De transporteur en de verlader moeten zich houden aan enkele wettelijke bepalingen:
- Door het KB van 27/04/2007 bevat de wegcode een reeks voorwaarden die er moeten voor zorgen dat de lading op een correcte en veilige manier gestouwd en beveiligd is vooraleer vrachtwagens zich op de openbare weg begeven. Dit is voornamelijk opgenomen in art. 45(bis) van de wegcode.
- Ook het KB van 15/03/1968 inzake de technische eisen van voertuigen werd aangevuld met eisen om ladingzekering te garanderen. Dit is te vinden in hoofdstuk 3 van dit Koninklijk Besluit over 'gebruik en lading'.
- Sinds 01/01/2015 ligt de bevoegdheid over de regelgeving inzake ladingzekering bij de Gewesten. Eind 2017 heeft Vlaanderen in het KB 17/11/2017 de voorwaarden voor ladingzekering in het Vlaams Gewest aangescherpt met een aantal bijkomende verplichtingen voor zowel de verlader als de vervoerder.
Daarnaast hebben de beroepsfederaties voor transporteurs samen een voorbeeld van algemene voorwaarden ladingzekering in een contract tussen transporteur en verlader opgesteld.
De verlader (of verpakker) moet de transporteur vooraf schriftelijk alle informatie bezorgen om de lading veilig te kunnen stouwen. Indien de primaire verpakking van een goed bovendien niet voldoende stevig is voor een veilig transport, dan moet de verpakker/verlader de goederen bijkomend omhullen om een goede ladingzekering mogelijk te maken.
De vervoerder moet instaan voor het gepast zekeren van de lading. Een correct ladingzekeringssysteem is afhankelijk van het soort goederen dat vervoerd wordt. De Europese richtlijnen voor beste praktijken over het zekeren van ladingen van wegtransport bevat een aantal criteria die hierbij belangrijk zijn.