluit houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken

Artikel 1. Artikel 1 van het van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, wordt aangevuld met de bepaling onder 13°, luidende:
"13° "museum":
- een structuur erkend als museum of kunsthal door ten minste één van deze entiteiten: de federale regering of een deelstaat;
- een permanente instelling ten dienste van de maatschappij en haar ontwikkeling, open voor het publiek, die het materieel en immaterieel patrimonium van de mensheid en haar omgeving verwerft, bewaart, bestudeert, overbrengt en tentoonstelt voor doeleinden van studie, vorming en vermaak door middel van tentoonstellingen, activiteiten voor het publiek en wetenschappelijke publicaties of van vulgarisatie, steeds verwezenlijkt door professionelen."

 

Art. 2. Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
"Onverminderd artikel 8, oefenen de ondernemingen en verenigingen die goederen of diensten aanbieden aan consumenten hun activiteiten uit overeenkomstig het protocol of de daartoe op de website van de bevoegde overheidsdienst bekendgemaakte minimale algemene regels.
In elk geval dienen de volgende minimale regels te worden nageleefd:
1° de onderneming of vereniging informeert de consumenten, personeelsleden en derden tijdig en duidelijk zichtbaar over de geldende preventiemaatregelen en verstrekken de personeelsleden een passende opleiding;
2° een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon wordt gegarandeerd;
3° de consumenten worden toegelaten gedurende een periode van maximum 30 minuten, maar het bezoek kan langer duren indien de onderneming of vereniging uitsluitend op afspraak werkt;
4° één consument per 10 m2 van de voor het publiek toegankelijke vloeroppervlakte wordt toegelaten;
5° indien de voor het publiek toegankelijke vloeroppervlakte minder dan 20 m2 bedraagt, is het toegelaten om twee consumenten te ontvangen, mits een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon gegarandeerd is;
6° indien de voor het publiek toegankelijke vloeroppervlakte meer dan 400 m2 bedraagt, dient in een toereikende toegangscontrole te worden voorzien;
7° het bedekken van de mond en neus met een mondmasker in de onderneming of vereniging is verplicht in de voor het publiek toegankelijke ruimtes, en indien de regels van de social distancing niet kunnen worden nageleefd wegens de aard van de uitgeoefende activiteit worden andere persoonlijke beschermingsmiddelen sterk aanbevolen ;
8° de activiteit moet, desgevallend overeenkomstig de richtlijnen van de bevoegde overheid, zo worden georganiseerd dat samenscholingen worden vermeden en dat de regels van de social distancing kunnen worden gerespecteerd, in het bijzonder voor wat betreft personen die buiten de inrichting wachten;
9° de onderneming of vereniging stelt middelen voor de noodzakelijke handhygiëne ter beschikking van het personeel en de consumenten;
10° de onderneming of vereniging neemt de gepaste hygiënemaatregelen om de inrichting en het gebruikte materiaal regelmatig te desinfecteren;
11° de onderneming of vereniging zorgt voor een goede verluchting;
12° een contactpersoon wordt aangeduid en bekendgemaakt, zodat consumenten en personeelsleden een mogelijke besmetting met het coronavirus COVID-19 kunnen melden met het oog op het vergemakkelijken van contact tracing;
13° terrassen en openbare ruimten worden georganiseerd overeenkomstig de voorschriften bepaald door de lokale overheden en met respect voor dezelfde regels als deze die binnen gelden;
14° er wordt individueel gewinkeld, met uitzondering van de minderjarigen van het eigen huishouden of de personen die nood hebben aan begeleiding, die kunnen worden begeleid door één volwassene."

 

Art. 3. Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
" § 1. Het individueel en collectief gebruik van waterpijpen is verboden in voor het publiek toegankelijke plaatsen.
§ 2. Het gebruik van de volgende pyrotechnische artikelen is verboden, zowel op privaat domein als in de openbare ruimte:
1° vuurwerk van de categorieën F2, F3 en F4 als bedoeld in artikel 5 van het koninklijk besluit van 20 oktober 2015 betreffende het op de markt aanbieden van pyrotechnische artikelen;
2° de pyrotechnische artikelen voor theatergebruik van de categorieën T1 en T2 zoals bedoeld in het voormelde koninklijk besluit;
3° andere pyrotechnische artikelen van de categorieën P1 en P2 zoals bedoeld in het voormelde koninklijk besluit.
Daarnaast is het verboden om geluids- of carbuurkanonnen te gebruiken."

 

Art. 4. Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
" § 1. De inrichtingen of onderdelen van inrichtingen die behoren tot de culturele, feestelijke, sportieve, recreatieve en evenementensector worden gesloten voor het publiek, met inbegrip van onder meer:
1° de casino's, speelautomatenhallen en wedkantoren;
2° de wellnesscentra, met inbegrip van onder meer sauna's, zonnebanken, jacuzzi's, stoomcabines en hammams;
3° de discotheken en dancings;
4° de feest- en receptiezalen;
5° de pretparken;
6° de binnenspeeltuinen;
7° de dierentuinen en dierenparken;
8° de bowlingzalen;
9° de kermissen, jaarmarkten, brocantemarkten, rommelmarkten, kerstmarkten en winterdorpen;
10° de handelsbeurzen, met inbegrip van de salons;
11° de bioscopen;
12° de fitnesscentra.
In afwijking van het eerste lid, mogen geopend blijven:
1° de buitenspeeltuinen;
2° de musea;
3° de buitengedeelten van natuurparken, met inbegrip van de ingang, uitgang, sanitaire voorzieningen, eerste hulp en noodgebouwen;
4° de zwembaden, met uitsluiting van de recreatieve onderdelen en van de subtropische zwembaden;
5° de bibliotheken, spelotheken en mediatheken;
6° de gebouwen der erediensten en de gebouwen bestemd voor de openbare uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening;
7° de buitengedeelten van sportinfrastructuren;
8° de overdekte paardenpistes in manèges en paardenrenbanen, en dit enkel met het oog op het welzijn van het dier;
9° de niet in dit lid bedoelde culturele plaatsen, maar enkel voor:
- groepen van kinderen tot en met 12 jaar, in het kader van schoolse of buitenschoolse activiteiten van het leerplichtonderwijs;
- stages en activiteiten voor kinderen tot en met 12 jaar;
10° de niet in dit lid bedoelde sportzalen en -voorzieningen, maar dit enkel voor:
- groepen van kinderen tot en met 12 jaar in het kader van schoolse of buitenschoolse activiteiten van het leerplichtonderwijs;
- sportactiviteiten, -stages en -kampen georganiseerd of toegelaten door de lokale overheid voor kinderen tot en met 12 jaar;
- trainingen van professionele sporters;
- professionele wedstrijden;
- andere activiteiten dan sportactiviteiten, voor zover deze zijn toegelaten volgens de bepalingen van dit besluit en de toepasselijke protocollen.
In de inrichtingen bedoeld in het tweede lid dienen de volgende minimale regels te worden nageleefd:
1° de uitbater of organisator informeert de bezoekers, personeelsleden en derden tijdig en duidelijk zichtbaar over de geldende preventiemaatregelen en verstrekken de personeelsleden een passende opleiding;
2° een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon wordt gegarandeerd;
3° het bedekken van de mond en neus met een mondmasker en het dragen van andere persoonlijke beschermingsmiddelen worden steeds sterk aanbevolen in de inrichting, en worden er gebruikt indien de regels van de social distancing niet kunnen worden nageleefd omwille van de aard van de uitgeoefende activiteit, onverminderd artikel 25;
4° de activiteit moet zo worden georganiseerd dat samenscholingen worden vermeden;
5° de uitbater of organisator stelt middelen voor de noodzakelijke handhygiëne ter beschikking van het personeel en de bezoekers;
6° de uitbater of organisator neemt de gepaste hygiënemaatregelen om de inrichting en het gebruikte materiaal regelmatig te desinfecteren;
7° de uitbater of organisator zorgt voor een goede verluchting.
§ 2. Het aanbieden van goederen aan en in huis is verboden.
Het leveren en plaatsen van vooraf bestelde goederen aan en in huis is toegelaten.
§ 3. De volgende ondernemingen en verenigingen of onderdelen van ondernemingen en verenigingen zijn gesloten voor het publiek, met inbegrip van dienstverlening aan huis:
1° de schoonheidssalons;
2° de niet-medische pedicurezaken;
3° de nagelsalons;
4° de massagesalons;
5° de kapperszaken en barbiers;
6° de tatoeage- en piercingsalons.
§ 4. Dienstverlening waarbij de afstand van 1,5 meter tussen de dienstverlener en de consument niet kan worden gegarandeerd is verboden, behalve voor wat betreft de dienstverlening door de handelszaken, private en publieke bedrijven en diensten die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de vitale belangen van de Natie en de behoeften van de bevolking bedoeld in de bijlage van dit besluit.
Dienstverlening aan en in huis is verboden, behalve voor wat betreft dienstverlening door de handelszaken, private en publieke bedrijven en diensten die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de vitale belangen van de Natie en de behoeften van de bevolking bedoeld in de bijlage van dit besluit."

 

Art. 5. Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
"In de winkelcentra gelden bij het ontvangen van bezoekers minstens de volgende specifieke modaliteiten:
1° de minimale regels bedoeld in artikel 5, tweede lid;
2° één bezoeker per 10 m2 wordt toegelaten;
3° het winkelcentrum stelt middelen om de noodzakelijke handhygiëne te voorzien ter beschikking van het personeel en de bezoekers bij de in- en uitgang;
4° het winkelcentrum vergemakkelijkt het behoud van een afstand van 1,5 meter middels het aanbrengen van markeringen op de grond en/of signalisaties;
5° bezoekers verplaatsen zich individueel, met uitzondering van volwassenen die minderjarigen van hetzelfde huishouden of personen die nood hebben aan begeleiding mogen vergezellen;
6° er wordt in een toereikende toegangscontrole voorzien."

 

Art. 6. Artikel 12 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
"Onverminderd de artikelen 5 en 9 en onverminderd de opdrachten van de hulp- en interventiediensten, wordt de toegang tot de winkelcentra, winkelstraten en parkings door de bevoegde lokale overheid, in overeenstemming met de instructies van de minister van Binnenlandse Zaken, op dusdanige wijze georganiseerd, zodat de regels van de social distancing kunnen worden gerespecteerd, in het bijzonder het behoud van een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon.
De bevoegde lokale overheid die oordeelt dat niet kan worden voldaan aan de vereisten van het eerste lid is gehouden om de heropening of opening van de niet-essentiële ondernemingen en verenigingen op diens gehele of gedeeltelijke grondgebied te verdagen of te schorsen."

 

Art. 7. Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
"De bevoegde gemeentelijke overheid kan markten, met uitzondering van de jaarmarkten, brocantemarkten, rommelmarkten, kerstmarkten en winterdorpen, toelaten onder de volgende modaliteiten:
1° het maximum aantal bezoekers dat wordt toegelaten op een markt bedraagt 1 bezoeker per 1,5 lopende meter aan het kraam;
2° de marktkramers en hun personeel zijn tijdens het uitbaten van een kraam verplicht om de mond en de neus te bedekken met een masker, elk ander alternatief in stof of, wanneer dit niet mogelijk is omwille van medische redenen, met een gelaatsscherm;
3° de bevoegde gemeentelijke overheid stelt middelen om de noodzakelijke handhygiëne te voorzien ter beschikking bij de in- en uitgangen van de markt;
4° de marktkramers stellen middelen om de noodzakelijke handhygiëne te voorzien ter beschikking van hun personeel en hun klanten;
5° de marktkramers mogen geen voeding of dranken aanbieden voor consumptie ter plaatse;
6° bezoekers mogen op de markten geen voeding of dranken nuttigen;
7° er wordt een organisatie of een systeem ingevoerd om te controleren hoeveel klanten er op de markt aanwezig zijn;
8° er wordt een éénrichtingsverkeersplan opgesteld, met afzonderlijke toe- en uitgangen tot en van de markt, tenzij er in uitzonderlijke omstandigheden een gemotiveerde afwijking wordt toegestaan door de bevoegde lokale overheid, die een alternatieve oplossing bepaalt.
Er wordt individueel gewinkeld en gedurende een periode van maximum 30 minuten.
In afwijking van het tweede lid, mag een volwassene de minderjarigen van hetzelfde huishouden of personen die nood hebben aan begeleiding, vergezellen.
Onverminderd artikel 5 en onverminderd de opdrachten van de hulp- en interventiediensten, wordt de toegang tot de markten door de bevoegde lokale overheid op dusdanige wijze georganiseerd, zodat de regels van de social distancing kunnen worden gerespecteerd, in het bijzonder het behoud van een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon, evenals de passende preventiemaatregelen die minstens gelijkwaardig zijn aan deze van de "Gids voor de opening van de handel"."

 

Art. 8. Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
" § 1. Behoudens andersluidende strengere of minder strenge bepaling voorzien door dit besluit, zijn samenscholingen van meer dan vier personen, kinderen tot en met 12 jaar niet meegeteld, enkel toegelaten onder de voorwaarden voorzien en voor de activiteiten toegelaten door dit artikel.
§ 2. De leden van eenzelfde huishouden mogen zich samen verplaatsen.
§ 3. Enkel de echtgenoten, hun kinderen tot en met 12 jaar, hun getuigen en de ambtenaar van de burgerlijke stand of de bedienaar van de eredienst mogen huwelijken bijwonen.
Tijdens de activiteiten bedoeld in het eerste lid dienen de volgende minimale regels te worden nageleefd:
1° de uitbater of organisator informeert de bezoekers en personeelsleden tijdig en duidelijk zichtbaar over de geldende preventiemaatregelen en verstrekken de personeelsleden een passende opleiding;
2° een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon wordt gegarandeerd;
3° het bedekken van de mond en neus met een mondmasker en het dragen van andere persoonlijke beschermingsmiddelen worden steeds sterk aanbevolen in de inrichting en worden er gebruikt indien de regels van de social distancing niet kunnen worden nageleefd omwille van de aard van de uitgeoefende activiteit, onverminderd artikel 25 ;
4° de activiteit moet zo worden georganiseerd dat samenscholingen worden vermeden;
5° de uitbater of organisator stelt middelen voor de noodzakelijke handhygiëne ter beschikking van het personeel en de bezoekers;
6° de uitbater of organisator neemt de gepaste hygiënemaatregelen om de inrichting en het gebruikte materiaal regelmatig te desinfecteren;
7° de uitbater of organisator zorgt voor een goede verluchting.
§ 4. Een maximum van 15 personen, kinderen tot en met 12 jaar niet meegeteld, mag begrafenissen en crematies bijwonen, zonder de mogelijkheid van blootstelling van het lichaam.
Tijdens de activiteiten bedoeld in het eerste lid dienen de minimale regels bedoeld in het tweede lid van de derde paragraaf te worden nageleefd.
§ 5. Een maximum van 50 kinderen tot en met 12 jaar mag de volgende activiteiten bijwonen:
1° de activiteiten in georganiseerd verband, in het bijzonder door een club of vereniging, steeds in aanwezigheid van een meerderjarige trainer, begeleider of toezichter;
2° de kampen, stages en activiteiten met naleving van de regels voorzien in artikel 18.
§ 6. Professionele sportieve wedstrijden en professionele sporttrainingen kunnen enkel plaatsvinden zonder publiek.
§ 7. Niet-professionele sportieve wedstrijden en niet-professionele sporttrainingen kunnen enkel plaatsvinden voor deelnemers tot en met 12 jaar. Deze wedstrijden en trainingen mogen enkel worden bijgewoond door één lid van het huishouden van de deelnemers.
§ 8. Wanneer een wedstrijd wordt georganiseerd op de openbare weg, is de voorafgaande toelating van de bevoegde lokale overheid overeenkomstig artikel 16 vereist.
§ 9. Een maximum van 100 deelnemers mag statische betogingen bijwonen die plaatsvinden op de openbare weg, waar de social distancing kan worden gerespecteerd, en die voorafgaand werden toegelaten door de bevoegde gemeentelijke overheid overeenkomstig artikel 16."

 

Art. 9. Hetzelfde besluit wordt aangevuld met een artikel 15bis, luidende:
"Ieder huishouden mag per lid maximum één zelfde duurzaam onderhouden nauw contact per 6 weken per keer in huis of in een toeristisch logies ontvangen, onverminderd artikel 23.
Een alleenstaande mag naast het duurzaam onderhouden nauw contact bedoeld in het eerste lid één bijkomende persoon in huis of in een toeristische logies ontvangen op een ander moment.
In afwijking van het tweede lid, mag een alleenstaande het duurzaam onderhouden nauw contact en de bijkomende persoon tegelijkertijd in huis of in een toeristische logies ontvangen op 24 of 25 december 2020."

 

Art. 10. Hetzelfde besluit wordt aangevuld met een artikel 18bis, luidende:
"De bevoegde lokale overheid kan toestemming verlenen voor het laten plaatsvinden van kiesverrichtingen die een buitenlandse Natie voor diens stemgerechtigden wil organiseren in België in bepaalde inrichtingen."

 

Art. 11. Artikel 26 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
"Inbreuken op de bepalingen van de volgende artikelen worden beteugeld met de straffen bepaald door artikel 187 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid:
- artikelen 5 tot en met 11, met uitzondering van de bepalingen die betrekking hebben op de relatie tussen de werkgever en de werknemer;
- artikel 13, met uitzondering van de bepalingen die betrekking hebben op de relatie tussen de werkgever en de werknemer, en op de verplichtingen van de bevoegde gemeentelijke overheid;
- artikelen 14, 15, 15bis, 19, 21 en 25."

 

Art. 12. Artikel 27 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een vierde paragraaf, luidende:
" § 4. Naast de politiediensten bedoeld in paragraaf 2, hebben de ambtenaren van de Algemene Directie Economische Inspectie van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie als opdracht toe te zien op de naleving van de artikelen 7bis, § 1 en 8, §§ 2, 3 en 4.
Dit toezicht, met inbegrip van de opsporing en vaststelling van de inbreuken op de artikelen 7bis, § 1 en 8, §§ 2, 3 en 4 bedoeld in artikel 26, gebeurt overeenkomstig de bepalingen van boek XV, titel 1, hoofdstuk 1, van het Wetboek van economisch recht, waarbij toepassing kan worden gemaakt van de procedures bedoeld in de artikelen XV.31 en XV.61 van hetzelfde Wetboek.
Indien toepassing wordt gemaakt van de procedure bedoeld in artikel XV.61 van hetzelfde Wetboek, zijn het koninklijk besluit van 10 april 2014 betreffende de transactie bij inbreuken op de bepalingen van het Wetboek van economisch recht en zijn uitvoeringsbesluiten van toepassing."

 

Art. 13. Artikel 28 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
"De maatregelen voorzien in dit besluit zijn van toepassing tot 15 januari 2021."

 

Art. 14. De bijlage bij het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, wordt vervangen door de bijlage gevoegd bij dit besluit.
 

Art. 15. Dit besluit treedt in werking op 1 december 2020, behalve andersluidende bepaling.
 

Brussel, 28 november 2020
De Minister van Binnenlandse Zaken,
A. VERLINDEN

Bijlage bij het ministerieel besluit van 28 november 2020

 

Handelszaken, private en publieke bedrijven en diensten die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de vitale belangen van de Natie en de behoeften van de bevolking
De handelszaken, private en publieke bedrijven en diensten die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de vitale belangen van de Natie en de behoeften van de bevolking, zijn de volgende:
- De wetgevende en uitvoerende machten, met al hun diensten;
- De medische zorginstellingen, met inbegrip van de diensten voor preventieve gezondheidszorg;
- De diensten voor zorg, opvang en bijstand voor oudere personen, voor minderjarigen, voor mindervalide personen en voor kwetsbare personen, met inbegrip van slachtoffers van intrafamiliaal en seksueel geweld;
- De instellingen, diensten en bedrijven die verantwoordelijk zijn voor toezicht, controle en crisisbeheer voor milieuzorg en gezondheidszorg;
- De asiel en migratiediensten met inbegrip van asielopvang en detentie in het kader van gedwongen terugkeer;
- De integratie en inburgeringsdiensten;
- De telecominfrastructuur en -diensten (met inbegrip van het vervangen en verkopen van telefoontoestellen, modems, simkaarten en het uitvoeren van installaties) en digitale infrastructuur;
- De media, de journalisten en de diensten van de communicatie;
- De diensten voor de afvalophaling en -verwerking;
- De hulpverleningszones;
- De diensten en bedrijven voor het beheer van vervuilde gronden;
- De diensten van private en bijzondere veiligheid;
- De politiediensten;
- De diensten van de medische hulpverlening en de dringende medische hulpverlening;
- Defensie en de veiligheids- en defensie-industrie;
- De Civiele Bescherming;
- De inlichtingendiensten- en veiligheidsdiensten, met inbegrip van het OCAD;
- De justitiediensten en de beroepen die daaraan verbonden zijn: justitiehuizen, magistratuur en penitentiaire instellingen, jeugdinstellingen, elektronisch toezicht, gerechtsdeskundigen, gerechtsdeurwaarders, gerechtspersoneel, vertalers-tolken, advocaten, met inbegrip van de psycho-medische-sociale centra voor het herstel in het recht tot sturen, en de diensten voor slachtofferonthaal;
- De Raad van State en de administratieve rechtscolleges;
- Het Grondwettelijk Hof;
- De internationale instellingen en diplomatieke posten;
- De noodplannings- en crisisbeheerdiensten, met inbegrip van Brussel Preventie en Veiligheid;
- De Algemene Administratie van douane en accijnzen;
- De omgevingen van kinderopvang en scholen, met het oog op het organiseren van opvang, internaten, opvangtehuizen en permanente zorginstellingen;
- De universiteiten en hogescholen;
- De taxidiensten, de diensten van het openbaar vervoer, het spoorvervoer van personen en goederen, andere vervoersmodi van personen en goederen en logistiek, en de essentiële diensten ter ondersteuning van deze transportmodi.
- De leveranciers en transporteurs van brandstoffen, en de leveranciers van brandhout;
- De handelszaken en bedrijven die tussenkomen in het kader van de agro-voedselketen, dierenvoeding, de voedingsnijverheid, land- en tuinbouw, productie van meststoffen en andere essentiële grondstoffen voor de agro-voedingsindustrie en visserij;
- Dierenartsen, inseminatoren voor de veeteelt en dienst van vilbeluik;
- Diensten voor de verzorging, opvang en het asiel van dieren;
- Dierenvervoer;
- De bedrijven actief in het kader van de productie van persoonlijke hygiëne producten;
- De productieketens die niet kunnen worden stilgelegd omwille van technische of veiligheidsredenen;
- De verpakkingsindustrie verbonden aan de toegelaten activiteiten;
- De apotheken en farmaceutische industrie;
- De hotels;
- De pech-, herstellings-, onderhouds- en naverkoopdiensten voor voertuigen (inclusief fietsen), alsook het ter beschikking stellen van vervangwagens en het vervangen van banden;
- De diensten die essentieel zijn voor dringende herstellingen die een veiligheids- of hygiënerisico inhouden;
- De bedrijven actief in de sector van de schoonmaak, het onderhoud en de herstelling voor de andere cruciale sectoren en essentiële diensten;
- De postdiensten;
- De begrafenisondernemingen, grafdelvers en crematoria;
- De overheidsdiensten en -infrastructuur die een rol hebben in de essentiële dienstverlening van de toegelaten categorieën;
- De waterhuishouding;
- De inspectie- en controlediensten;
- De sociale secretariaten;
- De noodcentrales en ASTRID;
- De meteo- en weerdiensten;
- De uitbetalingsinstellingen van sociale prestaties;
- De energiesector (gas, elektriciteit, en olie): opbouw, productie, raffinaderij, opslag, transmissie, distributie, markt;
- De watersector: drinkwater, zuivering, winning, distributie, en het oppompen;
- De chemische industrie, inclusief contracting en onderhoud;
- De productie van medische instrumenten;
- De financiële sector: banken, elektronisch betalingsverkeer en alle diensten die hiervoor nuttig zijn, handel in effecten, financiële markinfrastructuur, buitenlandse handel, diensten die instaan voor de bevoorrading van cash geld, geldtransporten, geldverwerkers en de financiële berichtgeving tussen banken, de diensten verricht door accountants, belastingconsulenten, erkende boekhouders en erkende boekhouder-fiscalisten;
- De verzekeringssector;
- De grondstations van ruimtevaartsystemen;
- De productie van radio-isotopen;
- Het wetenschappelijk onderzoek van vitaal belang;
- Het nationaal, internationaal transport en logistiek;
- Het luchtvervoer, de luchthavens en de essentiële diensten ter ondersteuning van het luchtvervoer, de grondafhandeling, de luchthavens, de luchtvaartnavigatie en de luchtverkeersleiding en -planning;
- De havens, maritiem vervoer, estuaire vaart, short sea shipping, goederenvervoer over water, binnenvaart en de essentiële diensten ter ondersteuning hiervan;
- De nucleaire en radiologische sector;
- De cementindustrie ;
- De notariaten ;
- De technische keuring van de voertuigen;
- De syndici ;
- De juridische diensten van de representatieve werknemersorganisaties.
- Dienstverlening betreffende haarwerken en -implantaten noodzakelijk voor personen met een medische aandoening.

Voor de private sector, wordt bovenstaande lijst samen gelezen met onderstaande lijst van paritaire comités en beperkingen.

Beperkingen

102.9 Subcomité van de groeven van kalksteen en kalkovens

 

104 Paritair comité voor de ijzernijverheid

Volcontinu bedrijven.

105 Paritair comité voor non-ferro metalen

Volcontinu bedrijven.

106 Paritair comité voor het cementbedrijf

Beperkt tot de productieketting van de ovens op hoge temperaturen (belangrijk voor afvalverwerking).

109 Paritair comité voor het kleding- en confectiebedrijf

Beperkt tot:
- de productie van medisch textiel gebruikt in ziekenhuizen en zorginstellingen;
- de toelevering van medisch textiel en medische kledij aan ziekenhuizen en zorginstellingen en
de toelevering van cleanroom kledij aan farmaceutische bedrijven.

110 Paritair comité voor textielverzorging

 

111 Paritair comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw

Beperkt tot :
1° productie, toelevering, onderhoud en herstelling van landbouwmachines en installaties van bedrijven behorende tot de cruciale sectoren en essentiële diensten;
2° de veiligheids- en defensie-industrie en
de productie van materiaal voor de medische en (para)farmaceutische industrie.

112 Paritair comité voor het garagebedrijf

Beperkt tot pech-, herstellings-, onderhouds-, naverkoop- en takeldiensten en bandenwissel.

113 Paritair comité voor het ceramiekbedrijf

Beperkt tot continue ovens.

113.04 Paritair subcomité voor de pannenbakkerijen

Beperkt tot continue ovens.

114 Paritair comité voor de steenbakkerij

Beperkt tot continue ovens.

115 Paritair comité voor het glasbedrijf

Beperkt tot continue vuurovens.

116 Paritair comité voor de scheikundige nijverheid

Alles behalve NACE Codes : 203, 2012, 2030, 2042, 2052, 2222, 2229, 2352, 20120, 20300, 20412, 20420, 20520, 22220, 23520.

117 Paritair comité voor de petroleumnijverheid en -handel

 

118 Paritair comité voor de voedingsnijverheid

 

119 Paritair comité voor de handel in voedingswaren

 

120 Paritair comité voor de textielnijverheid

Beperkt tot:
1° de sector van de persoonlijke hygiëne producten, waaronder incontinentieproducten, baby-luiers en dameshygiëneproducten;
2° de productie van medisch textiel gebruikt in ziekenhuizen en zorginstellingen;
3° de toelevering van medisch textiel en medische kledij aan ziekenhuizen en zorginstellingen en
de toelevering van cleanroom kledij aan farmaceutische bedrijven.

121 Paritair comité voor de schoonmaak

 

124 Paritair comité voor het bouwbedrijf

 

125 Paritair comité voor de houtnijverheid

 

126 Paritair comité voor de stoffering en houtbewerking

 

127 Paritair comité voor de handel in brandstoffen

 

129 Paritair comité voor de voortbrenging van papierpap, papier en karton

Beperkt tot de verpakkingen uit papier en karton, tot zakdoekjes en toiletpapier, evenals tot papier voor kranten alsook tot grafisch papier en papierpulp.

130 Paritair comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf

Beperkt tot:
- drukken van dag- en weekblad en
drukken van toepassingen (etiketten, labels) nodig voor de voedings- en agro-industrie, en het drukken van bijsluiters en verpakkingen voor de farmaceutische industrie.

132 Paritair comité voor ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken

 

136 Paritair comité voor de papier en kartonbewerking

Beperkt tot de verpakkingen uit papier en karton, tot zakdoekjes en toiletpapier, evenals tot papier voor kranten.

139 Paritair comité voor de binnenscheepvaart

 

140 Paritair comité voor het vervoer en de logistiek Subcomités: 140.01,140.03, 140.04

Beperkt tot personenvervoer, wegvervoer, spoorvervoer, logistiek en grondafhandeling voor luchthavens.

140.05 Paritair subcomité voor de verhuizing

 

142 Paritair comité voor de ondernemingen waar teruggewonnen grondstoffen opnieuw ter waarde worden gebracht
Subcomités : 142.01, 142.02, 142.03, 142.04

Beperkt tot afvalophaling en/of -verwerking.

143 Paritair comité voor de zeevisserij

 

144 Paritair comité voor de landbouw

 

145 Paritair comité voor het tuinbouwbedrijf

 

149.01 Paritair subcomité voor de elektriciens: installatie en distributie

 

149.02 Paritair subcomité voor het koetswerk

 

149.03 Paritair subcomité voor de edele metalen

Beperkt tot machineonderhoud en herstellingen.

149.04 Paritair subcomité voor de metaalhandel

Beperkt tot onderhoud en herstelling.

152 Paritair comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs
Subcomités: 152.01, 152.02

 

200 Aanvullend Paritair comité voor de bedienden

Beperkt tot de bedienden noodzakelijk bij onderhoud, herstelling, productie en toelevering van bedrijven die behoren tot de cruciale sectoren en de essentiële diensten.

201 Paritair comité voor de zelfstandige kleinhandel

 

202 Paritair comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren

 

202.01 Paritair subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven

 

207 Paritair comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid

Alles behalve NACE Codes : 203, 2012, 2030, 2042, 2052, 2222, 2229, 2352, 20120, 20300, 20412, 20420, 20520, 22220, 23520.

209 Paritair comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid

Beperkt tot:
- productie, toelevering, onderhoud en herstelling van installaties van bedrijven behorende tot de cruciale sectoren en de essentiële diensten;
- de veiligheids- en defensie-industrie en de productie van materiaal voor de medische en (para)farmaceutische industrie.

210 Paritair comité voor de bedienden van de ijzernijverheid

 

211 Paritair comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel

 

216 Paritair comité voor de notarisbedienden

 

220 Paritair comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid

 

221 Paritair comité voor de bedienden uit de papiernijverheid

Beperkt tot de verpakkingen uit papier en karton, tot zakdoekjes en toiletpapier, evenals tot papier voor kranten, alsook tot grafisch papier en papierpulp.

222 Paritair comité voor de bedienden van de papier- en kartonbewerking

Beperkt tot de verpakkingen uit papier en karton, tot zakdoekjes en toiletpapier, evenals tot papier voor kranten, alsook tot grafisch papier en papierpulp.

224 Paritair comité voor de bedienden van de non-ferro metalen

Volcontinu bedrijven.

225 Paritair comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs Subcomités: 225.01, 225.02

 

226 Paritair comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de logistiek

 

227 Paritair comité voor de audiovisuele sector

Beperkt tot radio en televisie.

301 Paritair comité voor het havenbedrijf

 

302 Paritair comité voor het hotelbedrijf

Beperkt tot de hotels.

304 Paritair comité voor de vermakelijkheidsbedrijven

Beperkt tot radio en televisie.

309 Paritair comité voor de beursvennootschappen

 

310 Paritair comité voor de banken

 

311 Paritair comité voor de grote kleinhandelszaken

 

312 Paritair comité voor de warenhuizen

 

313 Paritair comité voor de apotheken en tarificatiediensten

 

315 Paritair comité voor de handelsluchtvaart (en subcomités)

 

316 Paritair comité voor koopvaardij

 

317 Paritair comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten

 

318 Paritair comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp (en subcomités)

 

319 Paritair comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen (en subcomités)

 

320 Paritair comité voor de begrafenisondernemingen

 

321 Paritair comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen

 

322 Paritair comité voor de uitzendarbeid en erkende ondernemingen die buurtwerken of- diensten leveren

Beperkt tot de dienstverlening aan de bedrijven behorende tot de cruciale sectoren en de essentiële diensten voor wat betreft de uitzendarbeid, en beperkt tot zorg en welzijnswerk aan kwetsbare doelgroepen en tot de huishoudens overeenkomstig het protocol, voor wat betreft de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren.

326 Paritair comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf

 

327 Paritair comité voor de beschutte werkplaatsen, de sociale werkplaatsen en de maatwerkbedrijven

Beperkt tot toelevering van bedrijven behorende tot de cruciale sectoren en de essentiële diensten.

328 Paritair comité voor het stads- en streekvervoer

 

329 Paritair comité voor de socioculturele sector

Beperkt tot:
- zorg, welzijn (inclusief de hulpverleners en jeugdwelzijnswerkers) en voedselbedeling;
- de monumentenwacht en
niet-commerciële radio en televisie.

330 Paritair comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten

 

331 Paritair comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector

 

332 Paritair comité voor de Franstalige en Duitstalige welzijns- en gezondheidssector

 

335 Paritair comité voor de dienstverlening aan en de ondersteuning van het bedrijfsleven en de zelfstandigen

Beperkt tot de sociale secretariaten en de sociale verzekeringsfondsen, de kinderbijslagkassen en de ondernemingsloketten.

336 Paritair comité voor de vrije beroepen

 

337 Aanvullend paritair comité voor de non-profitsector

Beperkt tot:
- zorg en welzijnswerk aan kwetsbare doelgroepen;
- het Instituut voor Tropische Geneeskunde en
de mutualiteiten.

339 Paritair comité voor de erkende maatschappijen voor sociale huisvesting (en subcomités)

 

340 Paritair comité voor de orthopedische technologieën

 

Update 27/11 : Beslissingen van het Overlegcomité

Het Overlegcomité nam volgende beslissingen:

1. Heropening van winkels onder strikte voorwaarden

Niet-essentiële winkels mogen opnieuw openen met vanaf 1 december 2020.
Er gelden echter strikte hygiënische voorwaarden:

  • Strikte opvolging van de basisregels zoals handen wassen, afstand houden en het dragen van een mondmasker.
  • Preventiemaatregelen moeten zichtbaar aangekondigd zijn voor alle bezoekers, inclusief personeelsleden en leveranciers.
  • Aan de ingang moet ontsmettende handgel ter beschikking zijn; iedereen die de winkel betreedt moet zijn/haar handen ontsmetten.
  • Personeel krijgt een passende opleiding.
  • Individueel winkelen met één volwassene per winkelbeurt. Het gezelschap van kinderen tot en met 18 jaar wordt zoveel mogelijk beperkt.
  • Een winkelbezoek wordt tot een minimum beperkt en duurt maximaal 30 minuten.
  • Winkels zijn verantwoordelijk voor het beheer van de wachtrijen buiten de winkel.  Er moet toezicht zijn op buitenstaande wachtende winkelaars, zodat de afstandsregels gerespecteerd worden. De organisatie buiten de winkel gebeurt volgens de richtlijnen van de lokale overheden.

De voorwaarden hebben ook betrekking op het maximaal aantal klanten per vierkante meter toegankelijke vloeroppervlakte:

  • Voor winkels geldt de norm van één klant per 10 m².
  • Winkels met een oppervlakte van minder dan 20 m² laten maximaal 2 klanten tegelijk toe, mits respecteren van de afstandsregels.
  • Grote winkels van meer dan 400 m² dienen verplicht een toegangscontrole te voorzien.
  • De toegang tot de winkelcentra, winkelstraten en parkings wordt door de bevoegde gemeentelijke overheid, in overeenstemming met de instructies van de minister van Binnenlandse Zaken, zo georganiseerd, dat de afstandsregels kunnen worden gerespecteerd, in het bijzonder het behoud van een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon.

Musea en zwembaden mogen openen conform het protocol van hun sector.

2. Kerstperiode

Ook tijdens de kerstperiode blijven de sociale contactregels gelden. Alleenstaanden zullen op Kerstavond of Kerstdag wel hun beide contacten tegelijkertijd kunnen ontvangen om tegemoet te komen aan hun psychosociaal welzijn.

Voor samenkomsten buiten blijft de regel van vier gelden.

De avondklok tussen middernacht en 5.00 uur blijft van kracht, net als het geldende samenscholingsverbod. Er komt ook een algemeen verbod op het verkopen en afsteken van vuurwerk.

3. Scherpere controle op reizen

Voor personen die langer dan 48 uur in het buitenland verbleven en langer dan 48 uur in België zullen verblijven, zal strenger worden gecontroleerd worden op:

  • Het invullen van het Passenger Locator Form
  • Het naleven van de verplichte quarantaine

Alle bovenstaande maatregelen gelden tot 15 januari 2021. Begin januari wordt een evaluatie gemaakt op basis van de medische indicatoren om te kijken of een overgang naar de beheersfase (zie onder) mogelijk is en voor welke sectoren.  

Neergaande en beheersfase

Het Overlegcomité besliste ook om naar twee fases te gaan in het sanitair beheer:

  1. Een neergaande fase waarin men de besmettingscijfers zo snel mogelijk bedwingt, met strikte maatregelen.
  2. Een beheersfase waarin de protocollen per sector van kracht zijn. De bestaande sectorprotocollen met verschillende versies per alarmniveau worden herleid tot één protocol per sector. Dit protocol geldt dan voor de beheersfase en schrijft voor hoe men zich moet gedragen in een samenleving die “coronaproof” is.  

Om van de neergaande fase naar de beheersfase te kunnen gaan, moet de incidentie voldoende lang voldoende laag zijn. Ook zullen niet alle sectoren op hetzelfde ogenblik in dezelfde fase zitten. Dit zal sterk afhangen van de epidemiologische risico van de sector.

Update 01/11 : MB - maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken

1 NOVEMBER 2020. — Ministerieel besluit houdende wijziging van -het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken

 

Artikel 1 van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, wordt vervangen als volgt:

“Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

1° ″onderneming″: elke natuurlijke of rechtspersoon die op duurzame wijze een economisch doel nastreeft;

2° ″consument″: elke natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die niet onder zijn commerciële, industriële, ambachtelijke activiteit of activiteit van een vrij beroep vallen;

3°“protocol”: het document bepaald door de bevoegde minister in overleg met de betrokken sector dat de regels bevat die de ondernemingen en verenigingen van de bedoelde sector dienen toe te passen bij de uitoefening van hun activiteiten;

4°“vervoerder”, bedoeld in artikel 21: de openbare of private luchtvervoerder, de openbare of private zeevervoerder, binnenvaartvervoerder;5°“gouverneur”: de provinciegouverneur of de krachtens artikel 48 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen bevoegde overheid van de Brusselse agglomeratie;

6°″huishouden″: personen die onder hetzelfde dak wonen;

7°“gebruiker”: iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon bij wie of voor wie door personen bedoeld in artikel 3 rechtstreeks of in onderaanneming werkzaamheden worden verricht;

8°“grensarbeider”: een werknemer die arbeid in loondienst verricht in een Lidstaat maar in een andere Lidstaat zijn woonplaats heeft waarnaar die werknemer in de regel dagelijks of ten minste éénmaal per week terugkeert;

9°“personeelslid”: elke persoon die werkt in of voor een onderneming, vereniging of dienst;

10°“vakantiepark”: het geheel van vakantieverblijven aangeboden in de toeristische sector;

11°“bungalowpark”: het geheel van bungalows en/of chalets in een aangelegde omgeving en aangeboden in de toeristische sector;

12°“camping”: een terrein met voorzieningen om te kamperen, aangeboden in de toeristische sector.”

 

Art. 2. Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:

“§1. Telethuiswerk is verplicht bij alle ondernemingen, verenigingen en diensten voor alle personeelsleden, tenzij dit onmogelijk is omwille van de aard van de functie of de continuïteit van de bedrijfsvoering, de activiteiten of de dienstverlening.

Indien telethuiswerk niet kan worden toegepast, nemen de ondernemingen, verenigingen en diensten de maatregelen bedoeld in paragraaf 2 om de maximale naleving van de regels van social distancing te garanderen, in het bijzonder het behoud van een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon. Ze bezorgen de personeelsleden die niet kunnen telethuiswerken een attest of elk ander bewijsstuk dat de noodzaak van hun aanwezigheid op de werkplaats bevestigt.

De handelszaken, private en publieke bedrijven en diensten die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de vitale belangen van de Natie en de behoeften van de bevolking bedoeld in de bijlage van dit besluit, alsook de producenten, leveranciers, aannemers en onderaannemers van goederen, werken en diensten die essentieel zijn voor de activiteit van deze ondernemingen en deze diensten, nemen de maatregelen bedoeld in paragraaf 2 om de regels van de social distancing in de mate van het mogelijke toe te passen.

§ 2. De ondernemingen, verenigingen en diensten nemen tijdig passende preventiemaatregelen om de regels van social distancing te garanderen en een maximaal niveau van bescherming te bieden.

Deze passende preventiemaatregelen zijn veiligheids-en gezondheidsvoorschriften van materiële, technische en/of organisatorische aard zoals bepaald in de “Generieke gids om de verspreiding van

COVID-19 op het werk tegen te gaan”, die ter beschikking wordt gesteld op de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, aangevuld met richtlijnen op sectoraal en/of ondernemingsniveau, en/of andere passende maatregelen die minstens een gelijkwaardig niveau van bescherming bieden. Collectieve maatregelen hebben steeds voorrang op individuele maatregelen.

Deze passende preventiemaatregelen worden op het niveau van de onderneming, vereniging of dienst uitgewerkt en genomen met inachtneming van de geldende regels van het sociaal overleg, of bij ontstentenis daarvan in overleg met de betrokken personeelsleden, en in overleg met de diensten voor preventie en bescherming op het werk.

De ondernemingen, verenigingen en diensten informeren de personeelsleden tijdig over de geldende preventiemaatregelen en verstrekken hun een passende opleiding. Ze informeren ook derden tijdig over de geldende preventiemaatregelen.

Werkgevers, werknemers en derden zijn ertoe gehouden de in de onderneming, vereniging of dienst geldende preventiemaatregelen toe te passen.

§3. De sociaal inspecteurs van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en sociaal overleg zijn belast met het informeren en begeleiden van werkgevers en werknemers van de ondernemingen en verenigingen, en overeenkomstig het Sociaal Strafwetboek met het toezien op de naleving van de verplichtingen die gelden in deze ondernemingen, verenigingen en diensten overeenkomstig paragrafen1en2.”

 

Art. 3. Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:

“Onverminderd artikel 8, oefenen de ondernemingen en verenigingen die goederen of diensten aanbieden aan consumenten hun activiteiten uit overeenkomstig het protocol of de daartoe op de website van de bevoegde overheidsdienst bekendgemaakte minimale algemene regels.

Bij gebrek aan een dergelijk protocol of van toepassing zijnde Gids dienen de volgende minimale regels te worden nageleefd:

1° de onderneming of vereniging informeert de klanten en personeelsleden tijdig over de geldende preventiemaatregelen en verstrekken de personeelsleden een passende opleiding;

2° een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon wordt gegarandeerd;

3° de klanten worden toegelaten gedurende een periode van maximum 30 minuten of zolang als gebruikelijk in geval van een afspraak;

4°één klant per 10 m_ wordt toegelaten;

5° indien de voor klanten toegankelijke vloeroppervlakte minder dan 20 m_ bedraagt, is het toegelaten om twee klanten te ontvangen, mits een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon gegarandeerd is;

6° mondmaskers en andere persoonlijke beschermingsmiddelen worden steeds sterk aanbevolen in de onderneming of vereniging en worden er gebruikt indien de regels van de social distancing niet kunnen worden nageleefd omwille van de aard van de uitgeoefende activiteit;

7° de activiteit moet zo worden georganiseerd dat samenscholingen worden vermeden;

8° de onderneming of vereniging stelt middelen voor de noodzakelijke handhygiëne ter beschikking van het personeel en de klanten;

9° de onderneming of vereniging neemt de gepaste hygiënemaatregelen om de inrichting en het gebruikte materiaal regelmatig te desinfecteren;

10° de onderneming of vereniging zorgt voor een goede verluchting;

11° een contactpersoon wordt aangeduid en bekendgemaakt, zodat klanten en personeelsleden een mogelijke besmetting met het coronavirus COVID-19 kunnen melden met het oog op het vergemakkelijken van contact tracing;

12° terrassen en openbare ruimten worden georganiseerd overeenkomstig de voorschriften bepaald door de gemeentelijke overheden en met respect voor dezelfde regels als deze die binnen gelden.

Er wordt individueel gewinkeld of met maximum één andere persoon van hetzelfde huishouden of waarmee men een duurzaam nauw contact onderhoudt.

In afwijking van het derde lid, mag een volwassene de minderjarigen van hetzelfde huishouden of de personen die nood hebben aan begeleiding, vergezellen.”

 

Art. 4. Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:

Ҥ 1. De inrichtingen die behoren tot de horecasector en andere eeten drankgelegenheden zijn gesloten, behalve voor het aanbieden en leveren van afhaalmaaltijden en niet-alcoholische dranken om mee te nemen tot ten laatste 22.00 uur. Afhaalmaaltijden mogen samen worden aangeboden en/of geleverd met alcoholische dranken tot 20.00 uur.

In afwijking van het eerste lid mogen de volgende inrichtingen openblijven:

1° alle logiesvormen, met uitsluiting van hun restaurant, drankgelegenheden en andere gemeenschappelijke faciliteiten;

2° de grootkeukens en eetzalen voor verblijf-, school-, leef-en werkgemeenschappen;

3° de collectieve faciliteiten voor dak-en thuislozen;

4° de eet-en drankgelegenheden in de transitzones van de luchthavens;

5° de sanitaire voorzieningen op de dienstenzones langs de snelwegen.

In afwijking van het tweede lid, 1° zijn de vakantieparken, bungalowparken en campings gesloten voor het publiek vanaf 3 november 2020, met uitzondering van de vakantieverblijven, bungalows, chalets en kampeervoorzieningen die dienen voor het gebruik door de eigenaar en/of diens huishouden, of door een huishouden dat er zijn gewoonlijke verblijfplaats heeft, en enkel voor dit gebruik.

§ 2. Voor de horeca-activiteiten die door dit besluit worden toegelaten, gelden bij het ontvangen van klanten minstens de volgende specifieke modaliteiten, onverminderd artikel 5:

1° de tafels worden zo geplaatst dat een afstand van minstens 1,5 meter tussen de tafelgezelschappen wordt gegarandeerd, tenzij de tafels worden gescheiden door een plexiglazen wand of een gelijkwaardig alternatief, met een minimale hoogte van 1,8 meter;

2° een maximum van 4 personen per tafel is toegestaan;

3° enkel zitplaatsen aan tafel zijn toegestaan;

4° elke persoon moet aan zijn eigen tafel blijven zitten;

5° het dragen van een mondmasker of, wanneer dit niet mogelijk is omwille van medische redenen, van een gelaatsscherm is verplicht voor het personeel;

6° er is geen enkele bediening aan de bar toegestaan;

7° de contactgegevens van één klant per tafel, die zich kunnen beperken tot een telefoonnummer of een e-mailadres, worden geregistreerd bij aankomst en bewaard, met respect voor de bescherming van de persoonsgegevens, gedurende 14 kalenderdagen teneinde enig later contactonderzoek te faciliteren. Voor de klanten die dit weigeren wordt de toegang tot de inrichting bij aankomst geweigerd. Die contactgegevens mogen enkel worden gebruikt voor de doeleinden van de strijd tegen COVID-19, en ze moeten worden vernietigd na 14 kalenderdagen.

In afwijking van het eerste lid, 2°, mag een huishouden een tafel delen, ongeacht de grootte van dat huishouden.”

 

Art. 5. Hetzelfde besluit wordt aangevuld met een artikel 7bis, luidende:

Ҥ 1. Huis-aan-huis-en leurdersactiviteiten, van welke aard dan ook, zijn verboden.

§ 2. Teambuildings met fysieke aanwezigheid zijn verboden.”

 

Art. 6. Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:

Ҥ 1. De inrichtingen of onderdelen van inrichtingen die behoren tot de culturele, feestelijke, sportieve, recreatieve en evenementensector worden gesloten voor het publiek, met inbegrip van onder meer:

1° de casino’s, speelautomatenhallen en wedkantoren;

2° de wellnesscentra, met inbegrip van onder meer sauna’s, jacuzzi’s, stoomcabines en hammams;

3° de discotheken en dancings;

4° de feest-en receptiezalen;

5° de pretparken;

6° de binnenspeeltuinen;

7° de dierentuinen en dierenparken;

8° de bowlingzalen;

9° de kermissen, jaarmarkten, brocantemarkten, rommelmarkten, kerstmarkten en winterdorpen;

10° de zwembaden;

11° de handelsbeurzen, met inbegrip van de salons;

12° de bioscopen.

In afwijking van het eerste lid, mogen geopend blijven:

1° de buitenspeeltuinen;

2° de buitengedeelten van natuurparken en openluchtmusea, met inbegrip van de ingang, uitgang, sanitaire voorzieningen, eerste hulp en noodgebouwen;

3° de bibliotheken, spelotheken en mediatheken;

4° de gebouwen der erediensten en de gebouwen bestemd voor de openbare uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening;

5° de buitengedeelten van sportinfrastructuren;

6° de overdekte paardenpistes in manèges en paardenrenbanen, en dit enkel met het oog op het welzijn van het dier;

7° de culturele plaatsen, maar enkel voor:

-groepen van kinderen tot en met 12 jaar, in het kader van schoolse of buitenschoolse activiteiten van het leerplichtonderwijs;

-stages en activiteiten voor kinderen tot en met 12 jaar;

8° sportzalen en -voorzieningen, maar dit enkel voor:

-voor zover het geen zwembad betreft, groepen van kinderen tot en met 12 jaar in het kader van schoolse of buitenschoolse activiteiten van het leerplichtonderwijs;

-voor zover het geen zwembad betreft, sportactiviteiten, -stages en

-kampen georganiseerd of toegelaten door de lokale overheid voor kinderen tot en met 12 jaar;

-trainingen van professionele sporters;

-professionele wedstrijden;

-andere activiteiten dan sportactiviteiten, voor zover deze zijn toegelaten volgens de bepalingen van dit besluit en de geldende protocollen.

In de inrichtingen bedoeld in het tweede lid dienen de volgende minimale regels te worden nageleefd:

1° de uitbater of organisator informeert de bezoekers en personeelsleden tijdig over de geldende preventiemaatregelen en verstrekken de personeelsleden een passende opleiding;

2° een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon wordt gegarandeerd;

3° mondmaskers en andere persoonlijke beschermingsmiddelen worden steeds sterk aanbevolen in de inrichting en worden er gebruikt indien de regels van de social distancing niet kunnen worden nageleefd omwille van de aard van de uitgeoefende activiteit, onverminderd artikel 25;

4° de activiteit moet zo worden georganiseerd dat samenscholingen worden vermeden;

5° de uitbater of organisator stelt middelen voor de noodzakelijke handhygiëne ter beschikking van het personeel en de bezoekers;

6° de uitbater of organisator neemt de gepaste hygiënemaatregelen om de inrichting en het gebruikte materiaal regelmatig te desinfecteren;

7° de uitbater of organisator zorgt voor een goede verluchting.

§ 2. De ondernemingen en verenigingen die goederen aanbieden aan consumenten zijn gesloten voor het publiek, maar kunnen hun activiteiten voortzetten via levering of via een systeem op afspraak om vooraf bestelde goederen in open lucht op te halen, met naleving van de minimale regels bedoeld in de eerste paragraaf, derde lid.

In afwijking van het eerste lid, mogen de volgende inrichtingen of onderdelen van inrichtingen geopend blijven voor het publiek voor zover ze in hoofdzaak essentiële goederen aanbieden, en dit enkel voor het aanbieden van deze goederen:

1° de voedingswinkels, met inbegrip van nachtwinkels;

2° de winkels voor verzorgings-en hygiëneproducten;

3° de dierenvoedingswinkels;

4° de apotheken;

5° de kranten-en boekenwinkels;

6° de tankstations en de leveranciers van brandstoffen;

7° de telecomwinkels, met uitsluiting van winkels die enkel accessoires verkopen;

8° de winkels voor medische hulpmiddelen;

9° de doe-het-zelfzaken;

10° de tuincentra en boomkwekerijen;

11° de bloemen-en plantenwinkels;

12° de groothandels bestemd voor professionelen, maar enkel ten gunste van deze laatsten;

13° de gespecialiseerde detailhandelszaken die kledingstoffen verkopen;

14° de gespecialiseerde detailhandelszaken die breigarens, handwerken en fournituren verkopen;

15° de winkels voor schrijf-en papierwaren.

§ 3. De onderdelen van ondernemingen en verenigingen die diensten aanbieden aan consumenten zijn gesloten voor het publiek, met inbegrip van dienstverlening aan huis, zoals onder meer :

1° de schoonheidssalons;

2° de niet-medische pedicurezaken;

3° de nagelsalons;

4° de massagesalons;

5° de kapperszaken en barbiers;

6° de tatoeage-en piercingsalons.

In afwijking van het eerste lid, mogen de handelszaken, private en publieke bedrijven en diensten die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de vitale belangen van de Natie en de behoeften van de bevolking bedoeld in de bijlage van dit besluit hun dienstverlening fysiek verderzetten, onverminderd de artikelen 2 en 5.”

 

Art. 7. Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:

“De markten die in hoofdzaak essentiële goederen aanbieden, zoals bedoeld in artikel 8, § 2, tweede lid, mogen enkel plaatsvinden voor het aanbieden van deze goederen, met uitzondering van de jaarmarkten, brocantemarkten, rommelmarkten, kerstmarkten en winterdorpen, onder voorbehoud van een toelating van de bevoegde gemeentelijke overheid en onder de volgende modaliteiten:

1° het maximum aantal bezoekers dat wordt toegelaten op een markt bedraagt 1 bezoeker per 1,5 lopende meter aan het kraam;

2° de marktkramers en hun personeel zijn tijdens het uitbaten van een kraam verplicht om de mond en de neus te bedekken met een masker, elk ander alternatief in stof of, wanneer dit niet mogelijk is omwille van medische redenen, met een gelaatsscherm;

3° de bevoegde gemeentelijke overheid stelt middelen om de noodzakelijke handhygiëne te voorzien ter beschikking bij de in-en uitgangen van de markt;

4° de marktkramers stellen middelen om de noodzakelijke handhygiëne te voorzien ter beschikking van hun personeel en hun klanten;

5° de marktkramers mogen geen voeding of dranken aanbieden voor consumptie ter plaatse;

6° bezoekers mogen op de markten geen voeding of dranken nuttigen;

7° er wordt een organisatie of een systeem ingevoerd om te controleren hoeveel klanten er op de markt aanwezig zijn;

8° er wordt een éénrichtingsverkeersplan opgesteld, met afzonderlijke toe-en uitgangen tot en van de markt, tenzij er in uitzonderlijke omstandigheden een gemotiveerde afwijking wordt toegestaan door de bevoegde lokale overheid, die een alternatieve oplossing bepaalt.

Er wordt individueel gewinkeld of met maximum één andere persoon van hetzelfde huishouden of waarmee men een duurzaam nauw contact onderhoudt en gedurende een periode van maximum 30 minuten.

In afwijking van het tweede lid, mag een volwassene de minderjarigen van hetzelfde huishouden of personen die nood hebben aan begeleiding, vergezellen.

Onverminderd artikel 5 en onverminderd de opdrachten van de hulp-en interventiediensten, wordt de toegang tot de markten door de bevoegde gemeentelijke overheid op dusdanige wijze georganiseerd, zodat de regels van de social distancing kunnen worden gerespecteerd, in het bijzonder het behoud van een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon, evenals de passende preventiemaatregelen die minstens gelijkwaardig zijn aan deze van de ″Generieke gids betreffende de opening van de handelszaken om de verspreiding van het COVID-19virus tegen te gaan”.”

 

Art. 8. Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:

Ҥ 1. Behoudens andersluidende bepaling voorzien door dit besluit, zijn samenscholingen van meer dan vier personen, kinderen tot en met 12 jaar niet meegeteld, enkel toegelaten onder de voorwaarden voorzien en voor de activiteiten toegelaten door dit artikel.

§ 2. Ieder huishouden mag per lid maximum één zelfde duurzaam onderhouden nauw contact per 6 weken per keer in huis of in een toeristisch logies ontvangen, onverminderd artikel 23.

Een alleenstaande mag naast het duurzaam onderhouden nauw contact bedoeld in het eerste lid één bijkomende persoon in huis of in een toeristische logies ontvangen op een ander moment.

§ 3. Enkel de echtgenoten, hun getuigen en de ambtenaar van de burgerlijke stand of de bedienaar van de eredienst mogen huwelijken bijwonen.

Tijdens de activiteiten bedoeld in het eerste lid dienen de volgende minimale regels te worden nageleefd:

1° de uitbater of organisator informeert de bezoekers en personeelsleden tijdig over de geldende preventiemaatregelen en verstrekken de personeelsleden een passende opleiding;

2° een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon wordt gegarandeerd;

3° mondmaskers en andere persoonlijke beschermingsmiddelen worden steeds sterk aanbevolen in de inrichting en worden er gebruikt indien de regels van de social distancing niet kunnen worden nageleefd omwille van de aard van de uitgeoefende activiteit, onverminderd artikel 25 ;

4° de activiteit moet zo worden georganiseerd dat samenscholingen worden vermeden;

5° de uitbater of organisator stelt middelen voor de noodzakelijke handhygiëne ter beschikking van het personeel en de bezoekers;

6° de uitbater of organisator neemt de gepaste hygiënemaatregelen om de inrichting en het gebruikte materiaal regelmatig te desinfecteren;

7° de uitbater of organisator zorgt voor een goede verluchting.

§ 4. Een maximum van 15 personen, kinderen tot en met 12 jaar niet meegeteld, mag begrafenissen en crematies bijwonen, zonder de mogelijkheid van blootstelling van het lichaam.

Tijdens de activiteiten bedoeld in het eerste lid dienen de volgende minimale regels te worden nageleefd:

1° de uitbater of organisator informeert de bezoekers en personeelsleden tijdig over de geldende preventiemaatregelen en verstrekken de personeelsleden een passende opleiding;

2° een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon wordt gegarandeerd;

3° mondmaskers en andere persoonlijke beschermingsmiddelen worden steeds sterk aanbevolen in de inrichting en worden er gebruikt indien de regels van de social distancing niet kunnen worden nageleefd omwille van de aard van de uitgeoefende activiteit, onverminderd artikel 25;

4° de activiteit moet zo worden georganiseerd dat samenscholingen worden vermeden;

5° de uitbater of organisator stelt middelen voor de noodzakelijke handhygiëne ter beschikking van het personeel en de bezoekers;

6° de uitbater of organisator neemt de gepaste hygiënemaatregelen om de inrichting en het gebruikte materiaal regelmatig te desinfecteren;

7° de uitbater of organisator zorgt voor een goede verluchting.

§ 5. Een maximum van 50 kinderen tot en met 12 jaar mag de volgende activiteiten bijwonen:

1° de activiteiten in georganiseerd verband, in het bijzonder door een club of vereniging, steeds in aanwezigheid van een meerderjarige trainer, begeleider of toezichter;

2° de kampen, stages en activiteiten met naleving van de regels voorzien in artikel 18.

§ 6. Professionele sportieve wedstrijden en professionele sporttrainingen kunnen enkel plaatsvinden zonder publiek.

§ 7. Niet-professionele sportieve wedstrijden en niet-professionele sporttrainingen kunnen enkel plaatsvinden voor deelnemers tot en met 12 jaar. Deze wedstrijden en trainingen mogen enkel worden bijgewoond door één lid van het huishouden van de deelnemers.

§ 8. Wanneer een wedstrijd wordt georganiseerd op de openbare weg, is de voorafgaande toelating van de bevoegde lokale overheid overeenkomstig artikel 16 vereist.

§ 9. Een maximum van 100 deelnemers mag statische betogingen bijwonen die plaatsvinden op de openbare weg, waar de social distancing kan worden gerespecteerd, en die voorafgaand werden toegelaten door de bevoegde gemeentelijke overheid overeenkomstig artikel 16.”

 

Art. 9. Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:

“De bevoegde lokale overheid gebruikt de matrix bedoeld door de Nationale Veiligheidsraad tijdens diens vergadering van 24 juni 2020, die haar daartoe ter beschikking wordt gesteld, wanneer ze een toelatingsbeslissing neemt met betrekking tot de organisatie van de door artikel 15 toegelaten activiteiten.”

 

Art. 10. Artikel 17 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:

“De collectieve uitoefening van de eredienst en de collectieve uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening en van activiteiten binnen een filosofisch-levensbeschouwelijke vereniging zijn verboden, met uitzondering van:

-de erediensten en de niet-confessionele morele dienstverlening bedoeld in artikel 15, § 3en4;

-de erediensten en de niet-confessionele morele dienstverlening die zijn opgenomen met de bedoeling ze via alle beschikbare kanalen te verspreiden en die alleen met maximaal 10 personen plaatsvinden, met inbegrip van de personen die voor die opname verantwoordelijk zijn, met het behoud van een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon, en voor zover de plaats van eredienst of niet-confessionele morele dienstverlening tijdens de opname voor het publiek gesloten blijft.”

 

Art. 11. Artikel 25 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:

“Eenieder, met uitzondering van kinderen tot en met 12 jaar, is verplicht om de mond en de neus te bedekken met een mondmasker of elk ander alternatief in stof wanneer het onmogelijk is om de naleving van de regels van social distancing te garanderen, met uitzondering van de gevallen bedoeld in artikel 23, § 2.

Eenieder, met uitzondering van kinderen tot en met 12 jaar, is in elk geval verplicht om de mond en de neus te bedekken met een mondmasker of elk ander alternatief in stof op de volgende plaatsen:

1° de winkels en de winkelcentra;

2° de conferentiezalen;

3° de auditoria;

4° de gebouwen der eredienst en de gebouwen bestemd voor de openbare uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening;

5° de bibliotheken, de spelotheken en de mediatheken;

6° de winkelstraten, de markten, en elke private of publieke druk bezochte plaats, bepaald door de bevoegde lokale overheid en afgebakend met een aanplakking die de tijdstippen preciseert waarop de verplichting van toepassing is;

7° de inrichtingen en plaatsen waar horeca-activiteiten toegelaten zijn, zowel de klanten als het personeel, tenzij gedurende het eten, drinken, of aan tafel zitten;

8° bij verplaatsingen in de publieke en niet-publieke delen van de gerechtsgebouwen, alsook in de zittingszalen bij elke verplaatsing en, in de andere gevallen, overeenkomstig de richtlijnen van de kamervoorzitter.

Wanneer het dragen van een mondmasker of elk alternatief in stof niet mogelijk is omwille van medische redenen, mag een gelaatsscherm worden gebruikt.

De personen die in de onmogelijkheid zijn een mondmasker, een alternatief in stof of een gelaatsscherm te dragen omwille van een beperking, gestaafd door middel van een medisch attest, moeten niet voldoen aan de bepalingen van dit besluit die deze verplichting voorzien.”

 

Art. 12. Artikel 28 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:

“De maatregelen voorzien in dit besluit zijn van toepassing tot en met 13 december 2020.”

 

Art. 13. Artikel 30 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:

“Het ministerieel besluit van 18 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, wordt opgeheven, met uitzondering van artikel 32.

Tot hun eventuele wijziging moeten de verwijzingen naar het ministerieel besluit van 18 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID–19 te beperken, begrepen worden als verwijzingen naar dit besluit.”

 

Art. 14. De bijlage bij het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, wordt vervangen door de bijlage gevoegd bij dit besluit.

 

Art. 15. Dit besluit treedt in werking op 2 november 2020, behalve andersluidende bepaling.

 

Brussel, 31 oktober 2020.

 

A. VERLINDEN

 

=> Bijlage <=

Update 30/10 : Maatregelen van het Overlegcomité

De federale regering en de regeringen van de deelstaten hebben vandaag in het Overlegcomité beslist om over te gaan tot een verstrengde lockdown.

De strengere regels zijn nodig om de toenemende druk op onze ziekenhuizen een halt toe te roepen en de besmettingscurve zo snel en radicaal mogelijk om te buigen.

  1. Sociaal leven
  • Elk gezinslid heeft recht op 1 knuffelcontact. Gezinnen mogen maar één knuffelcontact tegelijk thuis uitnodigen. Men kan geen ander bezoek thuis ontvangen. Er is een uitzondering voor mensen die alleen wonen: zij mogen naast hun knuffelcontact nog ! persoon uitnodigen, maar niet tegelijkertijd.
  • Samenkomsten buiten: regel van vier, op veilige afstand
  • Begrafenissen met maximaal 15 aanwezigen. Zonder maaltijd of receptie achteraf.
  • Gebedshuizen open, maar zonder eredienst. Bijeenkomsten van maximaal 4 personen, met mondmasker en op veilige afstand.
  • De grenzen worden niet gesloten conform Europese afspraken, maar buitenlandse reizen worden ten stelligste afgeraden.
  • Huwelijken vinden enkel plaats in aanwezigheid van de echtgenoten, de getuigen en de ambtenaren van de burgerlijke stand.

2 Economisch leven

  • Telewerk is verplicht, overal waar het kan. Waar telewerk niet mogelijk is, zijn  mondmaskers en ventilatie verplicht. Bedrijfskantines gaan dicht.
  • De vakantieparken en campings worden in hun integraliteit gesloten vanaf dinsdagochtend 3 november. In vakantieparken worden indoor- en outdooractiviteiten gestopt tot dan. Zwembaden, restaurants en bars worden gesloten.  Maaltijden worden genuttigd in de vakantiehuisjes, per gezin.
  • Hotels en B&Bs blijven open, maar de restaurants en bars gaan dicht. Maaltijden worden genuttigd op kamer.
  • Niet-essentiële winkels sluiten, maar kunnen wel afhaal en thuislevering organiseren van goederen die op voorhand werden besteld. Geen toegang tot de winkel bij afhaling.
  • Om een gelijk speelveld te bewaren, beperken supermarkten en markten (< 200 personen) hun aanbod tot wat in de essentiële winkels wordt aangeboden.
  • Garages en fietswinkels voeren enkel nog herstellingen uit.
  • Niet-medische contactberoepen (inclusief kappers, grimeuses, wellness, massage, schoonheidssalons) sluiten.
  • Bedrijven en landbouwbedrijven blijven open, mits naleving van de verplichtingen inzake telewerk, mondmasker en social distancing.
  • Dierenparken sluiten.

3 Scholen

  • Voor alle onderwijsniveaus worden de lessen opgeschort op 12 en 13 november. De lessen hervatten op maandag 16 november.
  • Voor het secundair onderwijs gaan de leerlingen van de tweede en derde graad over op maximaal 50% contactonderwijs en dit tot 1 december. Vóór 1 december evalueren we of tot 100% contactonderwijs opnieuw mogelijk is.
  • Voor het hoger onderwijs wordt afstandsonderwijs gegeven:
    • Voor de eerstejaars: tot 1 december wanneer zij opnieuw contactonderwijs kunnen volgen.
    • Voor de ouderejaars minstens tot het einde van het kalenderjaar.
  • Leerkrachten vergaderen online; dat geldt ook voor pedagogische studiedagen.
  • Geen fysieke teambuildings

4 Begin- en einddatum

  • De maatregelen gaan van kracht over het hele grondgebied vanaf maandag 2 november 2020.
  • De maatregelen gelden voor anderhalve maand, tot en met zondag 13 december 2020. Voor de niet-essentiële winkels gebeurt er op 1 december een evaluatie door het Overlegcomité.
Update 23/10 : Maatregelen van het Overlegcomité

Het Overlegcomité heeft een reeks coronaregels op het vlak van sport, culturele evenementen en (hoger) onderwijs in lijn gebracht met alarmniveau 4.

De strengere regels zijn nodig om ziekenhuizen te ontlasten, te voorkomen dat alle scholen moeten sluiten, de gehele economie stilvalt en al te veel mensen zouden vereenzamen door een algemene lockdown.

Het gaat om de volgende strengere coronaregels:

  1. Sportevenementen: alle professionele sportwedstrijden binnen en buiten verlopen zonder publiek. Alle amateurwedstrijden worden opgeschort. Jeugdwedstrijden voor jongeren tot 18 jaar blijven toegelaten, maar zijn enkel toegankelijk voor één enkel lid van het gezin. Het aanbieden en nuttigen van drank en voedsel blijft verboden.
     
  2. Indoor evenementen en activiteiten (op cultureel, religieus, onderwijs en verenigingsvlak): maximum 40 personen, indien voldoende garanties voor coronaproof organisatie, en mits 1,5 meter-regel en mondmasker, maximum 200 personen. Het aanbieden van drank en voedsel is verboden.
     
  3. Openbaar vervoer: elke overheid waakt er binnen zijn bevoegdheid over dat de capaciteit van het openbaar vervoer tijdens de spitsuren optimaal is om crowding te vermijden.
     
  4. Pretparken worden tijdelijk gesloten.
     
  5. Hoger onderwijs: de bezettingsgraad wordt herleid tot maximaal 20% mét mondmaskerplicht, behalve voor practica waarvoor dat niet mogelijk is. De regel geldt niet voor eerstejaars.
     
  6. Dierentuinen: indoor ruimtes worden gesloten; het aanbieden en nuttigen van drank en voeding is verboden.
     
  7. Telewerk blijft de regel. Er wordt met de werkgeversfederaties overlegd om een responsabiliserende monitoring op te zetten zodat men de regel van telewerk overal toepast waar het moet.

 

Gezien de bijzondere urgentie van de situatie, gaan de regels onmiddellijk van kracht vanaf het moment van publicatie op vrijdag 23 oktober 2020. De regels lopen tot en met 19 november 2020, met een tussentijdse evaluatie na twee weken.

Het Overlegcomité herinnert daarnaast aan de algemene regels voor alarmniveau 4 die reeds op maandag 19 oktober van kracht gingen:

  1. Knuffelcontacten (nauwe contacten) worden beperkt tot max. 1 persoon.
     
  2. Samenscholingen op openbaar domein worden beperkt tot maximaal 4 personen.
     
  3. Privésamenkomsten worden beperkt tot 4 dezelfde personen per twee weken.
     
  4. Markten en kleine kermissen blijven open, maar het nuttigen van drank en voeding wordt verboden. Rommelmarkten, brocantes en kleine kerstmarkten zijn verboden.
     
  5. Cafés en restaurants zijn gesloten. Dit geldt voor een periode van vier weken, en wordt geëvalueerd na twee weken. Afhalen van maaltijden blijft mogelijk tot 22.00 uur. Recepties en banketten verzorgd door een professionele catering/traiteur onderneming zijn verboden, behalve in hotels voor de verblijvende gasten en koffietafel bij uitvaarten (max. 40 personen).
     
  6. Nachtwinkels moeten sluiten om 22.00u. Er is een verbod op alcoholverkoop vanaf 20.00u.
     
  7. Verbod om zich op de openbare ruimte te begeven tussen 24.00u en 5.00u,  behalve voor essentiële, niet-uitstelbare verplaatsingen, zoals onder meer dringende medische redenen, professionele verplaatsingen en woon-werk verkeer.
Update 27/09 : Maatregelen van de NVR

De Nationale Veiligheidsraad uitgebreid met de ministers-presidenten is samengekomen om zich te buigen over het werk van Celeval, aan wie gevraagd was een langetermijnvisie uit te werken voor risicobeheer.

In deze langetermijnvisie staan de zes gouden regels centraal:

Ter herinnering, het gaat om de volgende regels:

  • Het respecteren van de hygiëneregels;
  • Activiteiten bij voorkeur in de buitenlucht uitoefenen;
  • Aandacht hebben voor kwetsbare personen;
  • Afstand houden (1,5m);
  • Nauwe contacten beperken;
  • De regels inzake bijeenkomsten respecteren.

Wat de sociale contacten betreft, mogen mensen iedereen zien die ze willen zien, op voorwaarde dat ze altijd afstand houden en, als dat niet mogelijk is, een mondmasker dragen. In elk geval mogen mensen niet meer dan 10 personen ontmoeten op dezelfde plaats op hetzelfde moment (kinderen niet inbegrepen).

Nauwe contacten met iemand die geen deel uitmaakt van het gezin, gedurende meer dan 15 minuten, zonder de veiligheidsafstand te respecteren en zonder masker, moeten zoveel mogelijk worden beperkt. Als mensen toch een referentiecijfer willen (studies tonen aan een meerderheid daar nood aan heeft) raden experts aan om in dit stadium individueel met niet meer dan 5 personen (buiten het gezin) per maand nauwe contacten te hebben

Bij evenementen die niet door professionelen worden georganiseerd, mogen nooit meer dan 10 personen tegelijkertijd op dezelfde plaats aanwezig zijn (kinderen niet inbegrepen). Voor evenementen die door professionelen worden georganiseerd, zullen daarentegen geen beperkingen gelden voor het aantal genodigden, zo lang de horecaregels en de protocollen in acht worden genomen. Voor het aantal personen per tafel blijft de limiet van 10 gelden. Dansen is in dit stadium nog steeds niet toegestaan.

Voor evenementen met publiek blijven de bestaande regels van toepassing tot de protocollen zijn aangepast. De Nationale Veiligheidsraad heeft aan Celeval gevraagd om samen met de bevoegde ministers en de verschillende sectoren deze regels te herwerken om de sectoren meer stabiliteit, voorspelbaarheid en uitzicht op economisch herstel te bieden, terwijl de volksgezondheid beschermd blijft.

Wat het dragen van het mondmasker betreft, dat blijft verplicht wanneer de veiligheidsafstand niet kan worden gegarandeerd. Maar omdat het nutteloos is om het overal en altijd te verplichten, zal het dragen van een mondmasker vanaf 1 oktober niet meer verplicht zijn buitenshuis, behalve op drukbezochte plaatsen waar de veiligheidsafstand niet kan worden gerespecteerd (bepaald door de lokale autoriteiten) en op specifieke overdekte plaatsen, zoals op het openbaar vervoer, in winkels of bioscopen en ongeacht het aantal mensen (voor een complete lijst, raadpleeg het ministerieel besluit).

Wat winkelen betreft, daar is er geen beperking meer qua aantal personen (altijd op veilige afstand) en qua tijd.

Op de werkvloer wordt telewerken nog steeds aanbevolen als dat mogelijk is.

Op basis van de zes gouden regels blijven de experten van Celeval werken aan een zogenaamde epidemiologische barometer op nationaal, regionaal en provinciaal niveau, die geleidelijk zal worden ingevoerd. Deze barometer moet nog worden verfijnd. Hij zal werken volgens een gefaseerd principe: hoe ongunstiger de gezondheidssituatie wordt, hoe restrictiever de maatregelen. De barometer zal voornamelijk, maar niet uitsluitend, gebaseerd zijn op de evolutie van het aantal ziekenhuisopnames. Het doel is om over twee weken een consensus te bereiken in het Overlegcomité.

Op het gebied van testing werden de volgende beslissingen genomen:

  • Het verhogen van de testcapaciteit van de bestaande triagecentra en het opzetten van nieuwe screeningspunten. De deelgebieden werken hier momenteel aan;
  • De oprichting van een callcenter waardoor het mogelijk wordt om alle vragen in één enkel informatiepunt te verzamelen en de huisartsen te ontlasten;
  • Het opzetten van een afsprakenplatform voor het dispatchen van de vragen via de beschikbare centra;
  • Het verlichten van de administratieve lasten van artsen door het creëren van het "Corona-voorschrift" (midden oktober) voor bepaalde asymptomatische gevallen - zoals bijvoorbeeld na terugkeer van vakantie;
  • Of het stimuleren van patiënten om de testresultaten rechtstreeks van het internet te halen, onder meer via het Cozo-systeem of masanté.be.

Voor de tracing wordt op 30 september de mobiele applicatie Coronalert gelanceerd. Eind deze maand wordt een persconferentie georganiseerd met alle informatie over de applicatie.

De quarantaine werd verkort en vereenvoudigd:

  • Als hij of zij symptomen heeft, moet een patiënt zich onmiddellijk 7 dagen isoleren en contact opnemen met zijn arts om zich zo snel mogelijk te laten testen. Als de test positief is, blijft de persoon in quarantaine. Bij een negatieve test mag hij uit quarantaine zodra zijn klinische situatie dat toelaat.
  • Asymptomatische personen die nauw contact hebben gehad met iemand die positief heeft getest, moeten, zodra ze dit vernemen of worden gecontacteerd via de contacttracing, onmiddellijk 7 dagen in quarantaine gaan – 7 dagen vanaf het moment van het laatste nauwe  contact met de besmette persoon. Op de 5e dag moet de persoon zich laten testen. Als de test positief is, wordt de quarantaine met nog eens 7 dagen verlengd. Bij een negatieve test stopt de quarantaine na de 7e dag.

Wat de terugkeer van vakantie betreft:

  • Vanaf vrijdag zal het sterk afgeraden worden om naar een rode zone te gaan, maar dit zal niet langer verboden zijn.
  • Bij de terugkeer uit een oranje zone is een test niet langer aanbevolen.
  • Reizigers die terugkeren uit een rode zone, zullen meteen na hun terugkeer in quarantaine moeten. Op dag vijf moeten ze zich laten testen. Ze kunnen aan deze verplichting ontsnappen indien ze een zelfevaluatiedocument invullen en na analyse daarvan groen licht krijgen. Deze instructies gelden niet voor mensen die minder dan 48 uur in een rode zone verblijven, zoals grensarbeiders.

Voor koppels met een verschillende nationaliteit en/of die in verschillende landen wonen, worden de voorwaarden om elkaar te ontmoeten versoepeld. Voortaan wordt hen gevraagd om aan te tonen dat ze minstens 6 maanden (in plaats van 1 jaar) samenwonen, of 1 (in plaats van 2) jaar een relatie hebben, met 2 ontmoetingen in plaats van 3 op een totaal van 20 dagen in plaats van 45, rekening houdend met de geplande maar geannuleerde bezoeken omwille van Covid, of zoals voorheen, het bestaan van een gemeenschappelijk kind te bewijzen.

Update 20/08 : Maatregelen van de NVR

Naast het stabiliseren van onze gezondheidssituatie waren de maatregelen van de afgelopen weken gericht op het vrijwaren van het begin van het nieuwe schooljaar - dat wil zeggen om ervoor te zorgen dat de circulatie van het virus voldoende onder controle is om alle kinderen in staat te stellen terug te keren naar school.

Alle leerlingen zullen dus weer naar school kunnen gaan, over alle onderwijsniveaus heen, op basis van de "code geel" die door de gemeenschappen is bepaald. Ter herinnering: de code geel verwijst naar een situatie waarin het virus nog steeds actief is, maar wel onder controle is. Dit systeem maakt een normale schoolweek van 5 dagen mogelijk, mits bepaalde gezondheidsmaatregelen in acht worden genomen, zoals het verplicht dragen van mondmaskers voor leerlingen ouder dan 12 jaar en voor leerkrachten, en het opschorten van bepaalde buitenschoolse activiteiten in het secundair onderwijs.

Naast dit gemeenschappelijke systeem zullen de ministers van Onderwijs in gemeenten waar besmettingspieken worden waargenomen, overstappen op kleurcode oranje. Deze kleurcode impliceert aanpassingen, zoals een verminderd aantal schooldagen voor de tweede en derde graad van het secundair onderwijs. Ouders, kinderen en leerkrachten zullen door de scholen op de hoogte worden gebracht.

Op het niveau van het hoger onderwijs vindt, aangezien het schooljaar daar later begint, nog steeds overleg plaats om de regels die op de studentencampussen zullen gelden te harmoniseren.

Vanaf 1 september en voor een periode van één maand:

  • Blijft de sociale bubbel van 5 personen - d.w.z. mensen met wie je nauw contact kan hebben - gelden, onder dezelfde voorwaarden als in augustus. Contacten waarbij de veiligheidsafstand wordt gerespecteerd, zijn nog steeds beperkt tot 10 personen tegelijk.
  • Algemene maatregelen met betrekking tot sociaal contact zijn op langere termijn moeilijk te handhaven. We moeten in staat zijn om van crisisbeheer over te stappen op een langetermijndynamiek van risicobeheer. We moeten de manier waarop we sociale contacten onderhouden op een duurzame manier kunnen heruitvinden. Om dit zo normaal mogelijk te doen en met respect voor de gezondheid van iedereen, is aan de experts van Celeval gevraagd om - met de steun van andere specialisten zoals bv. psychologen – zich prioritair over deze kwestie te buigen.
  • Rouwmaaltijden na een uitvaart kunnen plaatsvinden met maximaal 50 personen, met inachtneming van de regels die gelden voor de horecasector. De volgende Nationale Veiligheidsraad zal zich buigen over de kwestie van een mogelijke versoepeling van de regels voor recepties in het algemeen.
  • Wat de winkels betreft, zal het nu mogelijk zijn om met z'n tweeën te winkelen (deze twee personen kunnen worden vergezeld door minderjarigen die onder hetzelfde dak wonen of door een persoon die hulp nodig heeft), en dit zonder tijdslimiet. Het spreekt voor zich dat een beroep wordt gedaan op eenieders verantwoordelijkheidsgevoel om massale drukte te vermijden. In tegenstelling tot de andere maatregelen die vanaf 1 september van kracht zijn, zal deze maatregel vanaf 24 augustus van toepassing zijn.
  • Wat publiek betreft, zal het maximumaantal personen dat voor een publiek wordt toegelaten - bij sportevenementen, in het theater, in het kader van culturele activiteiten, in gebedshuizen, congreszalen of auditoria - worden uitgebreid tot 200 mensen indoor en 400 mensen outdoor. Het dragen van een mondmasker blijft verplicht, net als het naleven van de veiligheidsregels en -protocollen. Om professionelen meer flexibiliteit te bieden - wanneer de veiligheidsregels worden nageleefd – kan van deze regel worden afgeweken na onderzoek door de burgemeester en toestemming van de bevoegde ministers.
  • Mensen die in de afgelopen maanden fysiek zijn gescheiden omdat ze uit verschillende landen komen en die bewijzen dat ze een duurzame relatie hebben maar niet getrouwd zijn, zullen vanaf 1 september de grens mogen oversteken. Zij zullen aan dezelfde test- en quarantaineregels worden onderworpen als de anderen.

Wat reizen betreft: er werd aan herinnerd dat sinds 1 augustus alle personen die op Belgisch grondgebied aankomen na een verblijf in het buitenland van meer dan 48 uur, het Passenger Locator Formulier moeten invullen, waarmee kan worden nagegaan waar de reiziger naartoe is gegaan. Bovendien:

  • Moet iedereen die terugkeert uit een rode zone worden getest en in quarantaine blijven, zelfs als hij/zij geen symptomen vertoont;
  • Als de persoon terugkomt van een oranje zone, gaat het om een aanbeveling. Deze aanbeveling moet echter ernstig worden genomen, vooral als de persoon die terugkeert uit een oranje zone risicovolle contacten heeft gehad;
  • Bovendien worden de burgers gevraagd om actief deel te nemen aan de contact tracing met de verantwoordelijken van de regionale callcenters, wat het mogelijk maakt om met iedereen contact op te nemen.

De ontwikkeling van de gezondheidssituatie zal zoals altijd op de voet worden opgevolgd en volgende maand zal een nieuwe Nationale Veiligheidsraad worden gehouden. De doelstelling op lange termijn is om van crisisbeheer af te stappen en een risicomanagementproces op lange termijn op gang te brengen.

Update 27/07 : Maatregelen van de NVR

Aanvullende maatregelen ter versterking van de tweeledige strategie ter bestrijding van de heropleving van het Coronavirus


De Nationale Veiligheidsraad uitgebreid met de ministers-presidenten is vandaag bijeengekomen gelet op de evolutie van de epidemiologische situatie, die zoals altijd permanent wordt opgevolgd.

Op basis van de nieuwe gezondheidsinformatie werd afgelopen weekend een nieuw rapport gevraagd aan Celeval.

Op basis van dit rapport werd beslist om de tweeledige strategie - nationaal en lokaal - die vorige week werd ingevoerd om de heropleving van het virus aan te pakken, te versterken.

Nationale aanpak

Daartoe wordt beslist dat vanaf woensdag 29 juli en gedurende ten minste vier weken (tot eind augustus), de volgende maatregelen van kracht zijn:

  • Tot nu was de sociale bubbel voor elk individu beperkt tot 15 personen per week. Vanaf woensdag worden dat dezelfde 5 personen voor de komende vier weken en voor een heel gezin, dus niet meer per individu. Kinderen jonger dan twaalf zijn niet opgenomen in deze telling. Die 5 personen zijn mensen bovenop uw gezin met wie u dus nauwe contacten mag hebben, contacten waarvoor de veiligheidsafstand niet altijd moet worden gerespecteerd.
  • Niet-begeleide bijeenkomsten zoals familie- of vriendenbijeenkomsten zijn beperkt tot maximaal 10 personen (kinderen onder de 12 jaar niet meegerekend). Deze limiet geldt ook voor recepties en banketten.
  • Voor evenementen die onder toezicht en volgens protocollen plaatsvinden, zijn de burgemeesters verantwoordelijk voor een nauwgezette herevaluatie van de activiteiten die zij op hun grondgebied organiseren of reeds hebben toegestaan, rekening houdend met de epidemiologische evolutie. In ieder geval zullen de evenementen die een groot publiek trekken strikt beperkt blijven tot een maximum van 100 personen binnen en 200 personen buiten, waarbij verplicht een mondmasker moet worden gedragen. Het kan ook alleen op voorwaarde dat de veiligheidsvoorschriften en -protocollen strikt worden nageleefd.
  • Telewerk wordt waar mogelijk sterk aanbevolen om te veel contact tussen collega's te vermijden.
  • De regels die eerder golden in winkels, nl. je boodschappen alléén doen (of vergezeld van een minderjarige die onder hetzelfde dak woont of een persoon die hulp nodig heeft) gedurende maximum 30 minuten (behalve op afspraak), worden weer van kracht.
  • Om drukte op drukbezochte plaatsen in het land te voorkomen, wordt de maatregel om burgers gratis treintickets toe te kennen, uitgesteld tot september.
  • De contactopsporing zal worden versterkt in bepaalde specifieke situaties waarin het risico op een epidemie groter is omdat individuen "actief aanwezig" zijn, d.w.z. in beweging. Op deze plaatsen worden ook contactgegevens opgevraagd, zoals in wellnesscentra en bij sportlessen. Een volledige lijst van de betrokken plaatsen zal in het ministerieel besluit worden gepubliceerd. Zij zullen aan dezelfde verplichtingen worden onderworpen als de horecasector.

Lokale aanpak

De Nationale Veiligheidsraad dringt erop aan dat de lokale overheden krachtige maatregelen nemen als de epidemiologische situatie op hun grondgebied verslechtert. Zij zullen epidemiologische gegevens ontvangen van de regionale autoriteiten en zij hebben de ruimte om in te grijpen als de situatie dat vereist.

 

U kunt de persconferentie hier opnieuw bekijken: https://youtu.be/rZ9qKu2BIiw?t=572

Meer informatie: 

Update 03/07 - FAQ Coronavirus van de FOD WASO

Hier is een directe link naar de FAQ over het Coronavirus van de FOD WASO om je te helpen antwoorden te vinden op jouw vragen door te surfen op onze pagina over uitzendarbeid in Covid-19 tijd.

Update 11/07 : Mondmaskers voor uitzendkrachten

Vanaf 11 juli 2020 draagt eenieder vanaf 12 jaar verplicht een mondmasker in plaatsen waar veel mensen tegelijkertijd aanwezig zijn. Is een mondmasker omwille van medische reden niet mogelijk dan is een gelaatsscherm ook toegelaten.

Wie de verplichting tot het dragen van een mondmasker niet respecteert, riskeert een strafrechtelijke sanctie.

Deze verplichtingen gelden ook voor uitzendkrachten die werken in inrichtingen waar veel mensen aanwezig zijn.

1. Over welke inrichtingen gaat het precies ?

Op 10 juli 2020 werd aan het MB van 30 juni 2020 mbt. maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken een extra artikel 21bis toegevoegd, dat luidt als volgt:

... "Eenieder is vanaf de leeftijd van 12 jaar verplicht om de mond en de neus te bedekken met een masker of elk ander alternatief in stof in de volgende inrichtingen :

1° de winkels en de winkelcentra;

2° de bioscopen;

3° de theater-, concert- en conferentiezalen;

4° de auditoria;

5° de gebedshuizen en bezinningsplaatsen;

6°de musea;

7° de bibliotheken;

8° de casino's en de speelautomatenhallen;

9°de gerechtsgebouwen (voor de publiek toegankelijke delen).

Wanneer het dragen van een masker of elk alternatief in stof niet mogelijk is omwille van medische redenen, mag een gelaatsscherm worden gebruikt."...

2. Welke handelszaken vallen onder deze inrichtingen ?

In het MB van 10 juli 2020 wordt verwezen naar de "Gids betreffende de opening van de handelszaken om de verspreiding van het COVID-19-virus tegen te gaan" die geüpdated werd dd. 11/07/2020.

In deze Gids, wordt het u duidelijk welke handelszaken precies worden bedoeld in dit extra artikel 21bis !

Update 01/07 - Boodschap van de sociale partners van de HRPBW over Covid-19 tests

De Persmededeling gaat over het recente voorstel met betrekking tot het aanbieden van tests aan werknemers door de werkgevers.

De sociale partners geven daarin aan het niet eens te zijn met dit voorstel, omdat “met de actuele stand van de kennis dit geen toegevoegde waarde heeft om de pandemie te bestrijden".

In wezen stellen zij dat tests in géén geval de overdracht van het virus zullen voorkomen als er geen hygiëne- en preventiemaatregelen worden genomen of wanneer deze niet doeltreffend genoeg zijn, en dat het voorstel om tests aan te bieden daarom niet relevant lijkt. (Deze bevinding wordt des te meer ondersteund door het feit dat de tests op vrijwillige basis zouden gebeuren door de werknemers, waardoor de veronderstelde relevantie ervan nog verder zou afnemen).

"Indien geen preventiemaatregelen worden genomen of deze niet correct worden toegepast zal er onvermijdelijk overdracht van het virus gebeuren. Dit zal niet kunnen worden voorkomen door tests aan te bieden aan elke werknemer.”

(Lees het persbericht hierboven voor meer informatie).

De Verklaring - die ook hierboven is uiteengezet - is de nauwkeurigheid en de gemotiveerde rechtvaardiging voor het meningsverschil dat in het Pb is gecommuniceerd.

Update 24/06: Maatregelen van de NVR

*** Copy/paste van de website van de Nationale Veiligheidsraad ****

Bron

Vanaf 1 juli gaat fase 4 van de afbouw in

De Nationale Veiligheidsraad uitgebreid met de ministers-presidenten heeft een akkoord bereikt om vanaf 1 juli over te gaan tot fase 4 van de afbouw, op basis van het akkoord van de experts van de GEES, dat zich beroept op de gunstige evolutie van de epidemiologische situatie.

De zes gouden regels blijven van kracht, namelijk:

  • het respecteren van de hygiënevoorschriften
  • activiteiten liefst in de buitenlucht organiseren
  • het nemen van extra voorzorgsmaatregelen voor mensen die tot risicogroepen behoren
  • het respecteren van de veiligheidsafstand
  • de regel van de uitgebreide bubbel, die wordt vergroot van 10 naar 15 verschillende mensen per week, naast het gezin. Ter herinnering: dit is een individueel recht.
  • groepsactiviteiten mogen niet meer dan 15 personen omvatten, inclusief kinderen. Dit geldt voor alle niet-gekaderde samenscholingen, ongeacht of ze binnen- of buitenshuis plaatsvinden.

Mogen onder bepaalde voorwaarden openen:

  • zwembaden en wellnesscentra;
  • pretparken en binnenspeeltuinen;
  • theaters en bioscopen;
  • casino's en speelzalen;
  • congreszalen;
  • receptie- en feestzalen met een limiet van 50 personen.

Eén van de voorwaarden is de toepassing van protocollen. Daarnaast gelden de algemene regels die al van kracht zijn voor andere activiteiten, zoals het verplicht in acht nemen van de veiligheidsafstand, het invoeren van tijdslots en crowd management, het schoonmaken van de infrastructuur en het dragen van mondmaskers, wat nog steeds sterk wordt aanbevolen.

Volgende activiteiten mogen in dit stadium nog niet hervatten:

  • activiteiten gelinkt aan het nachtleven, zoals nachtclubs;
  • massa-evenementen.

Desalniettemin zal het mogelijk zijn om vanaf 1 juli activiteiten met publiek te organiseren, onder bepaalde voorwaarden die zijn vastgelegd in protocollen.

Voor reguliere evenementen die in permanente infrastructuren zoals theaters, bioscopen, tribunes en congreszalen worden georganiseerd, zullen dus protocollen worden opgesteld met de bevoegde ministers en de experts van de GEES.

Voor éénmalige evenementen in de publieke ruimte zal vanaf 1 juli een online-instrument (matrix) beschikbaar zijn, dat als referentie zal dienen voor de lokale overheden bij het verlenen van vergunningen voor deze evenementen. Er zullen ook duidelijke regels moeten worden toegepast.

Voor al deze gebeurtenissen geldt een capaciteitslimiet van:

  • 200 mensen binnen
  • 400 mensen buiten

Deze capaciteitslimiet zal in augustus opgetrokken worden naar 400 personen binnen en 800 personen buiten, op voorwaarde dat de gezondheidssituatie het toelaat. Een uitzondering om deze limiet te overschrijden kan worden gevraagd voor permanente infrastructuren met een zittend publiek, met inachtneming van de veiligheidsvoorschriften.

Het maximum aantal deelnemers in de buitenlucht is ook van toepassing voor demonstraties. Deze moeten altijd het voorwerp uitmaken van een verzoek om toestemming van de lokale overheden. In ieder geval moeten ze altijd statisch zijn en plaatsvinden op een plaats waar de veiligheidsafstand kan worden nageleefd.

Tegelijkertijd zullen, naast de hervatting van deze activiteiten, bepaalde protocollen vanaf1 juli worden versoepeld:

  • De mogelijkheid om naar de winkel te gaan met mensen uit de contactbubbel en zonder tijdslimiet. De veiligheidsafstand geldt altijd.
  • De opheffing van de beperking op het aantal marktkramen. De gezondheidsprotocollen en -voorschriften blijven van toepassing.

Wat de Nationale Feestdag betreft, werd beslist dat het traditionele militaire en civiele defilé uitzonderlijk in een andere vorm zal plaatsvinden om aan de gezondheidsvoorschriften te voldoen. Er zullen verschillende artistieke voorstellingen plaatsvinden op symbolische plekken om ons land en onze kunstenaars in de schijnwerpers te zetten. Ze zullen rechtstreeks  op tv worden uitgezonden. Meer details komen later.

Wat de vooruitzichten op langere termijn betreft, wordt de start van het nieuwe schooljaar al volop voorbereid. De ministers van Onderwijs hebben in samenwerking met de experts van de GEES een systeem met kleurcodes opgesteld dat aangeeft hoe de scholen zich moet organiseren op basis van de gezondheidssituatie. De ministers van Onderwijs zullen dit plan nader toelichten tijdens een persconferentie.

Update 03/06: Maatregelen van de NVR

*** Copy/paste van de website van de Nationale Veiligheidsraad ****

Vandaag, woensdag 3 juni, heeft de Nationale Veiligheidsraad uitgebreid met de ministers-presidenten de overgang naar fase 3 van het afbouwplan vanaf 8 juni goedgekeurd. Zoals uit het dagelijkse verslag van de gezondheidsautoriteiten blijkt, zijn de indicatoren van onze gezondheidssituatie bemoedigend. De experts hebben daarom groen licht gegeven voor de start van deze nieuwe fase.

Dit betekent een radicale verandering in de aanpak ten opzichte van de regels die tot nu van kracht waren. Van nu af aan is vrijheid immers de regel en wat niet mag de uitzondering.

De activiteiten die verboden blijven, zullen dat zijn omdat ze ofwel een te nauw contact tussen mensen of massabijeenkomsten met zich meebrengen, ofwel omdat er nog geen protocollen - d.w.z. specifieke regels voor een sector - konden worden bepaald.

Deze nieuwe aanpak moet op twee niveaus worden begrepen. Ten eerste, het individuele gedrag (hoe moet ik me gedragen in het licht van mijn herwonnen vrijheid? ) en ten tweede, het reglementair kader dat van toepassing is op een georganiseerde activiteit (welke protocollen moeten professionals toepassen om een activiteit te organiseren?)

1. Wat het individuele gedrag betreft, zijn er zes gouden regels:

  • De hygiënemaatregelen blijven essentieel.
  • Buitenactiviteiten moeten waar mogelijk de voorkeur krijgen. Waar nodig moeten ruimtes voldoende worden verlucht.
  • Er moeten extra voorzorgsmaatregelen worden genomen voor mensen die tot een risicogroep behoren. Er wordt een charter opgesteld voor ouderen die vrijwilligerswerk doen om hun wat meer duidelijkheid te geven over de activiteiten die ze veilig kunnen doen.
  • De veiligheidsafstand blijft gelden, behalve voor mensen binnen hetzelfde gezin, voor kinderen jonger dan 12 jaar onderling en voor mensen met wie er nauwer contact is, d.w.z. de uitgebreide bubbel. Wie de veiligheidsafstand niet kan respecteren, moet een mondmasker dragen.
  • Het is mogelijk om wekelijks met 10 verschillende personen nauwer contact te hebben, bovenop de gezinsleden (=uitgebreide persoonlijke bubbel). Dit is een individueel recht. Deze 10 personen mogen elke week veranderen.
  • Groepsbijeenkomsten worden beperkt tot maximaal 10 personen, inclusief kinderen. Dit geldt voor alle bijeenkomsten, ongeacht of ze thuis of buitenshuis plaatsvinden (bijvoorbeeld in het park of op restaurant).
  • Georganiseerde sport- en nu ook culturele activiteiten onder begeleiding van een verantwoordelijke zijn beperkt tot 20 personen in juni en tot 50 personen in juli, op voorwaarde dat de veiligheidsafstand worden gerespecteerd.

2. Over het reglementair kader:

  • Alle georganiseerde activiteiten worden hervat, tenzij de herstart in een andere fase wordt gepland, met protocollen die zowel de gebruikers als het personeel beschermen. Deze protocollen worden bepaald door de bevoegde minister, na advies van de GEES, in overleg met de sector en, in het geval van noord-zuidaangelegenheden, met een interfederale aanpak;
  • De protocollen zullen tegen 1 juli worden geëvalueerd. Als er voor een subsector geen protocol bestaat, wordt een document online geplaatst met de algemene regels die op zijn minst van toepassing zouden moeten zijn;
  • Het wordt aangeraden om te telewerken als dat mogelijk is.

Horeca, sport en cultuur zijn de hoofdsectoren waarvoor belangrijke beslissingen zijn genomen.

Horecasector

De sector mag gedeeltelijk heropenen. Speelhallen (bv. casino's), banket- en receptiezalen zullen echter pas op 1 juli opnieuw open mogen. Wat betreft de banket- en receptieruimtes zal dit mogelijk zijn met een maximum van 50 personen, onder dezelfde voorwaarden als de catering. Nachtclubs mogen nog niet opengaan voor eind augustus, omdat er geen veiligheidsafstand kan worden voorzien.

Naast deze uitzonderingen zullen alle andere horecagelegenheden zoals cafés, bars en restaurants opnieuw opengaan, volgens een zeer nauwkeurig protocol.

De hoofdlijnen van dit protocol zijn onder andere:

  • een afstand van 1m50 tussen de tafels
  • maximaal 10 personen per tafel
  • elke klant moet aan zijn eigen tafel blijven zitten
  • de obers moeten een masker dragen
  • alle horecagelegenheden mogen tot één uur 's morgens openblijven, net zoals de nachtwinkels

Culturele sector

Vanaf 8 juni mogen culturele activiteiten zonder publiek worden hervat. Voorstellingen met publiek - inclusief bioscopen - kunnen vanaf 1 juli worden hervat, maar altijd volgens precieze regels met betrekking tot het beheer van het publiek, zoals het respecteren van de veiligheidsafstand in het publiek en maximaal 200 aanwezigen.

De organisatie van de activiteiten moet zodanig worden gepland dat te grote bijeenkomsten, bijvoorbeeld buiten de zaal, worden vermeden.

Wanneer mensen deelnemen aan culturele - maar ook vrijetijdsactiviteiten - is het dragen van een masker te allen tijde aan te bevelen.

Sportieve en nu ook culturele activiteiten die worden georganiseerd en begeleid door een verantwoordelijke zijn beperkt tot 20 personen in juni en 50 personen in juli, met inachtneming van de veiligheidsafstanden.

In deze twee sectoren - maar niet alleen daar - zullen de zeer geleidelijke heropening en de daarmee samenhangende voorwaarden de rendabiliteit bemoeilijken. Op federaal en regionaal niveau werken we, naast de uitbreiding of aanpassing van de generieke maatregelen ter ondersteuning van de economie, momenteel aan een reeks gerichte maatregelen om bepaalde sectoren te helpen.

Sportsector

Vanaf 8 juni kunnen de contactloze sportactiviteiten worden hervat, indoor en outdoor, amateur of professioneel, competitie en training. Sportzalen en fitnessruimtes mogen ook heropenen, mits het protocol in acht wordt genomen.

Maar:

  • Contactsporten (bv. judo, boksen, voetbal enz.) moeten altijd beperkt blijven tot 'contactloze' trainingen.
  • Wat de sportfaciliteiten betreft, zullen de protocollen ook moeten worden gevolgd. Kleedkamers en douches zullen nog steeds niet toegankelijk zijn.
  • Zwembaden, sauna's en wellnesscentra moeten in dit stadium gesloten blijven.

Nog wat de sport betreft, is alles vanaf 1 juli weer toegestaan, op voorwaarde dat de protocollen worden nageleefd.

Zowel in de culturele sector als de sportsector zal vanaf 1 juli een zittend publiek van maximaal 200 personen - ongeacht de grootte van de zaal - zijn toegestaan, met inachtneming van de veiligheidsafstanden en altijd met strikte naleving van de protocollen.

Erediensten

Religieuze erediensten of levensbeschouwelijke bijeenkomsten mogen vanaf 8 juni worden hervat, met inachtneming van onder meer de volgende regels:

  • De veiligheidsafstand moet worden nageleefd met een maximum van 100 personen.
  • Vanaf juli wordt dit aantal uitgebreid tot 200, naar analogie met de culturele en sportsector.
  • Rituelen met fysiek contact blijven verboden.

Reizen

Vanaf 8 juni is het mogelijk om in België uitstappen van één of meerdere dagen te doen.

Vanaf 15 juni zal België zijn grenzen openen voor reizen naar en vanuit de Europese Unie, met inbegrip van het Verenigd Koninkrijk en de vier andere Schengenlanden (Zwitserland, Liechtenstein, IJsland en Noorwegen). Elk land beslist echter zelf of het zijn grenzen al dan niet opent. Om de situatie in het land van bestemming te kennen, is het daarom raadzaam de website van Buitenlandse Zaken te raadplegen. De voorwaarden voor reizen buiten Europa moeten nog worden vastgesteld in het licht van de evolutie van de gesprekken op Europees niveau.

Vrije tijd en ontspanning

Vrijetijds- en ontspanningsactiviteiten zijn toegestaan vanaf 8 juni, met uitzondering van conferenties, pretparken en binnenspeeltuinen, die pas vanaf 1 juli mogen worden heropend.

Bijeenkomsten

Culturele en vrijetijdsactiviteiten moeten zodanig worden georganiseerd dat bijeenkomsten worden vermeden. Het dragen van een masker is te allen tijde aan te bevelen.

Bijeenkomsten (bv. kermissen, dorpsfeesten etc.) blijven tot 1 augustus verboden en mogen dan geleidelijk aan weer worden hervat. Grote massa-evenementen zullen daarentegen tot en met 31 augustus verboden blijven, zoals eerder aangekondigd.

Aan het begin van de zomer zal een online evaluatie-instrument beschikbaar worden gesteld voor organisatoren die willen weten of ze een evenement kunnen organiseren en onder welke voorwaarden.

Fases 4 en 5 van onze afbouwstrategie vinden plaats in juli en augustus, als de epidemiologische situatie het toelaat.

Update 13/05: Maatregelen van de NVR

*** Copy/paste van de website van de Nationale Veiligheidsraad ****

Vandaag, woensdag 13 mei, is de Nationale Veiligheidsraad (NVR) uitgebreid met de ministers-presidenten bijeengekomen. De NVR heeft op basis van het verslag van de experts van de GEES beslist om vanaf 18 mei fase 2 van het afbouwplan op te starten.

In deze fase gaat het vooral over de geleidelijke heropstart van de lessen voor bepaalde leerlingen in het basis- en secundair onderwijs onder strikte organisatorische voorwaarden. De kleuterscholen blijven in dit stadium gesloten en het hoger onderwijs heeft het einde van het academiejaar al georganiseerd samen met de gemeenschapsoverheden.

Een tweede aspect in deze fase is cultuur. De NVR heeft beslist dat musea en culturele bezienswaardigheden - historische gebouwen en monumenten, kastelen, citadellen - vanaf 18 mei weer open kunnen, op voorwaarde dat ze een online of telefonisch ticketingsysteem opzetten en de nodige maatregelen nemen om te vermijden dat het te druk wordt. Bibliotheken blijven open, onder dezelfde voorwaarden als nu.

Wat het economische leven betreft – daar is beslist dat de contactberoepen in deze fase hun activiteit kunnen hernemen, onder bepaalde voorwaarden. Zo moeten ze werken op afspraak, een mondmasker of mondneusbescherming dragen (personeel en klanten) en moeten ze de veiligheidsafstand tussen de klanten respecteren. Verder mogen er - met instemming van de lokale overheden - opnieuw markten worden georganiseerd. Die markten mogen maximaal 50 kramen hebben, er moet een circulatieplan worden opgesteld en de veiligheidsafstand moet altijd gerespecteerd worden. Het dragen van een masker of mondneusbescherming is verplicht voor de marktkramers en hun personeel en wordt ook voor klanten sterk aanbevolen.

Tot slot zijn er nog een aantal andere beslissingen genomen met betrekking tot sport en vrije tijd. Trekpleisters in de natuur, zoals dierenparken, zullen ook weer open mogen gaan, op voorwaarde dat ze een online of telefonisch ticketingsysteem invoeren om de toegang voor het publiek te beperken, een circulatieplan opstellen en dat cafetaria's en restaurants gesloten blijven, net als attracties en speeltuinen. Reguliere sporttrainingen en -lessen in de buitenlucht en in clubverband mogen worden hervat, als ze de veiligheidsafstand respecteren en als er een coach aanwezig is. De groepen mogen niet groter zijn dan 20 personen en sportclubs mogen alleen heropenen op voorwaarde dat alle maatregelen worden genomen om de veiligheid van de sporters te waarborgen. Wat huwelijken en begrafenissen betreft, zal het mogelijk zijn om vanaf 18 mei een maximum van 30 personen te ontvangen op plechtigheden, onder bepaalde voorwaarden, waaronder het respecteren van de veiligheidsafstand. Het is echter niet toegestaan om na de plechtigheid een receptie te organiseren.

De volgende stap in het afbouwplan zal niet vóór 8 juni plaatsvinden. En na fase 3 zullen er nog meer fases volgen. Er zijn veel activiteiten die weer opstarten en dat heeft een impact op de contacten tussen mensen. Het is de bedoeling om mensen gespreid in de tijd hun gewoontes weer te laten opnemen, om dat zo veilig mogelijk te kunnen doen.  

Het gedetailleerde plan voor de geleidelijke afbouw van alles wat sport en cultuur is, zal worden gecommuniceerd zodra er een akkoord over is met de GEES. Hetzelfde geldt voor de geleidelijke hervatting van de toeristische activiteiten en de heropening van restaurants, terrassen en cafés.

We zullen ook moeten bekijken in welke fase en onder welke voorwaarden we de sociale contacten kunnen uitbreiden, zomerstages en jeugdkampen kunnen laten doorgaan, erediensten kunnen laten hernemen en manifestaties en evenementen van diverse omvang kunnen laten doorgaan.

We kunnen u nu al zeggen dat alle culturele, sportieve, toeristische en recreatieve evenementen verboden zijn tot en met 30 juni.

Update 30/04: Mb Maatregelen Covid-19

30 APRIL 2020. - Ministerieel besluit houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken

Artikel 1.

Artikel 1 van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, wordt vervangen als volgt:

" § 1. De handelszaken en de winkels zijn gesloten, met uitzondering van:

  1. de voedingswinkels, met inbegrip van nachtwinkels;
  2. de dierenvoedingswinkels;
  3. de apotheken;
  4. de krantenwinkels;
  5. de tankstations en de leveranciers van brandstoffen;
  6. de telecomwinkels, met uitsluiting van winkels die enkel accessoires verkopen, maar enkel voor noodgevallen, waarbij ze slechts één klant per keer mogen ontvangen en dit op afspraak;
  7. de winkels voor medische hulpmiddelen, maar enkel voor noodgevallen, waarbij ze slechts één klant per keer mogen ontvangen en dit op afspraak;
  8. de doe-het-zelfzaken met een algemeen assortiment die hoofdzakelijk bouwgereedschap en/of bouwmaterialen verkopen;
  9. de tuincentra en boomkwekerijen die hoofdzakelijk planten en/of bomen verkopen;
  10. de gespecialiseerde detailhandelszaken die kledingstoffen verkopen;
  11. de gespecialiseerde detailhandelszaken die breigarens, handwerken en fournituren verkopen;
  12. de groothandels bestemd voor professionelen, maar enkel ten gunste van deze laatsten.

De nodige maatregelen moeten getroffen worden om de regels van social distancing te respecteren, in het bijzonder het behoud van een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon.

§ 2. De toegang tot grootwarenhuizen, doe-het-zelfzaken met een algemeen assortiment, tuincentra en boomkwekerijen, alsook tot groothandels bestemd voor professionelen kan enkel plaatsvinden overeenkomstig de volgende modaliteiten:

  • maximum 1 klant per 10 vierkante meter gedurende een periode van maximum 30 minuten;
  • in de mate van het mogelijke wordt individueel gewinkeld.

§ 3. Voedingswinkels mogen open blijven volgens de gebruikelijke dagen en uren.
Nachtwinkels mogen geopend blijven vanaf het gebruikelijke openingsuur tot 22u00.

§ 4. De markten zijn verboden, behalve voedselkramen die onontbeerlijk zijn voor de voedselvoorziening in gebieden die geen commerciële voedselinfrastructuren hebben.

§ 5. De inrichtingen die behoren tot de culturele, feestelijke, recreatieve, sportieve en horecasector worden gesloten.

Het terrasmeubilair van de horecasector moet naar binnen gebracht worden. Levering van maaltijden en maaltijden om mee te nemen zijn toegestaan.
In afwijking van het eerste lid mogen open blijven:

  1. de hotels en aparthotels, met uitzondering van hun eventuele restaurants, vergaderzalen en recreatiefaciliteiten;
  2. de noodzakelijke infrastructuren voor de uitoefening van fysieke activiteiten in open lucht die geen fysieke contacten impliceren, met uitzondering van de kleedkamers, douches en cafetaria's."

Art. 2.

Artikel 2 van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, wordt vervangen als volgt:

" § 1. Telethuiswerk is aanbevolen bij alle niet-essentiële ondernemingen, welke grootte zij ook hebben, voor alle personeelsleden wiens functie zich ertoe leent.

Indien telethuiswerk niet wordt toegepast, nemen de ondernemingen de nodige maatregelen om de maximale naleving van de regels van social distancing te garanderen, in het bijzonder het behoud van een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon. Deze regel is eveneens van toepassing op het vervoer georganiseerd door de werkgever.

§ 2. De ondernemingen nemen tijdig passende preventiemaatregelen om de toepassing van de regels voorzien in de eerste paragraaf te garanderen of, indien dit niet mogelijk is, een minstens gelijkwaardig niveau van bescherming te bieden.

Deze passende preventiemaatregelen zijn veiligheids- en gezondheidsvoorschriften van materiële, technische en/of organisatorische aard zoals bepaald in de generieke gids om de verspreiding van COVID-19 op het werk tegen te gaan, die ter beschikking wordt gesteld op de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, aangevuld met richtlijnen op sectoraal en/of ondernemingsniveau, en/of andere passende maatregelen die minstens een gelijkwaardig niveau van bescherming bieden. Collectieve maatregelen hebben steeds voorrang op individuele maatregelen.

Deze passende preventiemaatregelen worden op ondernemingsniveau uitgewerkt en genomen met inachtneming van de regels van het sociaal overleg in de onderneming, of bij ontstentenis daarvan in overleg met de betrokken werknemers, en in overleg met de diensten voor preventie en bescherming op het werk.

De ondernemingen informeren de werknemers tijdig over de geldende preventiemaatregelen en verstrekken hen een passende opleiding. Ze informeren ook derden tijdig over de geldende preventiemaatregelen.

Werkgevers, werknemers en derden zijn ertoe gehouden de in de onderneming geldende preventiemaatregelen toe te passen.

§ 3. De sociaal inspecteurs van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en sociaal overleg zijn belast met het informeren en begeleiden van werkgevers en werknemers, en overeenkomstig het Sociaal Strafwetboek met het toezien op de naleving van de verplichtingen die gelden in ondernemingen overeenkomstig paragrafen 1 en 2.

§ 4. De lokalen en werkplaatsen van de ondernemingen zijn enkel toegankelijk voor het publiek in het kader van relaties tussen professionelen onderling en tussen professionelen en overheden, en onder de voorwaarden bedoeld in de paragrafen 1 en 2.
Het eerste lid is niet van toepassing op de ondernemingen en diensten waarvan de opening voor het publiek toegelaten is overeenkomstig artikel 1."

Art. 3.

Artikel 3 van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, wordt aangevuld met drie leden, luidende:

"Sectoren en werkgevers behorende tot de cruciale sectoren en de essentiële diensten en die hun activiteiten niet hebben onderbroken en die zelf reeds de nodige veiligheidsmaatregelen hebben genomen, kunnen de generieke gids bedoeld in artikel 2 gebruiken als inspiratiebron.

De lokalen en werkplaatsen van de ondernemingen van de cruciale sectoren en de essentiële diensten zijn toegankelijk voor alle publiek, maar enkel binnen de grenzen voorzien in de bijlage van dit besluit en voor zover de interacties met het publiek niet kunnen plaatsvinden op afstand. De regels van social distancing moeten in de mate van het mogelijke worden nageleefd.

Het vierde lid is niet van toepassing op de ondernemingen en diensten waarvan de opening voor het publiek toegelaten is overeenkomstig artikel 1."

Art. 4.

Artikel 4 van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, wordt vervangen als volgt:

"Het openbaar vervoer blijft behouden. De burger is vanaf de leeftijd van 12 jaar verplicht om de mond en de neus te bedekken met een masker of elk ander alternatief in stof, vanaf het betreden van het station, op het perron of een halte, in de bus, de (pre)metro, de tram, de trein of elk ander vervoersmiddel dat door een openbare overheid wordt georganiseerd."

Art. 5.

Artikel 5 van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, wordt vervangen als volgt:

"Worden verboden:

  1. de samenscholingen;
  2. de privé- en publieke activiteiten van culturele, maatschappelijke, feestelijke, folkloristische, sportieve en recreatieve aard;
  3. de ééndaagse schooluitstappen;
  4. de meerdaagse schooluitstappen;
  5. de activiteiten in het kader van jeugdbewegingen, op en vanaf het nationaal grondgebied;
  6. de activiteiten van de erediensten.

In afwijking van het eerste lid, worden toegestaan:

  • begrafenisceremonies, maar enkel in aanwezigheid van maximaal 15 personen, met een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon en zonder de mogelijkheid van blootstelling van het lichaam;
  • burgerlijke huwelijken, maar enkel in het bijzijn van de echtgenoten, hun getuigen en de ambtenaar van de burgerlijke stand;
  • religieuze huwelijken, maar enkel in het bijzijn van de echtgenoten, hun getuigen en de bedienaar van de eredienst;
  • religieuze plechtigheden die zijn opgenomen met de bedoeling ze via alle beschikbare kanalen te verspreiden en die alleen met maximaal 10 personen plaatsvinden, met inbegrip van de personen die voor die opname verantwoordelijk zijn, met het behoud van een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon, en voor zover de plaats van eredienst tijdens de opname voor het publiek gesloten blijft;
  • wandelingen en fysieke activiteiten in open lucht die geen fysieke contacten impliceren, alleen of in het gezelschap van personen die onder hetzelfde dak wonen en/of in het gezelschap van maximum twee, steeds dezelfde, andere personen, met respect van een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon;
  • ritten te paard, en dit enkel met het oog op het welzijn van het dier en met een maximum van twee ruiters."

Art. 6.

Aan het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID - 19 te beperken, wordt een artikel 8ter toegevoegd, dat luidt als volgt:

"Het dragen van een mondmasker of elk ander alternatief in stof om de mond en neus te bedekken, is toegestaan voor gezondheidsdoeleinden in voor het publiek toegankelijke plaatsen."

Art. 7.

Artikel 10 van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID - 19 te beperken, wordt vervangen als volgt:

"Inbreuken op de bepalingen van de artikelen 1, 4, 5, 8 en 8bis worden beteugeld met de straffen bepaald door artikel 187 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid."

Art. 8.

Artikel 13 van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, wordt vervangen als volgt:

"De maatregelen voorzien in dit besluit zijn van toepassing tot en met 10 mei 2020.

In afwijking van het eerste lid, is de maatregel voorzien in artikel 5, eerste lid, 4° van toepassing tot en met 30 juni 2020, en is de maatregel voorzien in artikel 7 van toepassing tot en met 8 juni 2020."

Art. 9.

Dit besluit treedt in werking op 4 mei 2020.

Brussel, 30 april 2020.

P. DE CREM

Bijlage

Update 06/05: Maatregelen van de NVR

*** Copy/paste van de website van de Nationale Veiligheidsraad ****

Vandaag, woensdag 6 mei, is de Nationale Veiligheidsraad, uitgebreid met de ministers-presidenten, bijeengekomen om de nieuwe fase van de afbouwstrategie, namelijk fase 1b, die op 11 mei van start gaat, te valideren, te vervolledigen en te verduidelijken. De experts hebben groen licht gegeven voor deze nieuwe fase naar aanleiding van een aantal gunstige criteria op dit moment, namelijk het aantal ziekenhuisopnames per dag, de gemiddelde trend van deze ziekenhuisopnames die lager is dan de voorgaande weken, het aantal bedden op intensieve zorg, testing en tracing. Deze criteria zullen een rol blijven spelen bij de geleidelijke afbouw.

Om tegemoet te komen aan de eenzaamheid en de moeilijkheden die de fysieke afstand met zich meebrengt, heeft de Nationale Veiligheidsraad in de eerste plaats beslist om vanaf aanstaande zondag een verdere uitbreiding van de sociale contacten toe te staan.

Op dit moment is het mogelijk om buiten af te spreken met twee mensen - altijd dezelfde -, voor een wandeling of om samen te sporten. Deze mogelijkheid is nog steeds van toepassing.

Vanaf 10 mei mag elk gezin thuis maximaal vier personen - altijd dezelfde - ontvangen. Om het aantal contacten te beperken om de verspreiding van het virus niet te bevorderen, verbinden de bezoekers zich ertoe slechts met één gezin af te spreken. Het doel is om het aantal gezinnen (mensen onder hetzelfde dak) die mekaar ontmoeten tot een minimum te beperken en een zo groot mogelijke wederkerigheid te garanderen.

En dit onder de volgende voorwaarden:

  • De veiligheidsafstand moet uiteraard worden nageleefd met de bezoekers.
  • Als mensen een tuin of terras hebben, is het beter om dit bezoek buiten te organiseren.
  • Het is duidelijk dat geen bezoek kan worden toegestaan als een gezinslid of één van de bezoekers ziek is.
  • Speciale aandacht moet worden besteed aan oudere en kwetsbare mensen.

Dit systeem maakt het ook makkelijker om op te sporen wie met wie contact heeft gehad mocht één van de personen besmet zijn met COVID-19.

We zullen de mogelijkheden om deze contacten uit te breiden blijven evalueren terwijl we de verschillende fasen doorlopen. Dit zal niet tegen 18 mei mogelijk zijn.

Op 11 mei zullen we ook de winkels heropenen. Deze heropening zal - net als altijd - moeten plaatsvinden met strikte inachtneming van de volgende regels:

  • Net als voor de winkels die al open zijn, zal slechts 1 klant per 10m² worden toegestaan en dit voor maximaal 30 minuten. Een uitzondering wordt gemaakt voor kleinere winkels.
  • Elke klant wordt ten zeerste aanbevolen om in de winkels bescherming te dragen die de neus en de mond bedekt. In ieder geval moet de veiligheidsafstand worden gerespecteerd.
  • Werkgevers zijn verantwoordelijk voor de gezondheid en de veiligheid van hun werknemers en moeten alles in het werk stellen om veilige werkomstandigheden te garanderen.

Om drukte te vermijden, zal iedereen zijn boodschappen alleen moeten doen. Een uitzondering wordt gemaakt voor kinderen jonger dan 18 jaar - zij mogen door een ouder worden begeleid - en voor mensen die hulp nodig hebben. Het is ook aan te raden om naar de winkels te gaan die zich in een stad of gemeente in de buurt van uw huis of werkplek bevinden. Daguitstapjes en toeristische activiteiten blijven verboden. Ook bijeenkomsten zijn nog altijd verboden. De lokale autoriteiten zullen ervoor zorgen dat de veiligheidsafstand in de openbare ruimte wordt gehandhaafd en zullen de nodige maatregelen nemen. Er moet voorrang worden gegeven aan mensen ouder dan 65 jaar, mensen met beperkte mobiliteit en aan het zorgpersoneel.

U mag gebruik maken van het openbaar vervoer als u geen alternatief heeft. Het doel is om degenen die er het meest nood aan hebben, toegang te geven tot het openbaar vervoer.

Contactberoepen buiten de medische en paramedische zorg mogen helaas hun activiteit nog niet hernemen.

Ook de markten zullen in deze fase niet kunnen worden hervat. Alleen individuele marktkramen (food en non-food) zullen worden toegestaan, en dit door de lokale autoriteiten en op de gebruikelijke locaties. Zoals overal zal de veiligheidsafstand moeten worden gerespecteerd.

Helaas zullen de cafés, bars, restaurants en de feest-, recreatieve, culturele en toeristische plaatsen ook in deze fase gesloten blijven.

De volgende fase is op dit moment voorzien voor 18 mei. De gemeenschappen en de onderwijswereld werken al samen om te zorgen voor een geleidelijke hervatting van de lessen in het basis- en het secundair onderwijs.

In de tussentijd zullen we samen met de deskundigen de haalbaarheid en de voorwaarden bepalen voor:

  • de hervatting van de markten
  • de heropening van musea, bibliotheken, dierentuinen etc.
  • de heropening van beroepen met fysiek contact zoals kappers
  • de uitbreiding van het aantal aanwezigen op bruiloften en begrafenissen
  • de hervatting van de sporttrainingen in open lucht. De hervatting van sport- en culturele evenementen zal ook door de experts worden geanalyseerd op basis van de door de bevoegde ministers voorgelegde werkzaamheden, om een nauwkeuriger tijdschema voor de verschillende fasen te kunnen voorstellen.
  • de kwestie van de daguitstappen, de tweede verblijven of de vakantiewoningen zal aan de orde komen tijdens de voorbereiding van fase 3 (geschatte datum: 8 juni)
Update 24/04: Maatregelen over heropstart

Op 24 april heeft de Nationale Veiligheidsraad de eerste voorlopige lijnen van de geleidelijke heropstart van de ondernemingen uitgestippeld. De heropstart zal van 4 mei tot 8 juni in drie fasen gebeuren.
De volledige tekst van de genomen maatregelen is hier beschikbaar (belgium.be> Home »Nieuws» Maatregelen genomen door de Nationale Veiligheidsraad van 24 april 2020).   

Hieronder de belangrijkste inlichtingen die relevant zijn voor de uitzendsector:
Alle inperkingsmaatregelen die sinds half maart genomen werden om de verspreiding van het Covid-19-virus tegen te gaan, blijven gehandhaafd tot en met 3 mei e.k. Pas vanaf deze datum kan het land stap voor stap met de heropstart beginnen als de omstandigheden dit toelaten.

Zoals medegedeeld door de Veiligheidsraad:  

“Elke maatregel die niet uitdrukkelijk geschrapt werd, blijft gehandhaafd.” 

  • Het respect voor beperkte bewegingen en social distancing (veiligheidsafstand tussen individuen en beperking van contact) moet worden gehandhaafd
  • Het dragen van een masker (zelfs een sjaal of bandana) voor de mond en neus wordt sterk aanbevolen in openbare ruimtes en VERPLICHT bij het nemen van het openbaar vervoer.

De Belgische autoriteiten hebben aangekondigd dat ze elke burger minimum "een standaard" mondmasker zullen bezorgen.

Aangaande de « business » wereld wordt van de werkgevers (gebruikers, particulier en openbare sector) verwacht dat zijzelf hun werknemers van de nodige bescherming voorzien mocht dit van toepassing zijn.  

Grote bijeenkomsten moeten vermeden worden tijdens deze periode.  

  • Indien mogelijk zich verplaatsen via eigen verplaatsingsmiddelen (met de fiets, de wagen, te voet, enz.) om het openbaar vervoer over te laten aan de personen voor wie het “een must” is.  
  • Indien mogelijk de spitsuren vermijden. 

 Fase 1 – a (verwacht vanaf 4 mei) 

Voorde industrieën, de ondernemeingen en de werkgevers:

Telewerk blijft de norm.

Mocht het onmogelijk zijn om de social distancing op de werkplek te respecteren, is de strikte naleving van gezondheidsaanbevelingen (het dragen van een mondmasker, hygiëne, enz.) vereist.

De Groep van Tien heeft een algemene gids opgesteld met richtlijnen aan sectoren en werkgevers als voorbereiding op een veilige herneming van hun activiteiten. Deze gids vindt u terug op dezelfde pagina.

Voor winkels en HoReCa

De reeds vastgestelde maatregels blijven van kracht.

Fase 1 – b (verwacht vanaf 11 mei) 

Vanaf 11 mei kunnen alle winkels * in het koninkrijk opnieuw geopend worden, maar dit moet gebeuren onder de dwingende inachtneming van de voorwaarden die binnenkort gespecificeerd zullen worden

* Opgepast, dit zijn winkels die geen fysiek contact met de klant hebben! Commerciële kapperszaken, barbiers, massagesalons, enz. maken geen deel uit van deze fase. 

Fase 2 (verwacht vanaf 18 mei) 

Voor de winkels met fysiek contact = de mogelijke opening wordt nog geanalyseerd. Dit geldt ook voor musea. Scholen zouden ook geleidelijk heropend worden, maar dit zal niet geldig zijn voor alle leerlingen en de details van deze fase moeten nog verder uitgewerkt worden.

Fase 3 (ten vroegste vanaf 8 juni) 

Deze fase is nog niet erg gedetailleerd, het betreft de heropening van de restaurants, de bars en cafés, evenals de geleidelijke hervatting van sociale zomeractiviteiten (vakanties, stages, jeugdbewegingen, toerisme, enz.)

Enige zekerheid: alle evenementen zoals festivals zijn geannuleerd tot en met 31 augustus e.k.

Voor meer inlichtingen over Covid-19, de maatregelen die door de autoriteiten zijn genomen, de meest recente gezondheidsinformatie: https://www.info-coronavirus.be/nl/



 (NL) 

(ENG) 

(FR) 

(GER)