De Codex 'Welzijn op het Werk' definieert beide begrippen als volgt (Codex, art. I.1-4, 1° en 2°):
- Gevaar: de intrinsieke eigenschap of het intrinsiek vermogen van inzonderheid een voorwerp, een stof, een proces of een situatie die schade kan veroorzaken of het welzijn van de werknemers kan bedreigen.
- Risico: de waarschijnlijkheid dat de schade of de aantasting van het welzijn van de werknemers zich in bepaalde gebruiksomstandigheden of door blootstelling aan een gevaar voordoet en de mogelijke omvang van die schade of aantasting.
Voorbeelden
Een mes is een gevaar omdat het scherp is, een chemisch product is een gevaar omdat het bijvoorbeeld giftig is. Het mes wordt pas een risico als de kans bestaat dat men zich snijdt. Het chemisch product wordt pas een risico als men blootgesteld wordt aan het product en men door het inademen ziek kan worden.
Of anders gezegd: een gevaar wordt pas een risico als er blootstelling aan het gevaar mogelijk is. Als er dus kans op schade is.