Psychosociale risico’s

Pesterijen, geweld op het werk, ongewenst seksueel gedrag op het werk, conflicten, werkstress, burnout,.. worden niet langer genegeerd. Uitzendkrachten zijn door het fenomeen niet gespaard.

Toch maken bedrijven zich zorgen over het probleem nog te vaak wanneer de gevolgen zijn voordoen.

Preventie van psychosociale risico’s op het werk is nochtans een belangrijk en verplicht onderdeel van het preventiebeleid van elk werkgever zowel voor vaste personeel als voor uitzendkrachten.

De gebruiker is verantwoordelijk voor het psychosociale welzijn op het werk van uitzendkrachten in het bedrijf. Daarom moet hij afwegen of de uitzendkrachten geen specifieke risico’s lopen wanneer hij de psychosociale risicoanalyse uit voert en de nodige preventiemaatregelen neemt.

Uitzendkrachten die met grensoverschrijdend gedrag te maken krijgen, moeten terechtkunnen bij de vertrouwenspersoon of de preventieadviseur psychosociale aspecten van de gebruiker.

Uitzendbureau staan in voor het voorafgaand gezondheidstoezicht en kunnen ook de uitzendkrachten die bijzondere moeilijkheden ondervinden adviseren.   

Psychosociale risico’s

De psychosociale risico’s op het werk zijn gedefinieerd als de risico’s voor de geestelijke en lichamelijke gezondheid van de werknemers waarvan de oorzaken zijn te vinden in de arbeidsorganisatie, de arbeidsinhoud, de arbeidsvoorwaarden, de arbeidsomstandigheden en de interpersoonlijke relaties op het werk.

  • De arbeidsorganisatie: verwijst naar de structuur en de managementstijl van de onderneming, naar de manier waarop de functies, de taken en de verantwoordelijkheden zijn verdeeld
  • De arbeidsinhoud: omvat onder meer de complexiteit en de variatie van de taken (routine, variabel, onvoorspelbaar, gediversifieerd, met emotionele belasting, enz.), de mate waarin zij worden geëist (qua tempo, kwantiteit, kwaliteit, complexiteit, enz.),   
  • De arbeidsvoorwaarden: verwijzen naar de aard van de arbeidsovereenkomst, het statuut, het type werkrooster, …
  • De arbeidsomstandigheden: verwijzen naar de materiële omgeving waarin het werk verricht wordt, de inrichting van de arbeidsplaatsen, de orde, de netheid en de hygiëne op de werkplek, de verlichting, het thermisch comfort, enz.
  • De interpersoonlijke relaties op het werk: hebben betrekking op de aard van de relaties tussen de personen met elkaar  

Bij de risicoanalyse moet de werkgever rekening houden met deze verschillende componenten. Ook de participatie van de werknemers aan de analyse is verplicht.

Voor meer inlichtingen over de psychosociale risicoanalyse:

zie >CIN 2014 05 Preventie van psychosociale risico’s op het werk<

Uitzendbureau

Wanneer de gebruiker gezondheidsrisicocodes gerelateerd aan psychosociale risico’s op de werkpostfiche vermeldt, moet het uitzendbureau een voorafgaand gezondheidstoezicht organiseren. Zie thema Gezondheidstoezicht.

Indien nodig kan het uitzendbureau een uitzendkracht die het slachtoffer is van pesterijen of geweld op het werk bij zijn gebruiker steunen en begeleiden. Het kan bijvoorbeeld:

  • De rol van de vertrouwenspersoon en preventieadviseur psychosociale aspecten uitleggen en de uitzendkracht aanmoedigen om contact met deze personen te nemen volgens de procedures die door de gebruiker voorzien zijn
  • Contact nemen met een betrouwbaar persoon bij de klant om zich te informeren of er een vertrouwenspersoon aangewezen is of om de contactgegevens van de preventieadviseur psychosociale aspecten van zijn klant te vernemen
  • In alle gevallen, zich informeren voordat de uitzendkracht ter beschikking gesteld wordt, bij welke externe dienst de gebruiker aangesloten is. Zo kan men indien nodig aan de uitzendkracht aangeven wie de psychosociale preventieadviseur van de gebruiker is.
Uitzendkracht

De uitzendkracht geniet dezelfde bescherming als de vaste werknemers van de gebruiker. En kan dus een beroep doen op de bij de gebruiker geldende procedures voor psychosociale interventie wanneer de uitzendkracht tijdens zijn opdracht met psychosociale moeilijkheden op het werk te maken krijgt (bijvoorbeeld bij grensoverschrijdend gedrag).

De uitzendkracht kan zich ook wenden tot de vertrouwenspersoon, de interne preventieadviseur, de preventieadviseur-psychosociale aspecten van de gebruiker, en tot de vertegenwoordigers van de werknemers.

Bovendien heeft hij de mogelijkheid om zich te wenden, indien nodig, tot het uitzendbureau voor advies en begeleiding.

Gebruiker

De gebruiker is voor de toepassing van de welzijnswetgeving de feitelijke werkgever van de uitzendkracht (>Thema - wetgeving<). Dit geldt ook voor psychosociale risico’s en het nemen van adequate preventiemaatregelen hiervoor.

De gebruiker moet een preventieadviseur psychosociale aspecten hebben aanwezen en interne procedures schikken. Hij/zij moet ook zijn/haar register van feiten door derden ter beschikking stellen van uitzendkrachten.

Zie >Circulaire 2014 18 Register van feiten door derden<

Tijdens het onthaal moet de gebruiker de uitzendkracht informeren bij wie hij/zij zich kan wenden bij psychosociale moeilijkheden tijdens de uitzendopdracht (preventieadviseur - psychosociale aspecten, vertrouwenspersonen, preventieadviseur arbeidsveiligheid...) en de uitzendkracht inlichten over de procedures in verband met het verzoek om informele of formele psychosociale interventie.

Zie >CIN 2014 16 De informele en formele interventie<

Wettelijke basis

Codex I.3 - Preventie van psychosociale risico’s op het werk

Welzijnswet, Hoofdstuk Vbis, Bijzondere bepalingen betreffende de preventie van psychosociale risico’s op het werk, waaronder stress, geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk