De Codex 'Welzijn op het Werk' legt de werkgever een aantal verplichtingen op inzake de arbeidsmiddelen:
- De werkgever waakt erover dat de werknemers beschikken over de gepaste arbeidsmiddelen om hun werk naar behoren uit te voeren en de risico’s op de werkplek zo veel mogelijk te vermijden of te beperken (Codex, art. IV.2-1).
- De werkgever zorgt ervoor dat de werknemers (dus ook uitzendkrachten) voldoende geïnformeerd zijn om de arbeidsmiddelen correct en veilig te gebruiken (Codex, art. IV.2-5).
- Vóór het eerste gebruik van een arbeidsmiddel stelt de preventieadviseur een indienststellingsverslag op, met daarin onder meer de voorwaarden om veilig en hygiënisch met deze arbeidsmiddelen te kunnen werken (Codex, art. IV.2-8).
- De werkgever zorgt voor een adequaat onderhoud zodat de arbeidsmiddelen tijdens de gehele gebruiksduur blijven voldoen (Codex, art. IV.2-13).
- De werkgever voorziet voorafgaande en/of periodieke controles en keuringen voor arbeidsmiddelen die onderhevig zijn aan slijtage en aanleiding kunnen geven tot gevaarlijke situaties (Codex, art. IV.2-14).
- Bepaalde bijzondere werkzaamheden binnen de onderneming of inrichting, zoals onderhoud, waarvan kan worden voorzien dat er een risico voor significante blootstelling bestaat of die om andere redenen schadelijke gevolgen voor de veiligheid en gezondheid kunnen hebben, worden opgenomen in de risicoanalyse (Codex, art. VI.1-8)